Spreuken 7:23

Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is.

Prediker 9:12

Dat ook de mens zijn tijd niet weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, alzo worden de kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve haastelijk over hen valt.

Numberi 25:8-9

En hij ging den Israelietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak hen beiden, den Israelietischen man en de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag van over de kinderen Israels opgehouden.

Spreuken 1:17

Zekerlijk, het net wordt tevergeefs gespreid voor de ogen van allerlei gevogelte;

Spreuken 9:18

Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain