60 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Trok' in de Bijbel

Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der Jordaan, en Lot trok tegen het oosten; en zij werden gescheiden, de een van den ander.

VersbegrippenOostOvergeven Aan VerleidingMensen Die Afscheid NemenGericht Naar Het OostenDingen Kiezen

En Abimelech trok tot hem van Gerar, met Ahuzzat, zijn vriend, en Pichol, zijn krijgsoverste.

VersbegrippenRaadgevers

Daarna nam Rebekka de kostelijke klederen van Ezau, haar grootsten zoon, die zij bij zich in huis had, en zij trok ze Jakob, haar kleinsten zoon, aan.

VersbegrippenAnderen KledenFijne Kledij

En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.

VersbegrippenHarenNaaktheid BedekkenHerder Als BeroepListigheidDierenhuidenGladheidGlad

En Laban stond des morgens vroeg op, en kuste zijn zonen, en zijn dochteren, en zegende hen; en Laban trok heen, en keerde weder tot zijn plaats.

VersbegrippenMensen Die KussenKleinkinderenOchtendZij Die Vroeg OpstondenIndividuen Die Naar Huis GaanMensen Die Anderen ZegenenAfscheid Nemen

En zij maakte zich op, en ging heen, en legde haar sluier van zich af, en zij trok aan de klederen van haar weduwschap.

VersbegrippenMensen Die StrippenOnderscheidende Kleding

En de HEERE zeide verder tot hem: Steek nu uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem; daarna trok hij ze uit, en ziet, zijn hand was melaats, wit als sneeuw.

VersbegrippenSneeuwDe Wonderen Van Mozes En AäronWitte Vlekken

En Hij zeide: Steek uw hand wederom in uw boezem. En hij stak zijn hand wederom in zijn boezem; daarna trok hij ze uit zijn boezem, en ziet, zij was weder als zijn ander vlees.

VersbegrippenLichaamDe Wonderen Van Mozes En Aäron

En veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, en runderen, gans veel vee.

VersbegrippenMassa'sGrootsheidGemengde MenigteMensen Mengen

Daar deed hij hem den rok aan, en gordde hem met den gordel, en trok hem den mantel aan; en deed hij hem den efod aan, en gordde dien met de kunstelijken riem des efods, en ombond hem daarmede.

VersbegrippenEphodsGewaden

Ook deed Mozes de zonen van Aaron naderen, en trok hun rokken aan, en gordde hen met een gordel, en bond hun mutsen op, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

VersbegrippenHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTKledij Van PriestersTulband En Petten

En Mozes trok Aaron zijn klederen uit, en hij trok ze zijn zoon Eleazar aan; en Aaron stierf aldaar, op de hoogte diens bergs. Toen kwam Mozes en Eleazar van dien berg af.

VersbegrippenVoorbeelden Van Dood Van De HeiligenMensen Strippen MensenKledij Van Priesters

Toen stond Bileam des morgens op, en zadelde zijn ezelin, en hij trok heen met de vorsten van Moab.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamOchtendVoorbeelden Van HebzuchtSamengaanReis VoorbereidenEzels Zadelen

Daarna keerden wij ons en togen op, den weg van Bazan; en Og, de koning van Bazan, trok uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde bij Edrei.

VersbegrippenSnelweg

Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en die naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho.

VersbegrippenDode ZeeDe Oversteek Naar Het Beloofde LandRozen

De priesters nu, die de ark droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht was, hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen, naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte, en het trok over.

VersbegrippenHet MiddenHaastige ActiePriesters In Actie

En Jozua maakte zich des morgens vroeg op, en hij monsterde het volk; en hij trok op, hij en de oudsten van Israel, voor het aangezicht des volks, naar Ai.

VersbegrippenVoorbeelden Van Vroeg OpstaanVerzamelende TroepenZij Die Vroeg Opstonden

Ook trok al het krijgsvolk op, dat bij hem was; en zij naderden en kwamen tegenover de stad, en zij legerden zich tegen het noorden van Ai; en er was een dal tussen hem en tussen Ai.

Jozua trok ook zijn hand niet terug, die hij met de spies had uitgestrekt, totdat hij al de inwoners van Ai verbannen had.

VersbegrippenVernietiging

Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet.

VersbegrippenNederlaagGeen OverlevendenUitroeiing

En Jozua trok voort van Lachis naar Eglon, en gans Israel met hem; en zij belegerden haar en krijgden tegen haar.

