Richteren 16:19
Toen deed zij hem slapen op haar knieen, en riep een man en liet hem de zeven haarlokken zijns hoofds afscheren, en zij begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem.
Spreuken 7:26-27
Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele.
Spreuken 7:21-23
Zij bewoog hem door de veelheid van haar onderricht, zij dreef hem aan door het gevlei harer lippen.
Spreuken 23:33-34
Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken.
Prediker 7:26
En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd