Meest Populaire Bijbelverzen in 1 Samuël 8

1 Samuël Rang:

30
VersbegrippenToelichtingenDe Aard Van KoningenBesteed Aandacht Aan Mensen!

Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal.

41

Samuel nu zeide al de woorden des HEEREN het volk aan, hetwelk een koning van hem begeerde.

60
VersbegrippenDienaren Van De MensVerlies Van Ezels

En hij zal uw knechten, en uw dienstmaagden, en uw beste jongelingen, en uw ezelen nemen, en hij zal zijn werk daarmede doen.

62
VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenPloegenWapensPloegerOpdracht

En dat hij hen zich stelle tot oversten der duizenden, en tot oversten der vijftigen; en dat zij zijn akker ploegen, en dat zij zijn oogst oogsten, en dat zij zijn krijgswapenen maken, mitsgaders zijn wapentuig.

67
VersbegrippenStrijdwagensPaardenDe Aard En Bron Van OnrechtRennenLijdende Kinderen

En zeide: Dit zal des konings wijze zijn, die over u regeren zal: hij zal uw zonen nemen, dat hij hen zich stelle tot zijn wagen, en tot zijn ruiteren, dat zij voor zijn wagen henen lopen;

78
VersbegrippenBezittingen Nemen

En uw akkers, en uw wijngaarden, en uw olijfgaarden, die de beste zijn, zal hij nemen, en zal ze aan zijn knechten geven.

83
VersbegrippenMeisjesBakkersBakkenSoorten Van Kunst En AmbachtenParfumBrood BakkenKoken

En uw dochteren zal hij nemen tot apothekeressen, en tot keukenmaagden, en tot baksters.

89
VersbegrippenTiende Voor Mensen

En uw zaad, en uw wijngaarden zal hij vertienen, en hij zal ze aan zijn hovelingen, en aan zijn knechten geven.

93

Het geschiedde nu, toen Samuel oud geworden was, zo stelde hij zijn zonen tot richters over Israel.

108
VersbegrippenGod Die Niet Antwoordt

Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien gij u zult verkoren hebben, maar de HEERE zal u te dien dage niet verhoren.

152
VersbegrippenBesteed Aandacht Aan Mensen!

De HEERE nu zeide tot Samuel: Hoor naar hun stem, en stel hun een koning. Toen zeide Samuel tot de mannen van Israel: Gaat heen, een iegelijk naar zijn stad.

191
VersbegrippenGroepen Van SlavenTiende Voor Mensen

Hij zal uw kudden vertienen; en gij zult hem tot knechten zijn.

230
VersbegrippenHoudingen Van AfwijzingOverheidDe Invloed Van God KennenAfwijzing Van GodTheorcratieOpstand Tegen God Getoond InBesteed Aandacht Aan Mensen!AfwijzingLuisteren Naar God

Doch de HEERE zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn.

234
VersbegrippenTheorcratieEigen Wil

Doch het volk weigerde Samuels stem te horen; en zij zeiden: Neen, maar er zal een koning over ons zijn.

241
VersbegrippenZoals De NatiesVijanden Bevechten

En wij zullen ook zijn gelijk al de volken; en onze koning zal ons richten, en hij zal voor onze aangezichten uitgaan, en hij zal onze krijgen voeren.

252
VersbegrippenEerstgeboren ZonenIsraël Beoordelen

De naam van zijn eerstgeborenen zoon nu was Joel, en de naam van zijn tweeden was Abia; zij waren richters te Ber-seba.

263
VersbegrippenPolitieke LeidersHet Goede Niet ImiterenZoals De Naties

En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben.

296
VersbegrippenMensen Die Betrokken Zijn Bij Het OordeelMensen Niet BehagenGenoemde Personen Die Baden

Maar dit woord was kwaad in de ogen van Samuel, als zij zeiden: Geef ons een koning, om ons te richten. En Samuel bad den HEERE aan.

314
VersbegrippenGod Hoort

Als Samuel al de woorden des volks gehoord had, zo sprak hij dezelve voor de oren des HEEREN.

334
VersbegrippenGod VerzakenAfwijzing Van GodAndere GodenGod Haalt Israël Uit Egypte

Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook.

399
VersbegrippenDe Ouderen Die Bijeenkomen

Toen vergaderden zich alle oudsten van Israel, en zij kwamen tot Samuel te Rama;