Spreuken 15:24
De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.
Spreuken 2:18
Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.
Filippenzen 3:20
Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus;
Colossenzen 3:1-2
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods.
Psalmen 16:11
Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.
Psalmen 139:24
En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.
Spreuken 5:5
Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast.
Spreuken 6:23
Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;
Spreuken 7:27
Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods.
Spreuken 9:8
Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.
Spreuken 23:14
Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel redden.
Jeremia 21:8
En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder aangezicht den weg des levens en den weg des doods.
Mattheüs 7:14
Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden.
Johannes 14:6
Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd