Spreuken 6:19
Een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.
Psalmen 27:12
Geef mij niet over in de begeerte mijner tegenpartijders; want valse getuigen zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast.
Spreuken 6:14
In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in.
Spreuken 12:17
Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend; maar een getuige der valsheden, bedrog.
Spreuken 19:5
Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.
Spreuken 19:9
Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan.
Exodus 20:16
Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
Exodus 23:1
Gij zult geen vals gerucht opnemen; en stelt uw hand niet bij den goddeloze, om een getuige tot geweld te zijn.
Deuteronomium 19:16-20
Wanneer een wrevelige getuige tegen iemand zal opstaan, om een afwijking tegen hem te betuigen;
1 Koningen 21:10-15
En zet tegenover hem twee mannen, zonen Belials, die tegen hem getuigen, zeggende: Gij hebt God en den koning gezegend; en voert hem uit, en stenigt hem, dat hij sterve.
Psalmen 35:11
Wrevelige getuigen staan er op; hetgeen ik niet weet, eisen zij van mij.
Spreuken 16:28
Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend.
Spreuken 22:10
Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden.
Spreuken 25:18
Een man, tegen zijn naaste een valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en scherpe pijl.
Spreuken 26:20
Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild.
Mattheüs 15:19
Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen.
Mattheüs 26:59
En de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis tegen Jezus, opdat zij Hem doden mochten; en vonden niet.
Handelingen 6:13
En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet.
2 Timotheüs 2:23
En verwerp de vragen, die dwaas en zonder lering zijn, wetende, dat zij twistingen voortbrengen.
Jakobus 3:14-16
Maar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid.
Jakobus 3:18
En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.
3 Johannes 1:9-10
Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd