54 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Pilatus' in de Bijbel

En Hem gebonden hebbende, leidden zij Hem weg, en gaven Hem over aan Pontius Pilatus, den stadhouder.

VersbegrippenBestuurdersChristus OverhandigenVastbinden

Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen U getuigen?

Als zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt Christus?

VersbegrippenBarabasJuiste VerlangensMensen Die Anderen VrijlatenVrij

Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.

VersbegrippenVijanden Van Jezus ChristusHaatWereldlijke Dilemma'sChristus Zou Worden VermoordKruisiging

Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.

VersbegrippenGebarenOpschuddingMenigtesVoorbeelden Van OnschuldVoorbeelden Van VerantwoordelijkheidSymbolenWassenOpwindingVerwarring Onder De MensenVerantwoordelijk Voor BloedvergietenJezus Christus, Zonder ZondenPleidooi Van Onschuld

Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden.

VersbegrippenHet Lijk Van ChristusLeefregels Van De Mens

Des anderen daags nu, welke is na de voorbereiding, vergaderden de overpriesters en de Farizeen tot Pilatus,

VersbegrippenDe Volgende DagEten BereidenVoorbereidenVerjaardagGeloofwaardigheid

En Pilatus zeide tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert het, gelijk gij het verstaat.

VersbegrippenTombes

En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over.

VersbegrippenVijanden Van Jezus ChristusOuderen Als GemeenschapsleidersVoorbeelden Van Slechte BeslissingenTouwenLeraars Van De WetComitésChristus OverhandigenTegenkanting Tegen Christus Van SchriftgeleerdenDe Hogepriesters Die SamenkomenVastbinden

En Pilatus vraagde Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende, zeide tot hem: Gij zegt het.

VersbegrippenBeweringenDe JodenGoddelijk KoningschapOndervragenInstemmingWie Is Jezus?Christus Is Koning Van IsraëlJoden

En Pilatus vraagde Hem wederom, zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele zaken zij tegen U getuigen!

VersbegrippenAnderen Die Niet Antwoorden

En Pilatus antwoordde hun, zeggende: Wilt gij, dat ik u den Koning der Joden loslate?

VersbegrippenChristus Is Koning Van IsraëlMensen Die Anderen Vrijlaten

En Pilatus, antwoordende, zeide wederom tot hen: Wat wilt gij dan, dat ik met Hem doen zal, Dien gij een Koning der Joden noemt?

VersbegrippenChristus Is Koning Van Israël

Doch Pilatus zeide tot hen: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis Hem!

VersbegrippenSchreeuwende TroepenWelke Zonde?

Kwam Jozef, die van Arimathea was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.

VersbegrippenDurf, Voor MensenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodSanhedrinWachtenWachten Op GodVoorbeelden Van DurfMessiaanse HoopHet Lijk Van ChristusNiet OntmoedigdZij Die Wachten Op GodRisico

En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was.

VersbegrippenStellen Van Bepaalde VragenAnderen Die OproepenHet Feit Van De Dood Van ChristusVerrassingen

En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tiberius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst over Galilea, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias een viervorst over Abilene;

VersbegrippenCaesarBestuurdersPolitieke LeidersGraadTetrachRomeinse HeersersHeersers Van Een VierdeHeidense Heersers

En er waren te dierzelfder tijd enigen tegenwoordig, die Hem boodschapten van de Galileers, welker bloed Pilatus met hun offeranden gemengd had.

VersbegrippenBloed Van OfferingenAntisemitismeOntwijding

En de gehele menigte van hen stond op, en leidde Hem tot Pilatus.

VersbegrippenBijeenkomst

En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het.

VersbegrippenBeweringenGoddelijk KoningschapChristus BevragenInstemmingWie Is Jezus?Christus Is Koning Van IsraëlRedding voor Israël

En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens.

VersbegrippenHogepriestersBeschuldigingen Tegen ChristusFoutloosheidSchuld

Als nu Pilatus van Galilea hoorde, vraagde hij, of die Mens een Galileer was?

VersbegrippenAssertiviteit

En Herodes met zijn krijgslieden Hem veracht en bespot hebbende, deed Hem een blinkend kleed aan, en zond Hem weder tot Pilatus.

VersbegrippenKledingSpotVoorwerp Van SpotSoldatenVervolging Van ChristusFijne KledijMet Christus SpottenSoldatenbehandeling Van ChristusPlezierAssertiviteit

En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den anderen.

VersbegrippenVerzoening Tussen GelovigenVoorspellingen Over ChristusTrouwBeste Vrienden

En als Pilatus de overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen had, zeide hij tot hen:

VersbegrippenHeersersSamenkomst LeidersDe Hogepriesters Die Samenkomen

Pilatus dan riep hun wederom toe, willende Jezus loslaten.

VersbegrippenVragenMensen Die Anderen Vrijlaten

En Pilatus oordeelde, dat hun eis geschieden zou.

VersbegrippenJezus Veroordelen

Deze ging tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.

VersbegrippenHet Lijk Van Christus

Pilatus dan ging tot hen uit, en zeide: Wat beschuldiging brengt gij tegen dezen Mens?

VersbegrippenBeschuldigingen Tegen Christus

Pilatus dan zeide tot hen: Neemt gij Hem, en oordeelt Hem naar uw wet. De Joden dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden.

VersbegrippenOnbeperktDoodstraf Voor MoordenDe Wet NalevenAutonomie

Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden?

VersbegrippenDe JodenKoninklijke HuizenChristus Is Koning Van Israël

Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan?

VersbegrippenHogepriestersChristus OverhandigenJoden Afzonderlijk Van De HeidenenDe Hogepriesters Die Christus VeroordelenWelke Zonde?

Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.

VersbegrippenMissie Van Jezus ChristusHet Belang Van GetuigenDe Koning Jezus ChristusDe Getuige Van ChristusInstemmingDe Waarheid OpvoerenWie Is Jezus?Waarom Het GebeurdeGods Woord Is WaarDe Waarheid Vertellen

Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had, ging hij wederom uit tot de Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen schuld in Hem.

VersbegrippenAgnosticismeWat Is Dit?Joden

Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde.

VersbegrippenBeschuldigingen Tegen ChristusJezus Christus, Zonder Zonden

Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens!

VersbegrippenDoornenkroonBuitenkledijPaarse KledijWie Mag Dat ZijnKronen

Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld.

VersbegrippenHogepriestersBeschuldigingen Tegen ChristusCorrupte PriestersChristus Zou Worden VermoordDe Hogepriesters Die Christus Veroordelen

Toen Pilatus dan dit woord hoorde, werd hij meer bevreesd;

VersbegrippenAngst Voor Het OnbekendeAngst Van Christus

Pilatus dan zeide tot Hem: Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten?

VersbegrippenDe Aard Van Menselijke AutoriteitVoorbeelden Van MoedStille ChristusAan Mensen Toegekend GezagMensen Die Anderen Vrijlaten

Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer.

VersbegrippenCaesarBeweringenMensen TegenFalende VriendschapMensen Die Bevrijd Worden Door MensenMensen Die Anderen Vrijlaten

Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha.

VersbegrippenHet HofRechtersTalenBetalingenOordeelstoel

Maar zij riepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden: Wij hebben geen koning, dan den keizer.

VersbegrippenHogepriestersWoorden DuplicerenChristus VerdrijvenChristus Zou Worden Vermoord

En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS De NAZARENER De KONING DER JODEN.

VersbegrippenKruisiging Van ChristusSarcasmeMessiaanse Titels, Koning Van De JodenOpschriftenChristus Is Koning Van IsraëlHet Kruis

De overpriesters dan der Joden zeiden tot Pilatus: Schrijf niet: De Koning der Joden; maar, dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning der Joden.

VersbegrippenOp Voorwerpen SchrijvenNoemde Zichzelf De ChristusChristus Is Koning Van IsraëlDe Hogepriesters Die Christus Veroordelen

Pilatus antwoordde: Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven.

VersbegrippenOp Voorwerpen Schrijven

De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden.

VersbegrippenDe JodenBenenGebroken BenenGekruisigdAnderen Die Gekruisigd WerdenEten BereidenRegels Over LijkenDe Sabbat Respecteren

En daarna Jozef van Arimathea (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg.

VersbegrippenLafheidGroei In GeloofDe JodenGeheimhoudingMenselijke AngstMirreToestemming VragenHet Lijk Van ChristusAngst Van De VijandJe Lichaam Verzorgen

De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten.

VersbegrippenVijanden Van Jezus ChristusJacob De PatriarchDe Betekenis Van MozesPetrus, Prediker En LeraarVerzakingChristus OverhandigenMensen Die Bevrijd Worden Door Mensen

Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels;

VersbegrippenZalving Van ChristusDe Heiligheid Van Jezus ChristusHet Karakter Van ChristusVoorspellingen Over ChristusDe Namen Voor ChristusDe GezalfdeVijandschap Tussen Joden En HeidenenHeidense Heersers

En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd, dat Hij zou gedood worden.

VersbegrippenChristus Werd Gedood

Ik beveel u voor God, Die alle ding levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft,

VersbegrippenDe Aard Van Eeuwig LevenCeremoniële KostenGod Geeft LevenDe Getuige Van ChristusAl Het Leven Is Afhankelijk Van GodGetuige Zijn VanGetuigenisBiechten

Public domain