Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 25

Genesis Rang:

200
VersbegrippenMenselijke EedOvergeven Aan Verleiding

Toen zeide Jakob: Zweer mij op dezen dag! en hij zwoer hem; en hij verkocht aan Jakob zijn eerstgeboorte.

239
VersbegrippenBrood Als VoedselGroentenZij Die Maaltijden AanbodenLente

En Jakob gaf aan Ezau brood, en het linzenkooksel; en hij at en dronk, en hij stond op en ging heen; alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte.

241
VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt Binnenkort

En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte?

258
VersbegrippenVoorbeelden Van VadersVooroordeelSmaakPartijdigheidZij Die LiefhaddenFavoriet Van De MensHertWedstrijden

En Izak had Ezau lief; want het wildbraad was naar zijn mond; maar Rebekka had Jakob lief.

339
VersbegrippenOuderschapFamilie Geschil

Dit nu zijn de geboorten van Izak, den zoon van Abraham: Abraham gewon Izak.

350
VersbegrippenOvergeven Aan VerleidingVoedsel VragenRode LichamenMensen Met Toepasselijke Namen

En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moede; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom.

411
VersbegrippenGeboorterecht

Toen zeide Jakob: Verkoop mij op dezen dag uw eerstgeboorte.

422
VersbegrippenJagenStilteVaardigheidTentenBoogschutters, MannenOpgroeienMannen Van VredeBuiten Het HuisOuderschap

Als nu deze jongeren groot werden, werd Ezau een man, verstandig op de jacht, een veldman; maar Jakob werd een oprecht man, wonende in tenten.

457
VersbegrippenConcubinesAbraham, Beproeving En OverwinningTweede HuwelijkVrouwSarah

En Abraham voer voort, en nam een vrouw, wier naam was Ketura.

471
VersbegrippenVoorbeelden Van OnvruchtbaarheidOnvruchtbare VrouwenHandicapsBevallingMateriële ErfenisVoorbeelden Van MoedersNageslachtGebed Als Vraag Voor GodZwangerschapVrouwenKinderloosheidOpvattingDe Belofte Van Een BabyOnvruchtbaarheidEen Baby Verwachten

En Izak bad den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd.

490
VersbegrippenBaby's In De BaarmoederFavoritismeJacob De PatriarchAfhankelijkheidTwee GroepenFrisse JeugdBaarmoederMensen DienenSterke NatiesTegenslag Overwinnen

En de HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee natien zullen zich uit uw ingewand van een scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen.

501
VersbegrippenKoken, Verschillende Soorten VoedselOvergeven Aan VerleidingGroentenWeedKokenVoorbereiden

En Jakob had een kooksel gekookt; en Ezau kwam uit het veld, en was moede.

541
VersbegrippenHakkenInhaligMensen Met Toepasselijke NamenTweelingbroers

En daarna kwam zijn broeder uit, wiens hand Ezau's verzenen hield; daarom noemde men zijn naam Jakob. En Izak was zestig jaren oud, als hij hen gewon.

604
VersbegrippenSarah

Dit nu zijn de geboorten van Ismael, den zoon van Abraham, dien Hagar, de Egyptische, dienstmaagd van Sara, Abraham gebaard heeft.

610
VersbegrippenBaby's In De BaarmoederMensen UitputtenWaarom Gebeurt Dit?Elkaar BevechtenWorstelingDe Strijd Des LevensFamilie GeschilWorstelingenEen Baby Verwachten

En de kinderen stieten zich samen in haar lichaam. Toen zeide zij: Is het zo? waarom ben ik dus? en zij ging om den HEERE te vragen.

613
VersbegrippenEerstgeboreneEerstgeboren Zonen

En dit zijn de namen der zonen van Ismael, met hun namen naar hun geboorten. De eerstgeborene van Ismael, Nabajoth; daarna Kedar, en Adbeel, en Mibsam,

653
VersbegrippenVeertig JaarGenoemde Zusters

En Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter van Betuel, den Syrier, uit Paddan-Aram, de zuster van Laban, den Syrier, zich ter vrouw nam.

676
VersbegrippenGrottenGrotten Als BegraafplaatsGrotten Als Graven

En Izak en Ismael, zijn zonen, begroeven hem, in de spelonk van Machpela, in den akker van Efron, den zoon van Zohar, den Hethiet, welke tegenover Mamre is;

681
VersbegrippenGezegend Door God

En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn zoon, zegende; en Izak woonde bij de put Lachai-Roi.

684
VersbegrippenTegengestelde Kanten

En zij woonden van Havila tot Sur toe, hetwelk tegenover Egypte is, daar gij gaat naar Assur; hij heeft zich nedergeslagen voor het aangezicht van al zijn broederen.

696

En zij baarde hem Zimran en Joksan, en Medan en Midian, en Jisbak en Suah.

709
VersbegrippenEerst ZijnBuitenkledijHarige MensenRode LichamenTweelingbroersKleurHaar

En de eerste kwam uit, ros; hij was geheel als een haren kleed; daarom noemden zij zijn naam Ezau.

716
VersbegrippenDood, Middelen VanHet HiernamaalsVerouderenVoorbeelden Van Dood Van De HeiligenVerzameld Door Zijn VolkDoodLeeftijd

En Abraham gaf den geest en stierf, in goede ouderdom, oud en des levens zat, en hij werd tot zijn volken verzameld.

753
VersbegrippenTweelingenBaarmoeder

Als nu haar dagen vervuld waren om te baren, ziet, zo waren tweelingen in haar buik.

810
VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd, LevensduurLeeftijd Bij OverlijdenDood Van Een VaderLeeftijd

Dit nu zijn de dagen der jaren des levens van Abraham, welke hij geleefd heeft, honderd vijf en zeventig jaren.

899
VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd Bij OverlijdenVerzameld Door Zijn Volk

En dit zijn de jaren des levens van Ismael, honderd zeven en dertig jaren; en hij gaf den geest, en stierf, en hij werd verzameld tot zijn volken.

908
VersbegrippenKamp Van IsraëlKastelenHeersersTwaalf Wezens

Deze zijn de zonen van Ismael, en dit zijn hun namen, in hun dorpen en paleizen, twaalf vorsten naar hun volken.

909

In den akker, dien Abraham van de zonen Heths gekocht had, daar is Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw.

914
VersbegrippenTroepen Die Weggestuurd Worden

Maar aan de zonen der bijwijven, die Abraham had, gaf Abraham geschenken; en zond hen weg van zijn zoon Izak, terwijl hij nog leefde, oostwaarts naar het land van het Oosten.

983

En Joksan gewon Seba en Dedan; en de zonen van Dedan waren de Assurieten, en Letusieten, en Leummieten.

1017

En Misma, en Duma, en Massa,

1031

En de zonen van Midian waren Efa en Efer, en Henoch en Abida, en Eldaa. Deze allen waren zonen van Ketura.

1036

Hadar en Thema, Jetur, Nafis en Kedma.