VersbegrippenKampen

Dat ook het hecht achter het lemmer inging, en het vet om het lemmer toesloot (want hij trok het zwaard niet uit zijn buik), en de drek uitging.

VersbegrippenAchterkantOntlastingVet Van MensenOntladingenPoep

Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is de dag, in welken de HEERE Sisera in uw hand gegeven heeft; is de HEERE niet voor uw aangezicht henen uitgetogen? Zo trok Barak van den berg Thabor af, en tien duizend man achter hem.

VersbegrippenTienduizendenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En hij zeide tot Jether, zijn eerstgeborene: Sta op, dood hen; maar de jongeling trok zijn zwaard niet uit, want hij vreesde, dewijl hij nog een jongeling was.

VersbegrippenEerstgeboren ZonenBeperkingen Van De Jeugd

En Gaal trok uit voor het aangezicht der burgeren van Sichem, en hij streed tegen Abimelech.

VersbegrippenElkaar Bevechten

Toen nam hij het volk, en deelde hen in drie hopen, en hij legde lagen in het veld; en hij zag toe, en ziet, het volk trok uit de stad, zo maakte hij zich tegen hen op, en sloeg hen.

VersbegrippenDrie GroepenHinderlaag

Toen kwam de Geest des HEEREN op Jeftha, dat hij Gilead en Manasse doortrok; want hij trok door tot Mizpa in Gilead, en van Mizpa in Gilead trok hij door tot de kinderen Ammons.

Alzo trok Jeftha door naar de kinderen Ammons, om tegen hen te strijden; en de HEERE gaf hen in zijn hand.

VersbegrippenVijanden BevechtenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Doch de man wilde niet vernachten, maar stond op, en trok weg, en kwam tot tegenover Jebus (dewelke is Jeruzalem), en met hem het paar gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem.

VersbegrippenOnwillige Mensen

En de achterlage haastte, en brak voorwaarts naar Gibea toe; ja, de achterlage trok rechtdoor, en sloeg de ganse stad met de scherpte des zwaards.

Nu was dit van ouds een gewoonheid in Israel, bij de lossing en bij de verwisseling, om de ganse zaak te bevestigen, zo trok de man zijn schoen uit en gaf die aan zijn naaste; en dit was tot een getuigenis in Israel.

VersbegrippenGewoonteGebarenMarktenTraditiesGoedkeuringContracten

Zo zeide de losser tot Boaz: Aanvaard gij het voor u; en hij trok zijn schoen uit.

VersbegrippenContractenSchoenen

Alzo verloste de HEERE Israel te dien dage; en het leger trok over naar Beth-Aven.

VersbegrippenGod Redt De Behoeftigen

Daarom liep David, en stond op den Filistijn, en nam zijn zwaard, en hij trok het uit zijn schede, en hij doodde hem, en hij hieuw hem het hoofd daarmede af. Toen de Filistijnen zagen, dat hun geweldigste dood was, zo vluchtten zij.

VersbegrippenZwaardenVervormingKampioenenOnthoofdingIndividuen Die LopenSchedelsMensen Die Gevlucht ZijnHelden

En Saul verstelde zich, en trok andere klederen aan, en ging heen, en twee mannen met hem, en zij kwamen des nachts tot de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den waarzeggenden geest, en doe mij opkomen, dien ik tot u zeggen zal.

VersbegrippenBezoekenWaarzeggerijVermommingenGedurende Een NachtTovenarijHeksenSaul

Toen zeide de koning tot hen: Ik zal doen, wat goed is in uw ogen. De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het volk trok uit bij honderden en bij duizenden.

VersbegrippenIn De Poort Staan

De twee deuren ook waren van olieachtige bomen; en hij graveerde daarop graveringen van cherubs, en van palmbomen, en van open bloemen, dewelke hij met goud overtoog; ook trok hij goud over de cherubs en over de palmbomen.

VersbegrippenBeeldhouwwerkCherubijn Als DecoratieOmhuld In GoudAfgebeelde Cherubijn

Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken.

VersbegrippenGezichtenAanvallenOprechtheidSteden Veroveren

Maar Joas, de koning van Juda, nam al de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN, en van het huis des konings, en zond het tot Hazael, den koning van Syrie; toen trok hij op van Jeruzalem.

VersbegrippenGoudHeiligschennisSchatkistenGeld Voor De Tempel

Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds.

VersbegrippenTuinbouwMurenOmringende VijandenKomt TussenOmmuurde StedenIsraël Op De VluchtGedurende Een NachtTwee Delen Van Constructies

Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder.

VersbegrippenMantelsMantelsVerscheuren Van KledingBaardenHarenJurkGezichtshaar TrimmenHaar PlukkenZij Die Kledij Verscheurden

En ik trok uit bij nacht door de Dalpoort, en voorbij de Drakenfontein, en naar de Mistpoort, en ik brak aan de muren van Jeruzalem, dewelke verscheurd waren, en haar poorten met vuur verteerd.

VersbegrippenDrek En MestPoorten Van De StadGenoemde PoortenJeruzalem VerbrandenInspecterenGedurende Een Nacht

Toen trok de koning zijn ring van zijn hand, en hij gaf hem aan Haman, den zoon van Hammedatha, den Agagiet, der Joden tegenpartijder.

Als Mordechai wist al wat er geschied was, zo verscheurde Mordechai zijn klederen, en hij trok een zak aan met as; en hij ging uit door het midden der stad, en hij riep met een groot en bitter geroep.

VersbegrippenScheuren Van KledingAsWeeklagenZij Die Kledij VerscheurdenAs Van Vernedering

En Haman nam dat kleed en dat paard, en trok het kleed Mordechai aan, en deed hem rijden door de straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!

VersbegrippenPromotieOnderscheidende Kleding

Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.

VersbegrippenMensen Uit Andere Plaatsen HalenDe OceaanOvergang

Mijn Liefste trok Zijn hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil.

VersbegrippenMenselijke GelegenheidIngewanden

Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden trok Mijn volk af in Egypte, om als vreemdeling aldaar te verkeren; en Assur heeft hetzelve om niet onderdrukt.

VersbegrippenBeginDe Aard Van Onderdrukking

Want Hij trok gerechtigheid aan als een pantser, en den helm des heils zette Hij op Zijn hoofd, en de klederen der wraak trok Hij aan tot kleding, en Hij deed den ijver aan als een mantel.

VersbegrippenWapenuitrusting Van GodBorstplaatMantelsIlustraties Van ReddingDe Helm Van ReddingIjverGods KledingBekleed Met GerechtigheidHelmenGod Voert Wraak UitWraakPassieWapenuitrusting

En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen.

VersbegrippenZenuwMenselijke HuidGeen Adem KrijgenDe Vallei Van Droge BottenAdemenSpieren

Ik trok ze met mensenzelen, met touwen der liefde, en was hun, als degenen, die het juk van op hun kinnebakken oplichten, en Ik reikte hem voeder toe.

VersbegrippenGods Houding Tot MensenVriendelijkheidTouwenTouwenJukGoddelijke AantrekkingskrachtGod Gaat NeerGod Voedt De AardeGod Bevrijdt GevangenenGod heeft GeleidZoals MannenLiefde

En ziet, een van degenen, die met Jezus waren, de hand uitstekende, trok zijn zwaard uit, en slaande den dienstknecht des hogepriesters, hieuw zijn oor af.

VersbegrippenScheiden Van LichaamsdelenKnippen

En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan.

VersbegrippenDageraadGewoontesChristus ZoekenEenzaamheidZoekende MenigtesVertrekken

En Hij begon tot het volk deze gelijkenis te zeggen: Een zeker mens plantte een wijngaard, en hij verhuurde dien aan landlieden, en trok een langen tijd buitenslands.

VersbegrippenBeroepenFortenNa Een Lange TijdLeasingLandbouw

Simon Petrus dan, hebbende een zwaard, trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters dienstknecht, en hieuw zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was Malchus.

VersbegrippenHogepriesters In NTPetrus De LeerlingOnbezonnenheidWraakzuchtScheiden Van LichaamsdelenAndere Juiste DelenRivierenKnippen

Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, zo scheurde het net niet.

VersbegrippenDingen TrekkenGecheurden NettenHonderd En EnkelenVissenVis

En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren.

VersbegrippenZelfmoordZwaardenOntsnappen Aan MensenGevangenis

Maar al de Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen hem voor den rechterstoel; en Gallio trok zich geen van deze dingen aan.

VersbegrippenGeselingGelovigen Slaan

En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben.

VersbegrippenSatan Als De Vijand Van GodLuchtLijden Van Jezus ChristusDieren, Figuurlijk GebruikBreuken, Een DerdeEen DerdeStaartenMensenetende DierenBeïnvloeding Zon, Maan En SterrenDingen NeerzettenOpstand Van Satan En Engelen

Public domain