Romeinen 11:35

Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden?

Job 35:7

Indien gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw hand?

Job 41:11

Uit zijn neusgaten komt rook voort, als uit een ziedende pot en ruimen ketel.

Mattheüs 20:15

Of is het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil? Of is uw oog boos, omdat ik goed ben?

1 Corinthiërs 4:7

Want wie onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen? En zo gij het ook ontvangen hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet ontvangen hadt?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain