Meest Populaire Bijbelverzen in 1 Samuël 25

1 Samuël Rang:

95
VersbegrippenAfwerpenWeerhouden Van DodenNiet Wreken

En nu, mijn heer! zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is de HEERE, Die u verhinderd heeft van te komen met bloedstorting, dat uw hand u zou verlossen; en nu, dat als Nabal worden uw vijanden, en die tegen mijn heer kwaad zoeken!

250
VersbegrippenMenselijk HartMenselijke EmotieZieke Individuen

Het geschiedde nu in den morgen, toen de wijn van Nabal gegaan was, zo gaf hem zijn huisvrouw die woorden te kennen. Toen bestierf zijn hart in het binnenste van hem, en hij werd als een steen.

333
VersbegrippenGeschenken

En nu, dit is de zegen, dien uw dienstmaagd mijn heer toegebracht heeft, dat hij gegeven worde den jongelingen, die mijns heren voetstappen nawandelen.

367
VersbegrippenElkaar VergevenVijanden BevechtenDe Anderen Die Je Kwetsten Vergeven

Vergeef toch aan uw dienstmaagd de overtreding, want de HEERE zal zekerlijk mijn heer een bestendig huis maken, dewijl mijn heer de oorlogen des HEEREN oorloogt, en geen kwaad bij u gevonden is van uw dagen af.

383
VersbegrippenBegraafplaatsRouwendenDe Dood Van Anderen Berouwen

En Samuel stierf; en gans Israel vergaderde zich, en zij bedreven rouw over hem, en begroeven hem in zijn huis te Rama. En David maakte zich op, en toog af naar de woestijn Paran.

404
VersbegrippenGeitenSchapenHerder Als BeroepSchapen ScherenDuizend DierenDrieduizend En MeerRijke Mensen

En er was een man te Maon, en zijn bedrijf was te Karmel; en die man was zeer groot, en hij had drie duizend schapen, en duizend geiten; en hij was in het scheren zijner schapen te Karmel.

407
VersbegrippenSaul En David

En het zal geschieden, als de HEERE mijn heer naar al het goede doen zal, dat Hij over u gesproken heeft, en Hij u gebieden zal een voorganger te zijn over Israel;

412
VersbegrippenAfwerpenWeerhouden Van DodenMensen GedenkenNiet Wreken

Zo zal dit u, mijn heer, niet zijn tot wankeling, noch aanstoot des harten, te weten, dat gij bloed zonder oorzaak zoudt vergoten hebben, en dat mijn heer zichzelven zou verlost hebben; en als de HEERE mijn heer weldoen zal, zo zult gij uwer dienstmaagd gedenken.

428
VersbegrippenPlassenDood Van Alle Mannen

Want voorzeker, de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!

429
VersbegrippenZegen De Heer!

Toen zeide David tot Abigail: Gezegend zij de HEERE, de God Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft!

458
VersbegrippenWeerhouden Van DodenNiet Wreken

En gezegend zij uw raad en gezegend zijt gij, dat gij mij te dezen dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn hand mij verlost zou hebben!

470
VersbegrippenVoedselVijgenboomGraanRozijnenSchapenGewichten En Maten, DroogVijgenHonderdNummer TweehonderdGedroogd FruitHoeveelheiden WijnHaastige ActieAndere Inhoudsmaten

Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd broden, en twee lederzakken wijns, en vijf toebereide schapen, en vijf maten geroost koren, en honderd stukken rozijnen, en tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen.

494

Als nu de knechten van David tot Abigail gekomen waren te Karmel, zo spraken zij tot haar, zeggende: David heeft ons tot u gezonden, dat hij zich u ter vrouwe neme.

496
VersbegrippenAanvaarden Van Geschenken

Toen nam David uit haar hand, wat zij hem gebracht had; en hij zeide tot haar: Trek met vrede op naar uw huis; zie, ik heb naar uw stem gehoord, en heb uw aangezicht aangenomen.

502
VersbegrippenSlingersStenen Werpen

Wanneer een mens opstaan zal om u te vervolgen, en om uw ziel te zoeken, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundeltje der levenden bij den HEERE, uw God; maar de ziel uwer vijanden zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers.

504
VersbegrippenDageraadGulzigheidFeestenUitspattingOnthouding Van DrinkenBanketten, activiteitenVoorbeelden Van DronkenschapVrolijkheidFeestvreugdeDronken PersonenZij Die Niets Zeggen

Toen nu Abigail tot Nabal kwam, ziet, zo had hij een maaltijd in zijn huis, als eens konings maaltijd; en het hart van Nabal was vrolijk op denzelven, en hij was zeer dronken; daarom gaf zij hem niet een woord, klein noch groot, te kennen, tot aan het morgenlicht.

537
VersbegrippenGedragIntelligentieUiterlijke VerschijningVoorbeelden Van EgoïsmeVoorbeelden Van Goede EchtgenotesSchoonheid In VrouwenOnbeleefdheidDe Schoonheid Van VrouwenSchoonheid Van De NatuurEen Goede VrouwInnerlijke SchoonheidSchoonheid En ZelfwaardeEen Goede EchtgenootMooie Vrouwen

En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet.

547
VersbegrippenVijf MensenOp Ezels Rijden

Abigail nu haastte, en maakte zich op, en zij reed op een ezel, met haar vijf jonge maagden, die haar voetstappen nawandelden; zij dan volgde de boden van David na, en zij werd hem ter huisvrouw.

566
VersbegrippenGoddelijke BeperkingenHoofdenTerughoudendheidGod Draait Het Kwaad TerugGod Die BetuigtZegen De Heer!

Toen David hoorde, dat Nabal dood was, zo zeide hij: Gezegend zij de HEERE, Die den twist mijner smaadheid getwist heeft van de hand van Nabal, en heeft zijn knecht onthouden van het kwade, en dat de HEERE het kwaad van Nabal op zijn hoofd heeft doen wederkeren! En David zond heen, en liet met Abigail spreken, dat hij ze zich ter vrouwe nam.

596
VersbegrippenVoorbeelden Van MinachtingOngastvrijheidOntrouwOntsnappen Aan MensenWie Is Dit?Andere Onbelangrijke MensenIk Ben Onbelangrijk

En Nabal antwoordde den knechten van David, en zeide: Wie is David, en wie is de zoon van Isai? Er zijn heden vele knechten, die zich afscheuren, elk van zijn heer.

611
VersbegrippenPlassenDood Van Alle Mannen

Zo doe God aan de vijanden van David, en zo doe Hij daartoe, indien ik van allen, die hij heeft, iets tot morgen overlaat, dat mannelijk is!

616
VersbegrippenDochtersVrouwen OverdragenVagevuur

Want Saul had zijn dochter Michal, de huisvrouw van David, gegeven aan Palti, den zoon van Lais, die van Gallim was.

622
VersbegrippenGroetenAndere Mensen BeledigenVertellen Over Gebeurtenissen

Doch een jongeling uit de jongelingen boodschapte het aan Abigail, de huisvrouw van Nabal, zeggende: Zie, David heeft boden gezonden uit de woestijn, om onzen heer te zegenen; maar hij is tegen hen uitgevaren.

627
VersbegrippenVoorbeelden Van DwaasheidDwaze MensenMensen Met Toepasselijke Namen

Mijn heer stelle toch zijn hart niet aan dezen Belials man, aan Nabal; want gelijk zijn naam is, alzo is hij; zijn naam is Nabal, en dwaasheid is bij hem; en ik, uw dienstmaagd, heb de jongelingen van mijn heer niet gezien, die gij gezonden hebt.

643
VersbegrippenBuigenBuigingGroetenAfstijgenBuigen Voor David

Toen nu Abigail David zag, zo haastte zij zich, en kwam van den ezel af, en zij viel voor het aangezicht van David op haar aangezicht, en zij boog zich ter aarde.

673
VersbegrippenDe Vrouwen Van David

Ook nam David Ahinoam van Jizreel; alzo waren ook die beiden hem tot vrouwen.

678
VersbegrippenDoodstrafTien Of Meer DagenGod DodendGod Doodt Individuen

En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo sloeg de HEERE Nabal, dat hij stierf.

693
VersbegrippenNummer TweehonderdVier- Tot VijfhonderdVier- En VijfhonderdBaggage

David dan zeide tot zijn mannen: Een iegelijk gorde zijn zwaard aan. Toen gordde een iegelijk zijn zwaard aan, en David gordde ook zijn zwaard aan; en zij togen op achter David, omtrent vierhonderd man, en daar bleven er tweehonderd bij het gereedschap.

703
VersbegrippenTemperament

Weet dan nu, en zie, wat gij doen zult; want het kwaad is ten volle over onzen heer besloten, en over zijn ganse huis; en hij is een zoon Belials, dat men hem niet mag aanspreken.

711
VersbegrippenVoeten WassenVoetenGastenParaatheidVoetenwassingReine Voeten

Toen stond zij op, en neigde zich met het aangezicht ter aarde, en zij zeide: Ziet, uw dienstmaagd zij tot een dienares, om de voeten der knechten mijns heren te wassen.

717
VersbegrippenVoetenBuigen Voor David

En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd.

720
VersbegrippenSchapen Scheren

Als David hoorde in de woestijn, dat Nabal zijn schapen schoor,

722
VersbegrippenMurenDag En Nacht BeschermingFiguurlijke Muren

Zij zijn een muur om ons geweest, zo bij nacht als bij dag, al de dagen, die wij bij hen geweest zijn, weidende de schapen.

726
VersbegrippenHerder Als Beroep

Nochtans zijn zij ons zeer goede mannen geweest; en wij hebben geen smaadheid geleden, en wij hebben niets gemist al de dagen, die wij met hen verkeerd hebben, toen wij op het veld waren.

730
VersbegrippenVleesWaterGeen Mensenkennis Hebben

Zou ik dan mijn brood, en mijn water, en mijn geslacht vlees nemen, dat ik voor mijn scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven, die ik niet weet, van waar zij zijn?

733
VersbegrippenTien MensenGesproken Groet

Zo zond David tien jongelingen; en David zeide tot de jongelingen: Gaat op naar Karmel, en als gij tot Nabal komt, zo zult gij hem in mijn naam naar den welstand vragen;

741
VersbegrippenGezondheidGroetenFamilie Eerst

En zult alzo zeggen tot dien welvarende: Vrede zij u, en uw huize zij vrede, en alles, wat gij hebt, zij vrede!

764
VersbegrippenGenade In Menselijke Relaties

Vraag het uw jongelingen, en zij zullen het u te kennen geven. Laat dan deze jongelingen genade vinden in uw ogen, want wij zijn op een goeden dag gekomen; geef toch uw knechten, en uw zoon David, hetgeen uw hand vinden zal.

768
VersbegrippenMensen Die Wachten

Toen de jongelingen van David gekomen waren, en in Davids naam naar al die woorden tot Nabal gesproken hadden, zo hielden zij stil.

775
VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

Toen keerden zich de jongelingen van David naar hun weg; en zij keerden weder, en kwamen, en boodschapten hem achtervolgens al deze woorden.

785
VersbegrippenOp Ezels Rijden

Het geschiedde nu, toen zij op den ezel reed, en dat zij afkwam in het verborgene des bergs, en ziet, David en zijn mannen kwamen af haar tegemoet, en zij ontmoette hen.

787
VersbegrippenOndankbaarheidMenselijke BeloningManierenNutteloze ArbeidMensen Die Kwaad Berokkenen

David nu had gezegd: Trouwens ik heb te vergeefs bewaard al wat deze in de woestijn heeft, alzo dat er niets van alles, wat hij heeft, gemist is; en hij heeft mij kwaad voor goed vergolden.

795
VersbegrippenSchapenSchapen ScherenSamenleven

En nu, ik heb gehoord, dat gij scheerders hebt; nu, de herders, die gij hebt, zijn bij ons geweest; wij hebben hun geen smaadheid aangedaan, en zij hebben ook niets gemist al de dagen, die zij te Karmel geweest zijn.

800
VersbegrippenZij Die Niets Zeggen

En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.