117 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Steen' in de Bijbel

En het goud van dit land is goed; daar is ook bedolah, en de steen sardonix.

VersbegrippenWaardevolle Stenen

En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem.

VersbegrippenBakstenenUitrusting, FysiekBakkenBouwen

Toen stond Jakob des morgens vroeg op, en hij nam dien steen, dien hij tot zijn hoofdpeluw gelegd had, en zette hem tot een opgericht teken, en goot daar olie boven op.

VersbegrippenObjecten ZalvenZalven Met OlieGodsvrucht 's OchtendsOchtendOlieVroeg OpstaanMonumentenGedenkstenenStenen Als MonumentenZij Die Vroeg OpstondenDingen ZalvenZalfolie

En deze steen, dien ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis Gods wezen, en van alles, wat Gij mij geven zult, zal ik U voorzeker de tienden geven!

VersbegrippenHuis Van GodTiendenBreuken, Een TiendeGedenkstenenStenen Als MonumentenBethel Het Huis Van GodTienden ProducerenTienden En OffersTeruggeven

En hij zag toe, en ziet, er was een put in het veld; en ziet, er waren drie kudden schapen nevens dien nederliggende; want uit dien put drenkten zij de kudden; en er was een grote steen op den mond van dien put.

VersbegrippenDrie GroepenGrote DingenBronnen Stoppen

En derwaarts werden al de kudden verzameld, en zij wentelden den steen van den mond des puts, en drenkten de schapen, en legden den steen weder op den mond van dien put, op zijn plaats.

VersbegrippenHerder Als BeroepSamenkomst Van WezensDe Daad Van OpenenPutten OpenenBronnen StoppenRollen

Toen zeiden zij: Wij kunnen niet, totdat al de kudden samen zullen vergaderd zijn, en dat men den steen van den mond des puts afwentele, opdat wij de schapen drenken.

VersbegrippenSamenkomst Van WezensRollenNiet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen

En het geschiedde, als Jakob Rachel zag, de dochter van Laban, zijner moeders broeder, en de schapen van Laban, zijner moeders broeder, dat Jakob toetrad, en wentelde den steen van den mond des puts, en drenkte de schapen van Laban, zijner moeders broeder.

VersbegrippenRollenSchapen Bezitten

Toen nam Jakob een steen, en hij verhoogde die, tot een opgericht teken.

VersbegrippenMonumentenGedenkstenen

Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van de Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israels;

VersbegrippenGod Als HerderBogen En Pijlen, Symbolen Van KrachtWapensDe Kracht Van GodGod, De RotsTitels En Namen Van GodToevluchtsoordHerders Als Koningen En LeidersChristus, De Herder VanZachtheidDe Machtige

De afgronden hebben hen bedekt; zij zijn in de diepten gezonken als een steen.

VersbegrippenDiepteMan Die TenondergaatMensen Als RotsenDiepe Zeeën

Verschrikking en vrees zal op hen vallen; door de grootheid van Uw arm zullen zij verstommen, als een steen, totdat Uw volk, HEERE! henen doorkome; totdat dit volk henen doorkome, dat Gij verworven hebt.

VersbegrippenMarktenDoormakenAankopenTypes Van ChristusArm Van GodOnbeweeglijkheidTerplaatse BlijvenMensen Als RotsenGrootsheidTerrorisme

Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, en ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.

VersbegrippenZittenZonsondergangMensen Die NeerzittenAndere OndersteuningMoe

Maar indien gij Mij een stenen altaar zult maken, zo zult gij dit niet bouwen van gehouwen steen; zo gij uw houwijzer daarover verheft, zo zult gij het ontheiligen.

VersbegrippenAltaren Gemaakt VanCeremoniële Oorzaken Van BezoedelingArchitectuurGereedschapSteenkappenGebrek Aan Heiligheid

En wanneer mannen twisten, en de een slaat den ander met een steen, of met een vuist, en hij sterft niet, maar valt te bedde;

VersbegrippenGeschillenBatterijBeddenMensen SlaanGeslagen Worden Met StenenNiet StervenStreven

Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op den anderen steen, naar hun geboorten;

VersbegrippenZes Dingen

Of onvoorziens met enigen steen, waarvan men zoude kunnen sterven, en hij dien op hem heeft doen vallen, dat hij gestorven zij, zo hij hem toch geen vijand was, noch zijn kwaad zoekende;

VersbegrippenGeslagen Worden Met Stenen

De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.

VersbegrippenStenenHoutGeen Mensenkennis HebbenAndere GodenHout En Steen

En de HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; en aldaar zult gij andere goden dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen.

VersbegrippenDe Mensen VerspreidenGod Die Israël VerstrooitOnbekende GodenAndere GodenHout En Steen

En gij hebt gezien hun verfoeiselen, en hun drekgoden, hout en steen, zilver en goud, die bij hen waren.

VersbegrippenGoudStenen

En Jozua zeide tot hen: Gaat over voor de ark des HEEREN, uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u een ieder een steen op zijn schouder, naar het getal der stammen van de kinderen Israels;

VersbegrippenHet MiddenStenen Als MonumentenTwaalf StammenTwaalf DingenIn De Jordaan

En deze landpale zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan van het noorden naar Beth-araba; en deze landpale zal opgaan tot den steen van Bohan, den zoon van Ruben.

VersbegrippenStenen Als Monumenten

En strekt zich van het noorden, en gaat uit te En-semes; van daar gaat zij uit naar Geliloth, welke is tegenover den opgang naar Adummim, en zij gaat af aan den steen van Bohan, den zoon van Ruben;

VersbegrippenStenen Als Monumenten

En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.

VersbegrippenBoek Van De WetSchrijvenBomenMonumentenEiken

En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

VersbegrippenDingen Als Getuigen

En hij kwam in zijns vaders huis te Ofra, en doodde zijn broederen, de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal werd overgelaten, want hij had zich verstoken.

VersbegrippenMisdadigersHet Jongste KindGedood Worden Door Een RotsZich Verbergen Voor MensenEnige OverlevendenDe Jaren ZeventigBroeders DodenHalfbroersVerjaardag

Maar gij zijt heden opgestaan tegen het huis mijns vaders, en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood; en gij hebt Abimelech, een zoon zijner dienstmaagd, koning gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broeder is);

VersbegrippenConcubinesOndankbaarheidGedood Worden Door Een RotsKoningen MakenDe Jaren ZeventigBroeders Doden

Onder al dit volk waren zevenhonderd uitgelezene mannen, welke links waren; deze allen slingerden met een steen op een haar, dat het hun niet miste.

VersbegrippenHarenHandenSlingersStenenStrijdersNauwkeurigheidTweehandigZeven- Tot NegenhonderdLinkshandigStenen WerpenStenen SlingerenAndere Verwijzingen Naar HaarHet Punt MissenHaar

En de wagen kwam op den akker van Jozua, den Beth-semiet, en bleef daar staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den HEERE ten brandoffer.

VersbegrippenHoutWagentjesHout SplijtenBrandhout

En de Levieten namen de ark des HEEREN af en het koffertje, dat daarbij was, waarin de gouden kleinoden waren, en zetten ze op dien groten steen; en die lieden van Beth-Semes offerden brandofferen, en slachtten slachtofferen den HEERE, op denzelven dag.

VersbegrippenLevietenOffer In OT

Ook gouden muizen, naar het getal van alle steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de vaste steden af tot aan de landvlekken; en tot aan Abel, den groten steen, op denwelken zij de ark des HEEREN nedergesteld hadden, die tot op dezen dag is op den akker van Jozua, den Beth-semiet.

VersbegrippenDorpenMuizenVijf MensenVijf DingenPlaatsen Tot Op De Dag

Samuel nu nam een steen, en stelde dien tussen Mizpa en tussen Sen, en hij noemde diens naam Eben-Haezer; en hij zeide: Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen.

VersbegrippenPlechtighedenStenenMonumentenGod HelptHulpHelpen

En men boodschapte het Saul, zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende met het bloed. En hij zeide: Gij hebt trouwelooslijk gehandeld; wentelt heden een groten steen tot mij.

VersbegrippenOntrouw Tegenover GodRollenVerboden VoedselGods Volk ZondigdeVlees Eten

En David stak zijn hand in de tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof den Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde.

VersbegrippenVoorhoofdenStenen WerpenStenen Slingeren

Alzo overweldigde David den Filistijn met een slinger en met een steen; en hij versloeg den Filistijn, en doodde hem; doch David had geen zwaard in de hand.

VersbegrippenPrestatieNederlaagStenen Slingeren

En als gij de drie dagen zult uitgebleven zijn, kom haastig af, en ga tot die plaats, waar gij u verborgen hadt ten dage dezer handeling; en blijf bij den steen Ezel.

VersbegrippenWachtenDrie DagenZich Verbergen Voor Mensen

Het geschiedde nu in den morgen, toen de wijn van Nabal gegaan was, zo gaf hem zijn huisvrouw die woorden te kennen. Toen bestierf zijn hart in het binnenste van hem, en hij werd als een steen.

VersbegrippenMenselijk HartMenselijke EmotieZieke Individuen

Als zij nu waren bij den groten steen, die bij Gibeon is, zo kwam Amasa voor hun aangezicht. En Joab was omgord over zijn kleed, dat hij aan had, en daarop was een gordel, daar het zwaard aan vastgemaakt was op zijn lenden in zijn schede; en als hij voortging, zo viel het uit.

VersbegrippenBorstplaatHarnasRiemenBeschermend HarnasBronzen Harnas

En Adonia slachtte schapen en runderen, en gemest vee bij den steen Zoheleth, die bij de fontein Rogel is; en noodde al zijn broederen, de zonen des konings, en alle mannen van Juda, des konings knechten.

VersbegrippenSchapen

Het huis nu, als het gebouwd werd, werd met volmaakten steen, zoals dezelve toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd.

VersbegrippenBouwenIjzerMetselaarsGereedschapHamersDe Eerste TempelBouw

En het ceder aan het huis inwendig was gesneden met knoppen en open bloemen; en het was al ceder, geen steen werd gezien.

VersbegrippenBloemenKerven Van BloemenCederKunstKervenCederhout

De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth alleen de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen.

VersbegrippenSlingersBomen VellenSteden Onder VuurStenen WerpenMensen Die Dingen OpdrogenBomen BeschadigenKruistochten

En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.

VersbegrippenCreativiteitStenenHoutVerbranden Van AfgoderijHout En Steen

Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk.

VersbegrippenTimmerluiDe Aard Van Menselijke WijsheidMannen Aan Het WerkVakmanschap

Met drie rijen van groten steen, en een rij van nieuw hout; en de onkosten zullen uit des konings huis gegeven worden.

VersbegrippenDrie Delen Van Constructies

En Gij hebt de zee voor hun aangezicht gekliefd, dat zij in het midden der zee op het droge zijn doorgegaan; en hun vervolgers hebt Gij in de diepten geworpen, als een steen in sterke wateren.

VersbegrippenDoormakenVerdeling Van WaterenDroog LandMensen Als RotsenGod DodendVerdeeld WaterDe Zee GeopendGod Doodde De Mensen

Er waren witte, groene en hemelsblauwe behangselen, gevat aan fijn linnen en purperen banden, in zilveren ringen, en aan marmeren pilaren; de bedsteden waren van goud en zilver, op een vloer van porfier steen, en van marmer, en albast, en kostelijke stenen.

VersbegrippenBeddenWandtapijtenTouwenWitte KledijPaarse StofBetalingenItems In Steen

En heeft bewoond verdelgde steden, en huizen, die men niet bewoonde, die gereed waren tot steen hopen te worden.

VersbegrippenVernietiging Van Huizen

Het ijzer wordt uit stof genomen, en uit steen wordt koper gegoten.

VersbegrippenIjzerMineralen

Als met een steen verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond wordt omvat.

VersbegrippenKoud WeerDiepe ZeeënMeren

Zijn hart is vast gelijk een steen; ja, vast gelijk een deel van den ondersten molensteen.

Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren.

VersbegrippenPuttenVergeldingPutten DelvenRollenPutten Gebruikt Als VallenKarma

Dan zal Hij ulieden tot een Heiligdom zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en tot een net den inwoners te Jeruzalem.

VersbegrippenDe Noodzakelijkheid Van GeloofGod, De RotsStruikelenZion Als Een SymboolVoorspellingen Over ChristusDeksteenOndergang van IsraëlOver Christus StruikelenChristus De RotsGod Die VerstriktMessiaanse Profetieën

En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.

VersbegrippenMonotheïsmeStenenHoutVerbranden Van AfgoderijHout En SteenStandbeelden

Die tot een hout zeggen: Gij zijt mijn vader; en tot een steen: Gij hebt mij gegenereerd; want zij keren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten tijde huns kwaads zeggen zij: Sta op en verlos ons.

VersbegrippenAnimismeSpirituele VadersSpirituele MoedersDe Rug ToekerenRed Ons!Vaders

Ja, het geschiedde, vanwege het gerucht harer hoererij, dat zij het land ontheiligde; want zij bedreef overspel met steen en met hout.

VersbegrippenHoutAnimismeHet Land VerontreinigenAanbidden Aan BomenOntrouwOverspel

En Ik zal Jeruzalem stellen tot steen hopen, tot een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen tot een verwoesting, zonder inwoner.

VersbegrippenRuïnesArcheologieTranenVernietiging Van JeruzalemLege StedenJeruzalem

Micha, de Morastiet, heeft in de dagen van Hizkia, koning van Juda, geprofeteerd, en tot al het volk van Juda gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal als een akker geploegd, en Jeruzalem tot steen hopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten des wouds.

VersbegrippenBossenVoorspelling, Methodes In OTZion Als Een SymboolArcheologieVoorspellenVernietiging Van JeruzalemMetaforisch PloegenGenoemde Profeten Van De Heer

En zij zullen uit u geen steen nemen tot een hoek, ook geen steen tot fondamenten; want gij zult tot eeuwige woestheden zijn, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBabylonHuizenHoeksteenBouwstenen Afwijzen

En Babel zal worden tot steen hopen, een woning der draken, een ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij.

VersbegrippenRuïnesArcheologieVerbazingOntwijdingBabylon VerlatenLege StedenSissendHorror Veroorzaken

En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben dit boek te lezen, dan zult gij een steen daaraan binden, en werpen het in het midden van den Frath;

VersbegrippenDe Bijbel LezenEindigen

Tsade. Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen.

VersbegrippenKerkersIsraëlieten Doden

Toen zag ik, en ziet, vier raderen waren bij de cherubs; een rad was bij elken cherub; en de gedaante der raderen was als de verf van een turkoois-steen.

VersbegrippenEdelstenenWaardevolle StenenVier SteunenWielenBruisendCherubijn

Daarom, dat in uw geest opgeklommen is, zal geenszins geschieden, dat gij zegt: Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der landen zijn, dienende hout en steen.

VersbegrippenHoutNooitZoals De NatiesOnvervuld WoordHout En Steen

Dit zaagt gij, totdat er een steen afgehouwen werd zonder handen, die sloeg dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze.

VersbegrippenMessiaanse ProfetieënSteenkappenOpvallende RotsenChristus De RotsIjzeren VoorwerpenStandbeelden

Toen werden te zamen vermaald het ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg, en er werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld geslagen heeft, werd tot een groten berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde.

VersbegrippenPlaatsen VullenDorsvloerZomerLicht Als KafChristus De RotsWijn In Het Duizendjarig Koninkrijk

Daarom hebt gij gezien, dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning bekend gemaakt, wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker.

VersbegrippenToekomstVoorspellingenBetrouwbaarheidSteenkappenChristus De RotsVaststaande KennisDe Toekomst VoorspellenIjzeren Voorwerpen

Maar gij hebt u verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt.

VersbegrippenDoofheidFoutenConcubinesOverheidVeroordeling Van HebzuchtHand Van GodIjzerMenselijk LevenOnbetrouwbaarheidWijn DrinkenGod Geeft AdemAfgoden Niet ZienVol Onbebrip ZijnDe Aard Van GodAndere EchtgenotesVerwijderd TempelgereedschapHout En SteenBrons Voor Afgoden

En er werd een steen gebracht, en op den mond des kuils gelegd: en de koning verzegelde denzelven met zijn ring, en met den ring zijner geweldigen, opdat de wil aangaande Daniel niet zou veranderd worden.

VersbegrippenRedenen Voor VastenAard Van VastenOorzaken Van SlapeloosheidEenzaamheidMonotonieFysieke RustSlapeloosheidWaakzaamheidVastenRelatieproblemen

Zekerlijk is Gilead ongerechtigheid, zij zijn enkel ijdelheid; te Gilgal offeren zij ossen, ja, hun altaren zijn als steen hopen op de voren der velden.

VersbegrippenSchapenSalarissenIsraël Op De VluchtAndere EchtgenotesSyrië

Want de steen uit den muur roept, en de balk uit het hout antwoordt dien.

VersbegrippenEigendom, HuizenStralenHoutbewerking

Wee dien, die tot het hout zegt: Word wakker! en: Ontwaak! tot den zwijgenden steen. Zou het leren? Ziet, het is met goud en zilver overtrokken, en er is gans geen geest in het midden van hetzelve.

VersbegrippenGoudNood Aan Gods BegeleidingBezwaren Tegen AfgoderijSpirituele SlaapStenenHoutOmhuld In GoudOmhuld In ZilverGeen Adem KrijgenSprakeloosheidStomNiet Mogelijk Om Op Te StaanOntwaak!Wee De GoddelozenBegeleidingOntwakenAdem

Want ziet, aangaande dien steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel graveren, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen.

VersbegrippenGravureKunstOpschriftenZeven Dingen1 DagStenen Als MonumentenGod Verzoenend

En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen allen volken; allen, die zich daarmede beladen, zullen gewisselijk doorsneden worden; en al de volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen.

VersbegrippenRotsenSamenkomst Andere NatiesAlle LandenDingen Die Opgeheven WordenLongenJeruzalem

En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.

VersbegrippenVeiligheidSatan Als Een BedriegerVerleidingDe Wat Als Van SatanGod Draagt MensenOpvallende RotsenGeslagen Worden Met StenenWie Is Jezus?Engelen Die Voor Mensen ZorgenBescherming Van EngelenVerleiding WeerstaanSpringen

Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven?

VersbegrippenWeerzinwekkend VoedselProvisies Van RotsenBroodEen Goede Vader ZijnVisOuderschap

Jezus zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen?

VersbegrippenBouwenArchitectuurGod, De RotsMetselaarsBeroepenSymbolenAfwijzing Van ChristusVoorspellingen Over ChristusSpirituele GrondslagenDeksteenBouwersChristus De RotsHet Schrift LezenHet Schrift ZegtWat Doet God?AfwijzingDe Bijbel LezenBouwBelang

En wie op deze steen valt, die zal verpletterd worden; en op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen.

VersbegrippenVerpletterenGod, De RotsMensen UitputtenChristus De RotsPijn En VerraadWatervallenVerplettert

En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.

VersbegrippenDe Beperkte TijdVernietiging Van De TempelBouwstenen AfwijzenDingen Neerzetten

En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg.

VersbegrippenTombesTombesGrotten Als BegraafplaatsRollenDe Tombe Van JezusOngebruiktEen Andere Zijn BegraafplaatsKerstboomKruistochten

En zij heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen verzegeld hebbende.

VersbegrippenOnfeilbare BewijzenDingen Verzegelen

En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven.

VersbegrippenDe Engel Van De HeerAardbevingenTombesRollenEngelen Die Gods Werk DoenAnderen Die Tenonder Gingen

Hebt gij ook deze Schrift niet gelezen: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks;

VersbegrippenArchitectuurGod, De RotsMetselaarsBeroepenAfwijzing Van ChristusDe Namen Voor ChristusDeksteenBouwersChristus De RotsHet Schrift LezenAfwijzingBelang

En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.

VersbegrippenVernietiging Van De TempelBouwstenen AfwijzenDingen Neerzetten

En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs.

VersbegrippenDe DodenBegrafenissenDoekBalsemenLinnenTombesUitgravingMensen Naar Beneden HalenRollenDe Tombe Van Jezus

En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen?

VersbegrippenTombesRollen

(En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot.

VersbegrippenBelemmeringenGrote DingenRollen

En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde.

VersbegrippenProvisies Van RotsenWie Is Jezus?

En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.

VersbegrippenHanden Van EngelenGod Draagt MensenOpvallende RotsenGeslagen Worden Met Stenen

En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een vis een slang geven?

VersbegrippenSlangenWeerzinwekkend VoedselVaders En ZonenBroodGevenEen Goede Vader ZijnVisVaderschapOuderschap

En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.

VersbegrippenTijd GevenBezoekVernietiging Van De TempelGod Die BezoektBouwstenen AfwijzenDingen NeerzettenGods TimingGods TimingHerkenning

Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit, hetwelk geschreven staat: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een hoofd des hoeks geworden?

VersbegrippenArchitectuurGod, De RotsLezenMetselaarsBeroepenSymbolenDeksteenChristus De RotsAfwijzing

Public domain