Romeinen 9:12
Zo werd tot haar gezegd: De meerdere zal den mindere dienen.
Genesis 25:22-23
En de kinderen stieten zich samen in haar lichaam. Toen zeide zij: Is het zo? waarom ben ik dus? en zij ging om den HEERE te vragen.
2 Samuël 8:14
En hij legde bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; en alle Edomieten werden David tot knechten; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
1 Koningen 22:47
Ook deed hij uit het land weg de overige schandjongens, die in de dagen van zijn vader Asa overgebleven waren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd