Spreuken 5:22

Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden.

Psalmen 7:15-16

Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft.

Psalmen 9:15

De heidenen zijn gezonken in de groeve, die zij gemaakt hadden; hunlieder voet is gevangen in het net, dat zij verborgen hadden.

Numberi 32:23

Indien gij daarentegen alzo niet zult doen, ziet, zo hebt gij tegen den HEERE gezondigd; doch gij zult uw zonde gewaar worden, als zij u vinden zal!

Spreuken 1:18

En deze loeren op hun eigen bloed, en versteken zich tegen hun zielen.

Spreuken 1:31-32

Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen.

Spreuken 11:3

De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen.

Spreuken 11:5

De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid.

Prediker 7:26

En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.

Jeremia 2:19

Uw boosheid zal u kastijden, en uw afkeringen zullen u straffen; weet dan en ziet, dat het kwaad en bitter is, dat gij den HEERE, uw God, verlaat, en Mijn vreze niet bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen.

Hosea 4:11-14

Hoererij, en wijn, en most neemt het hart weg.

1 Corinthiërs 5:9-10

Ik heb u geschreven in den brief, dat gij u niet zoudt vermengen met de hoereerders;

Galaten 5:19-21

De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,

Galaten 6:7-8

Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.

Efeziërs 5:5-6

Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.

Hebreeën 13:4

Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain