23 Bijbelvers over Mannen Aan Het Werk
Meest relevante verzen
Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete.
Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.
Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren.
Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt.
En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op! En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen.
Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Alle rede Gods is doorlouterd; Hij is een Schild dengenen, die op Hem betrouwen. Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen;
Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden.
Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot den eersten, zeide: Zoon! ga heen, werk heden in mijn wijngaard.
Twee zullen op den akker zijn; de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Zo zend mij nu een wijzen man, om te werken in goud, en in zilver, en in koper, en in ijzer, en in purper, en karmozijn, en hemelsblauw, en die weet graveerselen te graveren, met de wijzen, die bij mij zijn in Juda en in Jeruzalem, die mijn vader David beschikt heeft.
Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks.
Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
Toen zeide haar schoonmoeder tot haar: Waar hebt gij heden opgelezen, en waar hebt gij gewrocht? Gezegend zij, die u gekend heeft! En zij verhaalde haar schoonmoeder, bij wien zij gewrocht had, en zeide: De naam des mans, bij welken ik heden gewrocht heb, is Boaz.
Wat heeft toch die mens van al zijn arbeid, en van de kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de zon?
Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten.
En ziet, een oud man kwam van zijn werk van het veld in den avond, welke man ook was van het gebergte van Efraim, doch als vreemdeling verkeerde te Gibea; maar de lieden dezer plaats waren kinderen van Jemini.
Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk.