Spreuken 7:24

Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds.

Spreuken 5:7

Nu dan, gij kinderen! hoort naar mij, en wijkt niet van de redenen mijns monds.

Spreuken 4:1

Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.

Spreuken 8:32-33

Nu dan, kinderen! hoort naar Mij; want welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren.

1 Corinthiërs 4:14-15

Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als mijn lieve kinderen vermaan ik u.

Galaten 4:19

Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge.

1 Johannes 2:1

Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain