29 Bijbelverzen over Rivieren

Meest relevante verzen

1 Koningen 17:4

En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.

Psalmen 42:1

Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!

Deuteronomium 8:7

Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten;

1 Koningen 17:7

En het geschiedde ten einde van vele dagen, dat de beek uitdroogde; want geen regen was in het land geweest.

1 Koningen 17:6

En de raven brachten hem des morgens brood en vlees, desgelijks brood en vlees des avonds; en hij dronk uit de beek.

Spreuken 18:4

De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.

1 Koningen 17:3

Ga weg van hier, en wend u naar het oosten, en verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.

Jesaja 30:25

En er zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen heuvel beekjes en watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer de torens vallen zullen.

Joël 3:18

En het zal te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, en de heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda vol van water gaan; en er zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren.

Jesaja 32:2

En die man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land.

Spreuken 5:16

Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, en de waterbeken op de straten;

Joël 1:20

Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd.

Leviticus 23:40

En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.

Numberi 21:14

(Daarom wordt gezegd in het boek van de oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen de beken Arnon,

Job 22:24

Dan zult gij het goud op het stof leggen, en het goud van Ofir bij den rotssteen der beken;

1 Koningen 17:5

Hij ging dan heen, en deed naar het woord des HEEREN; want hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.

Leviticus 11:9

Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;

Jesaja 19:6

Zij zullen ook de rivieren verre terugdrijven, zij zullen ze uithozen, en de gedamde stromen opdrogen; het riet en het schilf zullen verwelken.

Jeremia 31:9

Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechten weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben Israel tot een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene.

1 Kronieken 11:32

Hurai, van de beken van Gaas; Abiel; de Arbathiet;

Psalmen 110:7

Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.

Deuteronomium 10:7

Van daar reisden zij naar Gudgod, en van Gudgod naar Jotbath, een land van waterbeken.)

1 Koningen 18:40

En Elia zeide tot hen: Grijpt de profeten van Baal, dat niemand van hen ontkome. En zij grepen ze; en Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar.

Never miss a post

Public domain