83 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Krijg' in de Bijbel

Dat zij krijg voerden met Bera, koning van Sodom, en met Birsa, koning van Gomorra, Sinab, koning van Adama, en Semeber, koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar.

Komt aan, laat ons wijselijk tegen hetzelve handelen, opdat het niet vermenigvuldige, en het geschiede, als er enige krijg voorvalt, dat het zich ook niet vervoege tot onze vijanden, en tegen ons strijde, en uit het land optrekke.

VersbegrippenDe Aard Van OnderdrukkingVormen Van VervolgingSlimheidValse WijsheidExodusPrincipes Van OorlogNetwerkenImmigranten

Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de oorlogsmannen, die tot dezen krijg uitgetogen zijn, van vijfhonderd een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen.

VersbegrippenEerbetoon

En de helft, te weten het deel dergenen, die tot dezen krijg uitgetogen waren, was in getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen.

VersbegrippenDrie- Tot Negenhonderd DuizendHelft Van BezittingenSchapen Bezitten

Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u voeren, zo zult gij haar belegeren.

VersbegrippenStadBelegeringDe Naties Aangevallen

Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg voert, totdat zij ten onderga.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkBomen VellenBomen Beschadigen

Vele dagen voerde Jozua krijg tegen al deze koningen.

VersbegrippenActie Voor Lange Tijd

Er was geen stad, die vrede maakte met de kinderen Israels, behalve de Hevieten, inwoners van Gibeon; zij namen ze allen in door krijg.

VersbegrippenWettelijke Overeenkomsten

Alzo nam Jozua al dat land in, naar alles, wat de HEERE tot Mozes gesproken had; en Jozua gaf het Israel ten erve, naar hun afdelingen, naar hun stammen. En het land rustte van den krijg.

VersbegrippenInvasiesFysieke RustVoorbeelden Van OorlogTypes Van ChristusVeroveringTijd Van Vrede

De naam nu van Hebron was eertijds Kirjath-Arba, die een groot mens geweest is onder de Enakieten. En het land rustte van den krijg.

VersbegrippenFysieke RustReuzenTijd Van Vrede

Alleenlijk, opdat de geslachten der kinderen Israels die wisten, opdat Hij hun den krijg leerde, tenminste dengenen, die daar te voren niet van wisten.

VersbegrippenKlaar Voor De Oorlog

Verkoos hij nieuwe goden, dan was er krijg in de poorten; werd er ook een schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel?

VersbegrippenVeertig Duizend En MeerGeen Heil Van Andere GodenVrijwilligerswerk

En het zal geschieden, wanneer haar vaders of haar broeders zullen komen, om voor ons te rechten, dat wij tot hen zullen zeggen: Zijt hun om onzentwil genadig, omdat wij geen huisvrouw voor een ieder van hen in deze krijg genomen hebben; want gijlieden hebt ze hun niet gegeven, dat gij te dezer tijd schuldig zoudt zijn.

VersbegrippenKlachten

En er was een sterke krijg tegen de Filistijnen al de dagen van Saul; daarom alle helden en alle kloeke mannen, die Saul zag, die vergaderde hij tot zich.

VersbegrippenDienstplichtDe Machtige Mannen

En de drie grootste zonen van Isai gingen heen; zij volgden Saul na in den krijg. De namen nu zijner drie zonen, die in den krijg gingen, waren: Eliab, de eerstgeborene, en zijn tweede Abinadab, en de derde Samma.

VersbegrippenDrie KinderenEerstgeboren Zonen

En deze ganse vergadering zal weten, dat de HEERE niet door het zwaard, noch door de spies verlost; want de krijg is des HEEREN, Die zal ulieden in onze hand geven.

VersbegrippenActiviteit Van GodGods Activiteit In IsraëlSperenDoor Iemand Bij De Hand Genomen Worden

Derhalve zeide Saul tot David: Zie, mijn grootste dochter Merab zal ik u tot een vrouw geven; alleenlijk, wees mij een dapper zoon, en voer den krijg des HEEREN. Want Saul zeide: Dat mijn hand niet tegen hem zij, maar dat de hand der Filistijnen tegen hem zij.

VersbegrippenVerlovingVerraadGewoonten In Verband Met Het HuwelijkOprechtheidVerraadVijanden Bevechten

En er werd wederom krijg; en David toog uit, en streed tegen de Filistijnen, en hij sloeg hen met een groten slag, en zij vloden voor zijn aangezicht.

VersbegrippenBloedbadMensen Die Gevlucht Zijn

En er was een lange krijg tussen het huis van Saul, en tussen het huis van David. Doch David ging en werd sterker; maar die van het huis van Saul gingen en werden zwakker.

VersbegrippenHet Rijk Van DavidHuizenVoorbeelden Van OorlogAard Van OorlogLichamelijke ZwakteSterke IndividuenZonder KrachtBurgeroorlogOorlogStrijd

Terwijl die krijg was tussen het huis van Saul, en tussen het huis van David, zo geschiedde het, dat Abner zich sterkte in het huis van Saul.

VersbegrippenBijzondere IndividuenBurgeroorlog

Zo zond Thoi zijn zoon Joram tot den koning David, om hem te vragen naar zijn welstand, en om hem te zegenen, vanwege dat hij tegen Hadad-ezer gekrijgd en hem geslagen had, (want Hadad-ezer voerde steeds krijg tegen Thoi); en in zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten, en koperen vaten;

Voorts hadden de Filistijnen nog een krijg tegen Israel. En David toog af, en zijn knechten met hem, en streden tegen de Filistijnen, dat David moede werd.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaMoeheidMoe Worden Tijdens ActieVijanden BevechtenWorstelingOorlogStrijdConflict Oplossen

En het geschiedde daarna, dat er wederom een krijg was te Gob tegen de Filistijnen. Toen sloeg Sibbechai, de Husathiet, Saf, die van de kinderen van Rafa was.

VersbegrippenReuzenGenoemde Individuen Doden

Voorts was er nog een krijg te Gob tegen de Filistijnen; en Elhanan, de zoon van Jaare-Oregim, sloeg Beth-Halachmi, dewelke was met Goliath, den Gethiet, wiens spiesenhout was als een weversboom.

VersbegrippenVakluiSperenStralenGenoemde Individuen Doden

Nog was er ook een krijg te Gath; en er was een zeer lang man, die zes vingeren had aan zijn handen, en zes tenen aan zijn voeten, vier en twintig in getal, en deze was ook aan Rafa geboren.

VersbegrippenVingersReuzenGebrekkigheidTenenZes DingenVingers Van MensenTwintigtal

Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijand uittrekken zal door den weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;

VersbegrippenPrincipes Van OorlogEen Plek Voor Gods Naam

En er was krijg tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al hun dagen.

VersbegrippenAard Van OorlogBurgeroorlog

En er was krijg geweest tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al de dagen zijns levens.

VersbegrippenBurgeroorlog

Het overige nu der geschiedenissen van Abiam, en alles, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? Er was ook krijg tussen Abiam en tussen Jerobeam.

VersbegrippenBurgeroorlogHistorische Boeken

En er was krijg tussen Asa en tussen Baesa, den koning van Israel, al hun dagen.

VersbegrippenBurgeroorlogLijst van koningen van Israël

En zij zaten drie jaren stil, dat er geen krijg was tussen Syrie en tussen Israel.

VersbegrippenDrie JaarTijd Van Vrede

En de koning van Syrie voerde krijg tegen Israel, en beraadslaagde zich met zijn knechten, zeggende: Mijn legering zal zijn in de plaats van zulk een.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaOfficierenDe Raad Van De Mens

Joas nu, de zoon van Joahaz, nam de steden weder in, uit de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, die hij uit de hand van Joahaz, zijn vader, met krijg genomen had; Joas sloeg hem driemaal, en bracht de steden aan Israel weder.

VersbegrippenDrie Keer HandelenSteden Veroveren

Hij sloeg de Edomieten in het Zoutdal tien duizend, en nam Sela in met krijg, en noemde haar naam Jokteel, tot op dezen dag.

VersbegrippenZoutValleienTienduizendenGegeven Namen Tot VandaagAantal Vreemdelingen Gedood

En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead.

VersbegrippenOost

Van de kinderen van Ruben, en van de Gadieten, en van den halven stam van Manasse, van de strijdbaarste mannen, schild en zwaard dragende, en den boog spannende, en ervaren in den krijg, waren vier en veertig duizend zevenhonderd en zestig, uitgaande in het heir.

VersbegrippenMilitairSchildenVaardigheidBoogschutters In LegersVeertig Duizend En Meer

En zij voerden krijg tegen de Hagarenen, en tegen Jethur, en Nafis, en Nodab.

Doch zij werden geholpen tegen hen, en de Hagarenen werden in hun hand gegeven, en allen, die met hen waren; omdat zij tot God riepen in den krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden, dewijl zij op Hem vertrouwden.

VersbegrippenAbrahamBeantwoord GebedAntwoord Op GebedHet Belang Van VertrouwenHuilen Tot GodHet Effect Van GeloofStrijd

Deze allen waren kinderen van Aser, hoofden der vaderlijke huizen, uitgelezene kloeke helden, hoofden der vorsten; en zij werden in geslachtsregisters geteld ten heire in den krijg; hun getal was zes en twintig duizend mannen.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

Dezen nu zijn het, die tot David kwamen naar Ziklag, toen hij nog besloten was voor het aangezicht van Saul, den zoon van Kis; zij waren ook onder de helden, die tot dien krijg hielpen.

VersbegrippenConflict

En het geschiedde daarna, als de krijg met de Filistijnen te Gezer opstond, toen sloeg Sibchai, de Husathiet, Sippai, die van de kinderen van Rafa was; en zij werden ten ondergebracht.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaReuzen

Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.

VersbegrippenVakluiSperenReuzen

Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren;

VersbegrippenVingersTenenZes DingenReuzenVingers Van Mensen

Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijanden uittrekken zal door den weg, dien Gij hen heenzenden zult, en zullen tot U bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;

Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Michaja, de dochter van Uriel, van Gibea; en er was krijg tussen Abia en tussen Jerobeam.

VersbegrippenDrie Jaar

Want Achab, de koning van Israel, zeide tot Josafat, den koning van Juda: Zult gij met mij gaan naar Ramoth in Gilead? En hij zeide tot hem: Zo zal ik zijn, gelijk gij zijt, en gelijk uw volk is, zal mijn volk zijn, en wij zullen met u zijn in dezen krijg.

VersbegrippenMensen Zijn Allemaal Gelijk

Jehizkia nu ziende, dat Sanherib kwam, en zijn aangezicht was tot den krijg tegen Jeruzalem;

In het volle geklank der bazuin, zegt het: Heah! en ruikt den krijg van verre, den donder der vorsten en het gejuich.

VersbegrippenStijgen

Zijn mond is gladder dan boter, maar zijn hart is krijg; zijn woorden zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote zwaarden.

VersbegrippenZondige HartenBoterGevallen En Verlost HartOlieZalvingOprechtheidGladheidGladOorlogToespraak

Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela.

VersbegrippenPijlen, Figuurlijk GebruiktWapensWapens BrekenPsalmen Interjecties

In het jaar, toen Tartan naar Asdod kwam, als hem Sargon, de koning van Assyrie gezonden had, toen hij krijg voerde tegen Asdod, en het innam;

VersbegrippenAndere Tijden

Heiligt den krijg tegen haar, maakt u op, en laat ons optrekken op den middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want de avondschaduwen neigen zich.

VersbegrippenMiddagSchaduwenZonsondergangVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

De profeten, die voor mij en voor u van ouds geweest zijn, die hebben tegen veel landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd, van krijg, en van kwaad, en van pestilentie.

VersbegrippenKoninkrijkenPlagenVoorspellenGod Spreekt Over Oud

Zeggende: Neen, maar wij zullen gaan in Egypteland, alwaar wij geen krijg zullen zien, noch het geluid der bazuin horen, noch naar brood hongeren, en daar zullen wij blijven;

VersbegrippenTrompetTrompetten Voor De StrijdGeen Hongersnood MeerGeen Oorlog

Ik had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht,

VersbegrippenHeiligenHorens In Allegorie

En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.

VersbegrippenDe ZondvloedNiets100 Jaar En MeerVernietiging Van De TempelDe Dood Van Christus VoorspeldDe Afkomst Van ChristusVier ruiters Van De Apocalyps

Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en zal ze verlossen door den HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door boog, noch door zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren.

VersbegrippenHet Medeleven Van GodOnbetrouwbaarheidGod Redt De BehoeftigenGod Zal Genade TonenRedding Door Andere ZakenVertrouw In RelatiesGeduld In RelatiesMedelijden

En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen nederliggen.

VersbegrippenLippenBeëindigingHet Kwaad StoppenUitgeveegde NamenGeliefden

Roept dit uit onder de heidenen, heiligt een krijg; wekt de helden op, laat naderen, laat optrekken alle krijgslieden.

VersbegrippenEnergieKlaar Voor De OorlogVoorbereidingOorlogStrijdHelden

Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.

VersbegrippenNood Aan Gods BegeleidingSpirituele OndervoedingZelfbedrogChantenMisleid WordenMensen Die Zorgen Voor VoedselGeen VredePrincipes Van OorlogVrede En VeiligheidOorlog

En Hij zal onder grote volken richten, en machtige heidenen straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet meer leren.

VersbegrippenGod Als RechterSnoeienOntwapeningSperenGereedschapAard Van OorlogWapensTegenstrijdigheidTakken SnoeienDe Aarde BewerkenVruchteloos LerenVer Van HierGod Schept VredeGod Redt Van Zonde En Dood

En dit zal de plage zijn, waarmede de HEERE al de volken plagen zal, die tegen Jeruzalem krijg gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, daar hij op zijn voeten staat, doen uitteren; en een iegelijks ogen zullen uitteren in hun holen; een eens iegelijks tong zal in hun mond uitteren.

VersbegrippenMensen Die RottenStopcontactenBeschadigde OgenZiekteZaad Op De Grond Verspillen

Of wat koning, gaande naar den krijg, om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, of hij machtig is met tien duizend te ontmoeten dengene, die met twintig duizend tegen hem komt?

VersbegrippenGedachtTwintigduizend En MeerEerste ActiesKlaar Voor De OorlogOorlogSpirituele OorlogStrijdBegeleiding En KrachtConflict OplossenRisicoLeger

Wie dient ooit in den krijg op eigen bezoldiging? Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde?

VersbegrippenDe Basis Van EthiekDruivenMelkSoldatenWijngaardenWijngaarden PlantenPerspectief

De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht;

VersbegrippenNederlaagLessenGoddelijke KrachtSpirituele ZwakteVechten Voor GeloofGered Van Het VuurDovenKlaar Voor De OorlogMartelaarschapKracht In De StrijdGeloof En KrachtKracht En GeloofBuitenaardse WezensSterk Blijven Tijdens Harde TijdenHelden

Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar dingen, en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt.

VersbegrippenWaarschuwingen In Verband Met AmbitiePraktische Zaken Omtrent Het GebedZonder GebedDe Aard Van HebzuchtKwade VerlangensKlaar Om Te DodenElkaar BevechtenGrootma's

En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis van Jezus Christus hebben. [ (Revelation of John 12:18) En ik stond op het zand der zee. ]

VersbegrippenGeboden In NTNageslachtOorzaken Van Spirituele OorlogVijanden In Spirituele OorlogLatere Getuige Van ChristusTekenen Van De TijdSpirituele Nakomelingen

En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve?

VersbegrippenArmageddonValse ReligieUnieke WezensDe Duivel AanbiddenKlaar Voor De Oorlog

Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods.

VersbegrippenArmageddonSoorten DemonenDe Aard Van WonderenDe Aard Van Valse MirakelenValse WonderenApocalypseDe AlmachtigeGeestwezensTekenen Van Het KwaadHet Feit Van Deze DagZij Die Gedemoniseerd ZijnDemonenValse WonderenWorstelingDemonen Verdrijven

En ik zag het beest, en de koningen der aarde, en hun heirlegers vergaderd, om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen Zijn heirlegers.

VersbegrippenArmageddonKosmische WezensDe Legers Van De HemelGrote Legers

En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee.

VersbegrippenVeel StrijdersGog En MagogVier HoekenVier ZijdenAlle LandenZand En GrindDe Legers Van De HemelOorlogBedrogStrijdOpenbaringMeedogenloos

Public domain