Zet de oude palen niet terug; en kom op de akkers der wezen niet;

Zet de oude palen niet terug, die uw vaderen gemaakt hebben.

Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen gepaald hebben, niet verrukken in uw erfdeel, dat gij erven zult, in het land, hetwelk u de HEERE, uw God, geeft, om dat erfelijk te bezitten.

Zo zegt de HEERE: Doet recht en gerechtigheid, en redt den beroofde uit de hand des verdrukkers; en onderdrukt den vreemdeling niet, den wees noch de weduwe; doet geen geweld en vergiet geen onschuldig bloed in deze plaats.

En verdrukt de weduwe noch den wees, den vreemdeling noch den ellendige; en denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad.

Vervloekt zij, die zijns naasten landpale verrukt! En al het volk zal zeggen: Amen.

Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend.

De weduwen hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld.

Zij tasten de landpalen aan; de kudden roven zij, en weiden ze.

Zij rukken het weesje van de borst, en dat over den arme is, nemen zij te pand.

Zo ik mijn hand tegen den wees bewogen heb, omdat ik in de poort mijn hulp zag;

De weduwe en den vreemdeling doden zij, en zij vermoorden de wezen.

Maar indien gij uw wegen en uw handelingen waarlijk zult goed maken; indien gij waarlijk zult recht doen tussen den man en tussen zijn naaste;

En Ik zal tot ulieden ten oordeel naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen de tovenaars, en tegen de overspelers, en tegen degenen, die valselijk zweren, en tegen degenen, die het loon des dagloners met geweld inhouden, die de weduwe, en den wees, en den vreemdeling het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt de HEERE der heirscharen.

De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling