Spreuken 24:7

Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen.

Spreuken 14:6

De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht.

Psalmen 10:5

Zijn wegen maken ten allen tijde smarte; Uw oordelen zijn een hoogte, verre van hem; al zijn tegenpartijders, die blaast hij aan.

Job 5:4

Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser.

Job 29:7-25

Toen ik uitging naar de poort door de stad, toen ik mijn stoel op de straat liet bereiden.

Job 31:21

Zo ik mijn hand tegen den wees bewogen heb, omdat ik in de poort mijn hulp zag;

Psalmen 92:5-6

O HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten.

Spreuken 15:24

De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.

Spreuken 17:24

In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.

Spreuken 22:22

Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort.

Spreuken 31:8-9

Open uw mond voor den stomme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden.

Jesaja 29:21

Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die hen bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste.

Amos 5:10

Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt.

Amos 5:12

Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.

Amos 5:15

Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn.

1 Corinthiërs 2:14

Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain