Psalmen 88:9

Mijn oog treurt vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot U.

Job 11:13

Indien gij uw hart bereid hebt, zo breid uw handen tot Hem uit.

Psalmen 86:3

Zijt mij genadig, HEERE! want ik roep tot U den gansen dag.

Psalmen 143:6

Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.

Psalmen 38:10

Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.

Job 16:20

Mijn vrienden zijn mijn bespotters; doch mijn oog druipt tot God.

Job 17:7

Daarom is mijn oog door verdriet verdonkerd, en al mijn ledematen zijn gelijk een schaduw.

Psalmen 6:7

Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders.

Psalmen 42:3

Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?

Psalmen 44:20

Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid.

Psalmen 55:17

Des avonds, en des morgens, en des middags zal ik klagen en getier maken; en Hij zal mijn stem horen.

Psalmen 68:31

Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken.

Psalmen 88:1

Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. (1a) O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U.

Psalmen 102:9

Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen.

Klaagliederen 3:48-49

Pe. Met waterbeken loopt mijn oog neder, vanwege de breuk der dochter mijns volks.

Ezechiël 17:11

Daarna geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

Johannes 11:35

Jezus weende.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd