Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en die naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho.

New American Standard Bible

the waters which were flowing down from above stood and rose up in one heap, a great distance away at Adam, the city that is beside Zarethan; and those which were flowing down toward the sea of the Arabah, the Salt Sea, were completely cut off. So the people crossed opposite Jericho.

Kruisreferenties

Genesis 14:3

Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim, dat is de Zoutzee.

Jozua 3:13

Want het zal geschieden, met dat de voetzolen der priesteren, die de ark van den HEERE, den Heere der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan zullen rusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan.

1 Koningen 4:12

Baana, de zoon van Ahilud, had Taanach, en Megiddo, en het ganse Beth-Sean, hetwelk is bij Zartana, beneden van Jizreel, van Beth-Sean aan tot Abel-Mehola, tot op gene zijde van Jokmeam.

1 Koningen 7:46

In de vlakte van de Jordaan goot ze de koning, in dichte aarde, tussen Sukkoth en tussen Zarthan.

Numberi 34:3

De zuiderhoek nu zal u zijn van de woestijn Zin, aan de zijden van Edom; en de zuider landpale zal u zijn van het einde der Zoutzee tegen het oosten;

Deuteronomium 1:1

Dit zijn de woorden, die Mozes tot gans Israel gesproken heeft, aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn, op het vlakke veld tegenover Suf, tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, en Hazeroth, en Dizahab.

Psalmen 114:3

De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts.

Deuteronomium 3:17

Daartoe het vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders de landpale; van Cinnereth af tot aan de zee des vlakken velds, de Zoutzee, onder Asdoth-Pisga tegen het oosten.

Jozua 15:2

Zodat hun landpale, tegen het zuiden, het uiterste van de Zoutzee was, van de tong af, die tegen het zuiden ziet;

Psalmen 29:10

De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.

Psalmen 66:6

Hij heeft de zee veranderd in het droge; zij zijn te voet doorgegaan door de rivier; daar hebben wij ons in Hem verblijd.

Psalmen 74:15

Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd.

Psalmen 77:19

Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.

Mattheüs 8:26-27

En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.

Mattheüs 14:24-33

En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org