Meest Populaire Bijbelverzen in 2 Samuël 15

2 Samuël Rang:

15
VersbegrippenConcubinesTien Mensen

En de koning ging uit met zijn ganse huis te voet; doch de koning liet tien bijwijven, om het huis te bewaren.

57
VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenBeëindigingStilstaan

Als nu de koning met al het volk te voet was uitgegaan, zo bleven zij staan in een verre plaats.

121
VersbegrippenPasserenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

En al zijn knechten gingen aan zijn zijde heen, ook al de Krethi en al de Plethi, en al de Gethieten, zeshonderd man, die van Gath te voet gekomen waren, gingen voor des konings aangezicht heen.

136
VersbegrippenTrouwGoede DienarenVoorbeelden Van VriendschapKameraadschapLeven En Dood

Maar Ithai antwoordde den koning, en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, en mijn heer de koning leeft, in de plaats, waar mijn heer de koning zal zijn, hetzij ten dode, hetzij ten leven, daar zal uw knecht voorzeker ook zijn!

158
VersbegrippenValleienTijdelijk Verblijf In De Wildernis

En het ganse land weende met luider stem, als al het volk overging; ook ging de koning over de beek Kidron, en al het volk ging over, recht naar den weg der woestijn.

174

Zo zeide de koning tot Ithai, den Gethiet: Waarom zoudt gij ook met ons gaan? Keer weder, en blijf bij den koning; want gij zijt vreemd, en ook zult gij weder vertrekken naar uw plaats.

188
VersbegrippenLevietenDe Ark In JeruzalemPriesters In Actie

En ziet, Zadok was ook daar, en al de Levieten met hem, dragende de ark des verbonds van God, en zij zetten de ark Gods neder; en Abjathar klom op, totdat al het volk uit de stad geeindigd had over te gaan.

230
VersbegrippenWachtenMensen Die WachtenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Zie, ik zal vertoeven in de vlakke velden der woestijn, totdat er een woord van ulieden kome, dat men mij aanzegge.

241
VersbegrippenDe Ark In Jeruzalem

Alzo bracht Zadok, en Abjathar, de ark Gods weder te Jeruzalem, en zij bleven aldaar.

245
VersbegrippenOntslagGod Niet BehagenGods Wil Geschiedt

Maar indien Hij alzo zal zeggen: Ik heb geen lust tot u; zie, hier ben ik, Hij doe mij, zo als het in Zijn ogen goed is.

264
VersbegrippenZwervers

Gisteren zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om te gaan? Zo ik toch gaan moet, waarheen ik gaan kan, keer weder; en breng uw broederen wederom; weldadigheid en trouw zij met u.

291
VersbegrippenZieners

Voorts zeide de koning tot den priester Zadok: Zijt gij niet een ziener? Keer weder in de stad met vrede; ook ulieder beide zonen, Ahimaaz, uw zoon, en Jonathan, Abjathars zoon, met u.

296
VersbegrippenZware Last

En David zeide tot hem: Zo gij met mij voortgaat, zo zult gij mij tot een last zijn;

314
VersbegrippenInformatie Geven

En zijn niet Zadok en Abjathar, de priesters, aldaar met u? Zo zal het geschieden, dat gij alle ding, dat gij uit des konings huis zult horen, den priesteren, Zadok en Abjathar, zult te kennen geven.

380

Toen zeide David tot Ithai: Zo kom, en ga over. Alzo ging Ithai, de Gethiet, over, en al zijn mannen, en al de kinderen die met hem waren.

410
VersbegrippenStrijdwagensPaardenMisbruik Van LiefdeRennenVoorbodeDe Jaren Vijftig

En het geschiedde daarna, dat Absalom zich liet bereiden wagenen en paarden, en vijftig mannen, lopende voor zijn aangezicht henen.

431
VersbegrippenBlote VoetenHoofdbedekkingZelfmedelijdenEmotionele Aspecten Van LijdenSluiersHuilenSchoenen

En David ging op door den opgang der olijven, opgaande en wenende, en het hoofd was hem bewonden; en hij zelf ging barrevoets; ook had al het volk, dat met hem was, een iegelijk zijn hoofd bedekt, en zij gingen op, opgaande en wenende.

436
VersbegrippenRaadgeversSamenzweringenDwaze MensenGenoemde Personen Die BadenSamenzwering

Toen gaf men David te kennen, zeggende: Achitofel is onder degenen, die zich met Absalom hebben verbonden. Dies zeide David: O, HEERE! maak toch Achitofels raad tot zotheid.

443
VersbegrippenStof Op Het HoofdZij Die Kledij Verscheurden

En het geschiedde, als David tot op de hoogte kwam, dat hij aldaar God aanbad; ziet, toen ontmoette hem Husai, de Archiet, hebbende zijn rok gescheurd, en aarde op zijn hoofd.

449
VersbegrippenPoortenWegenIn De Poort StaanZij Die Vroeg OpstondenWaar Vandaan?

Ook maakte zich Absalom des morgens vroeg op, en stond aan de zijde van den weg der poort. En het geschiedde, dat Absalom allen man, die een geschil had, om tot den koning ten gerichte te komen, tot zich riep, en zeide: Uit welke stad zijt gij? Als hij dan zeide: Uw knecht is uit een der stammen Israels;

467

Ten einde nu van veertig jaren is het geschied, dat Absalom tot den koning zeide: Laat mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik den HEERE beloofd heb, te Hebron betalen.

468
VersbegrippenDe Ark In JeruzalemHerstel Van Mensen

Toen zeide de koning tot Zadok: Breng de ark Gods weder in de stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal Hij mij wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning.

486
VersbegrippenBoodschapperNieuws

Toen kwam er een boodschapper tot David, zeggende: Het hart van een iegelijk in Israel volgt Absalom na.

492
VersbegrippenRaadgeversSamenzweringenVermenigvuldigende MensenSamenzwering

Absalom zond ook om Achitofel, den Giloniet, Davids raad, uit zijn stad, uit Gilo te halen, als hij offeranden offerde. En de verbintenis werd sterk, en het volk kwam toe en vermeerderde bij Absalom.

504

Maar zo gij weder in de stad gaat, en tot Absalom zegt: Uw knecht, ik zal des konings zijn; ik ben wel uws vaders knecht van te voren geweest, maar nu zal ik uw knecht zijn; zo zoudt gij mij den raad van Achitofel te niet maken.

517
VersbegrippenHet Rijk Van DavidKinderen, Slechte KinderenOpstand Tegen Menselijke AutoriteitGeheimhoudingTrompetOntrouw Tegenover De MensVoorbeelden Van Goddeloze KinderenTrompetten Voor De VieringSpioneren

Absalom nu had verspieders uitgezonden in alle stammen van Israel, om te zeggen: Als gij het geluid der bazuin zult horen, zo zult gij zeggen: Absalom is koning te Hebron.

529
VersbegrippenHerstel Van Mensen

Want uw knecht heeft een gelofte beloofd, als ik te Gesur in Syrie woonde, zeggende: Indien de HEERE mij zekerlijk weder te Jeruzalem zal brengen, zo zal ik den HEERE dienen.

538

En naar die wijze deed Absalom aan gans Israel, die tot den koning ten gerichte kwamen. Alzo stal Absalom het hart der mannen van Israel.

575
VersbegrippenBeweringen

Zo zeide Absalom tot hem: Zie, uw zaken zijn goed en recht; maar gij hebt geen verhoorder van des konings wege.

587
VersbegrippenRechtersVoorbeelden Van Wereldlijke AmbitieMan Die Aanduidt

Voorts zeide Absalom: Och, dat men mij ten rechter stelde in het land! Dat alle man tot mij kwame, die een geschil of rechtzaak heeft, dat ik hem recht sprake.

610
VersbegrippenDingen Kiezen

Toen zeiden de knechten des konings tot den koning: Naar alles, wat mijn heer de koning verkiezen zal, ziet, hier zijn uw knechten.

622
VersbegrippenMensen Die KussenBuigenKussen

Het geschiedde ook, als iemand naderde, om zich voor hem te buigen, zo reikte hij zijn hand uit, en greep hem, en kuste hem.

629
VersbegrippenVoorbeelden Van OorlogHaastDesertieOntsnappen Aan MensenAnderen Opjagen

Zo zeide David tot al zijn knechten, die met hem te Jeruzalem waren: Maakt u op, en laat ons vlieden, want er zou voor ons geen ontkomen zijn voor Absaloms aangezicht; haast u, om weg te gaan, opdat hij niet misschien haaste, en ons achterhale, en een kwaad over ons drijve, en deze stad sla met de scherpte des zwaards.

637
VersbegrippenGastenNummer TweehonderdPleidooi Van OnschuldOnwetendheid Van Feiten

En er gingen met Absalom van Jeruzalem tweehonderd mannen, genodigd zijnde, doch gaande in hun eenvoudigheid, want zij wisten van geen zaak.

642

Toen zeide de koning tot hem: Ga in vrede. Alzo maakte hij zich op, en ging naar Hebron.

655

Ziet, hun beide zonen zijn aldaar bij hen, Ahimaaz, Zadoks, en Jonathan, Abjathars zoon; zo zult gijlieden door hun hand tot mij zenden alle ding, dat gij zult horen.

671
VersbegrippenVoorbeelden Van VriendschapSteden Binnengaan

Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem.