Meest Populaire Bijbelverzen in Job 29

Job Rang:

433
VersbegrippenProvisies Van Rotsen

Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken uitgoot;

452
VersbegrippenStadspleinenAan De Poort Zitten

Toen ik uitging naar de poort door de stad, toen ik mijn stoel op de straat liet bereiden.

475

En Job ging voort zijn spreuk op te heffen, en zeide:

489
VersbegrippenGod Houdt De WachtGoddelijke WaakzaamheidHet VerledenBehoud

Och, of ik ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, toen God mij bewaarde!

504
VersbegrippenHoofdbedekkingHoofddekselBekleed Met GerechtigheidMensen In Rechtvaardigheid

Ik bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed.

732
VersbegrippenNestenVals VertrouwenThuisZandValse VeiligheidOntslag Tot De DoodLang LevenZand En Grind

En ik zeide: Ik zal in mijn nest den geest geven, en ik zal de dagen vermenigvuldigen als het zand.

742
VersbegrippenAanbeveling

Als een oor mij hoorde, zo hield het mij gelukzalig; als mij een oog zag, zo getuigde het van mij.

752
VersbegrippenWeduwesMensen Die ZegenenVreugde Over Gerechtigheid

De zegen desgenen, die verloren ging, kwam op mij; en het hart der weduwe deed ik vrolijk zingen.

771
VersbegrippenHandicapsKreupelheid

Den blinden was ik tot ogen, en den kreupelen was ik tot voeten.

773
VersbegrippenLampenGod Geeft Licht

Toen Hij Zijn lamp deed schijnen over mijn hoofd, en ik bij Zijn licht de duisternis doorwandelde;

774
VersbegrippenGoede Voorbeelden Van KinderenBeste VriendenMenselijke Natuur

Gelijk als ik was in de dagen mijner jonkheid, toen Gods verborgenheid over mijn tent was;

851
VersbegrippenBogen En Pijlen, Symbolen Van KrachtIllustraties Van Bogen En PijlenVernieuwing

Mijn heerlijkheid was nieuw bij mij, en mijn boog veranderde zich in mijn hand.

857
VersbegrippenIndividuen Die Niet Spreken

Zij hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn raad.

912
VersbegrippenTandenTandheelkundeTanden BrekenIndividuen Die Anderen Redden

En ik verbrak de baktanden des verkeerden, en wierp den roof uit zijn tanden.

922
VersbegrippenRegenBronWeer Zoals In Gods OordeelLicht Van Gods Mensen

Want zij wachtten naar mij, gelijk naar den regen, en sperden hun mond open, als naar den spaden regen.

956
VersbegrippenPlicht Tegenover GetroffenenOp de Juiste Wijze LerenMenselijk ComfortDe Aard Van Koningen

Verkoos ik hun weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als een koning onder de benden, als een, die treurigen vertroost.

961
VersbegrippenIndividuen Die Niet Spreken

De oversten hielden de woorden in, en leiden de hand op hun mond.

982
VersbegrippenGlimlachenSereniteit

Lachte ik hun toe, zij geloofden het niet; en het licht mijns aangezichts deden zij niet nedervallen.

987
VersbegrippenIndividuen Die Niet SprekenMensen Die Stil Zijn

Na mijn woord spraken zij niet weder, en mijn rede drupte op hen.

995
VersbegrippenIndividuen Die Niet Spreken

De stem der vorsten verstak zich, en hun tong kleefde aan hun gehemelte.

1005
VersbegrippenTakken, Figuurlijk GebruiktDauwMetaforisch Bewateren

Mijn wortel was uitgebreid aan het water, en dauw vernachtte op mijn tak.

1019
VersbegrippenHoudingen Van OuderdomJeugdRespect Voor Oude MensenZich Verbergen Voor MensenGewoonte Om Op Te Staan

De jongens zagen mij, en verstaken zich, en de stokouden rezen op en stonden.

1068
VersbegrippenDe AlmachtigeGod Met Specifieke Mensen

Toen de Almachtige nog met mij was, en mijn jongens rondom mij;