24 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Regeren' in de Bijbel

Toen zeiden zijn broeders tot hem: Zult gij dan ganselijk over ons regeren: zult gij dan ganselijk over ons heersen? Zo haatten zij hem nog te meer, om zijn dromen en om zijn woorden.

VersbegrippenIndividuen HatenOverheersing

Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal.

VersbegrippenToelichtingenDe Aard Van KoningenBesteed Aandacht Aan Mensen!

En zeide: Dit zal des konings wijze zijn, die over u regeren zal: hij zal uw zonen nemen, dat hij hen zich stelle tot zijn wagen, en tot zijn ruiteren, dat zij voor zijn wagen henen lopen;

VersbegrippenStrijdwagensPaardenDe Aard En Bron Van OnrechtRennenLijdende Kinderen

Toen zeide het volk tot Samuel: Wie is hij, die zeide: Zou Saul over ons regeren? Geeft hier die mannen, dat wij hen doden.

VersbegrippenGoedkeuring Om Te DodenSaul

Als gij nu zaagt, dat Nahas, de koning van de kinderen Ammons, tegen u kwam, zo zeidet gij tot mij: Neen, maar een koning zal over ons regeren; zo toch de HEERE, uw God, uw Koning was.

VersbegrippenOverheidKoningenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodGoddelijk KoningschapMenselijk KoningschapTheorcratie

Zo gij den HEERE zult vrezen, en Hem dienen, en naar Zijn stem horen, en den mond des HEEREN niet wederspannig zijt, zo zult gijlieden, zowel gij als de koning, die over u regeren zal, achter den HEERE, uw God, zijn.

VersbegrippenVerbintenis Tot GodEerbied Voor GodGod VolgenVrees God!God Gehoorzamen

Zo zal Ik u nemen, en gij zult regeren over al wat uw ziel zal begeren; en gij zult koning zijn over Israel.

Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israel regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, geven.

VersbegrippenVoorbeelden Van OneerlijkheidVerleidsterEten, Drinken En VierenOefeningJezebel

In het vijfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, toen Josafat koning was van Juda, begon Jehoram, de zoon van Josafat, den koning van Juda, te regeren.

VersbegrippenLijst van koningen van Israël

In het twaalfde jaar van Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, begon Ahazia, de zoon van Jeroham, den koning van Juda, te regeren.

VersbegrippenLijst van koningen van Israël

Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds.

VersbegrippenMunstelselKetenenBelastenBoete Als Straf

En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot knechten, tot het regeren des koninkrijks van Perzie;

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen NaarBabylonRestReizenBallingschap van Juda naar Babylon

De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!

VersbegrippenLofWijze En Methodes Van LovenGod Die Heerst Voor AltijdPrijs De Heer!

Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid.

VersbegrippenHeersersGezagKoningen En WijsheidBeslissingen Nemen

Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht.

VersbegrippenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodDe Rechtvaardigheid Van ChristusRechtvaardigheid

Zoudt gij regeren, omdat gij u mengt met den ceder? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken, en recht en gerechtigheid gedaan, en het ging hem toen wel?

VersbegrippenCederhoutEten En DrinkenOngeschikte Regel

Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE: Zo Ik niet met een sterke hand, en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid over u zal regeren!

VersbegrippenKracht Van God

Public domain