Spreuken 7:25
Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden.
Spreuken 5:8
Maak uw weg verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis;
Psalmen 119:176
Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.
Spreuken 4:14-15
Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.
Spreuken 5:23
Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, en in de grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen.
Spreuken 6:25
Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden.
Spreuken 23:31-33
Zie den wijn niet aan, als hij zich rood vertoont, als hij in den beker zijn verve geeft, als hij recht opgaat;
Jesaja 53:6
Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen.
Mattheüs 5:28
Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd