Spreuken 18:8

De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.

Spreuken 16:28

Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend.

Leviticus 19:16

Gij zult niet wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen het bloed van uw naaste; Ik ben de HEERE!

Psalmen 52:2

Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.

Psalmen 64:3-4

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;

Spreuken 12:18

Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.

Spreuken 26:20-22

Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain