46 Bible Verses about Valse Vrienden

Meest relevante verzen

Proverbs 19:4

Het goed brengt veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden.

Proverbs 27:6

De wonden des liefhebbers zijn getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden.

Jeremiah 9:4

Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt in achterklap.

Proverbs 26:19

Alzo is een man, die zijn naaste bedriegt, en zegt: Jok ik er niet mede?

Job 13:4

Want gewisselijk, gij zijt leugenstoffeerders; gij allen zijt nietige medicijnmeesters.

2 Corinthians 11:26

In het reizen menigmaal in gevaren van rivieren, in gevaren van moordenaars, in gevaren van mijn geslacht, in gevaren van de heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de woestijn, in gevaren op de zee, in gevaren onder de valse broeders;

1 John 3:18

Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid.

Micah 7:5

Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt.

1 John 4:1

Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.

Proverbs 27:5

Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde.

Proverbs 6:19

Een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.

Isaiah 56:12

Komt herwaarts, zeggen zij: ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, ja, groter, veel treffelijker.

Romans 16:17

En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.

Proverbs 17:17

Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren.

Philippians 1:18

Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.

Matthew 24:10

En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.

Philippians 1:15

Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid.

Luke 6:26

Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken, want hun vaders deden desgelijks den valsen profeten.

Proverbs 25:19

Het vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is als een gebroken tand en verstuikte voet.

Proverbs 13:20

Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

Proverbs 19:5

Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.

Jeremiah 23:34

En aangaande den profeet, of den priester, of het volk, dat zeggen zal: Des HEEREN last; dat Ik bezoeking zal doen over dien man en over zijn huis.

Exodus 23:7

Zijt verre van valse zaken; en den onschuldige en gerechtige zult gij niet doden; want Ik zal de goddeloze niet rechtvaardigen.

Isaiah 1:22

Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water.

Lamentations 2:14

Nun. Uw profeten hebben u ijdelheid en ongerijmdheid gezien, en zij hebben u uw ongerechtigheid niet geopenbaard, om uw gevangenis af te wenden, maar zij hebben voor u gezien ijdele lasten en uitstotingen.

Zechariah 13:3

En het zal geschieden, wanneer iemand meer profeteert, dat zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, tot hem zullen zeggen: Gij zult niet leven, dewijl gij valsheid gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, zullen hem doorsteken, wanneer hij profeteert.

1 Timothy 6:20

O Timotheus, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap;

2 Peter 2:3

En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet.

Proverbs 10:18

Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.

1 Kings 22:6

Toen vergaderde de koning van Israel de profeten, omtrent vierhonderd man, en hij zeide tot hen: Zal ik tegen Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zal ik het nalaten? En zij zeiden: Trek op, want de HEERE zal ze in de hand des konings geven.

Isaiah 9:15

Want de leiders dezes volks zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden ingeslokt.

Romans 12:9

De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.

Matthew 7:15

Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.

1 Kings 22:8

Toen zeide de koning van Israel tot Josafat: Er is nog een man, om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad: Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: De koning zegge niet alzo!

2 Corinthians 11:4

Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht.

Daniel 3:17

Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen.

John 2:3

En als er wijn ontbrak, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn.

Malachi 2:13

Dit tweede doet gijlieden ook, dat gij het altaar des HEEREN bedekt met tranen, met wening en met zuchting; zodat Hij niet meer het spijsoffer aanschouwen, noch met welgevallen van uw hand ontvangen wil.

James 4:11

Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.

Leviticus 19:16

Gij zult niet wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen het bloed van uw naaste; Ik ben de HEERE!

Isaiah 9:14

(De oude en aanzienlijke, die is de kop; maar de profeet, die valsheid leert, die is de staart.)

Deuteronomy 13:2

En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen;

Matthew 6:5

En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain