Spreuken 5:23
Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, en in de grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen.
Job 4:21
Verreist niet hun uitnemendheid met hen? Zij sterven, maar niet in wijsheid.
Job 36:12
Maar zo zij niet horen, zo gaan zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder kennis.
Psalmen 81:12
Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.
Spreuken 10:21
De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.
Spreuken 14:14
Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Spreuken 14:32
De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt zelfs in zijn dood.
2 Petrus 2:15-22
Die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd