85 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Woning' in de Bijbel

En hun woning was van Mescha af, daar gij gaat naar Sefar, het gebergte van het oosten.

De tijd nu der woning, die de kinderen Israels in Egypte gewoond hebben, is vierhonderd jaren en dertig jaren.

VersbegrippenLengte100 Jaar En MeerIn Het Land Leven

De HEERE is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot een Heil geweest; deze is mijn God; daarom zal ik Hem een liefelijke woning maken; Hij is mijns vaders God, dies zal ik Hem verheffen!

VersbegrippenGod Als RechterGezondheidLofDe RijkenZelfrespectLiederenGod Mijn ReddingGod Onze KrachtHij Is Onze GodHoop En KrachtGod Is Onze KrachtLiefde En KrachtSterkte

Die zult Gij inbrengen, en planten hen op den berg Uwer erfenis, ter plaatse, welke Gij, o HEERE! gemaakt hebt tot Uw woning, het heiligdom, hetwelk Uw handen gesticht hebben, o HEERE!

VersbegrippenHuizenHeiligdomGods WoningMetaforisch Planten

Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen.

VersbegrippenKampen, Onreine DingenAfzonderenAfzonderingAfgezonderde PersonenBuiten Het Kamp

Spreek tot deze vergadering, zeggende: Gaat op van rondom de woning van Korach, Dathan en Abiram.

VersbegrippenScheiden Van Slechte Mensen

Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun zonen, en hun kinderkens.

Toen hij de Kenieten zag, zo hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uw woning is vast, en gij hebt uw nest in een steenrots gelegd.

VersbegrippenNestenWijze Gezegdes

Maar naar de plaats, die de HEERE, uw God, uit al uw stammen verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, naar Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen;

VersbegrippenKeuzesHuizenPlaatsen Van AanbiddingHeilige PlaatsenEen Plek Voor Gods Naam

Zie nederwaarts van Uw heilige woning, van den hemel, en zegen Uw volk Israel, en het land, dat Gij ons gegeven hebt, gelijk als Gij onzen vaderen gezworen hebt, een land van melk en honig vloeiende.

VersbegrippenDe Hemel, Gods HuisEen Glimps Van De Mens Op De HemelGod Die Handelt Vanuit De HemelMelk En HoningMag God Zegenen!

Waarom slaat gijlieden achteruit tegen Mijn slachtoffer, en tegen Mijn spijsoffer, hetwelk Ik geboden heb in de woning; en eert uw zonen meer dan Mij, dat gijlieden u mest van het voornaamste van alle spijsoffers van Mijn volk Israel?

VersbegrippenDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadVette MensenSchoppenSpecifieke Mensen Prijzen

En gij zult aanschouwen de benauwdheid der woning Gods, in plaats van al het goede, dat Hij Israel zou gedaan hebben; en er zal te genen dage een oud man in uw huis zijn.

VersbegrippenOordeel Over Oude Mensen

Ga, en zeg tot Mijn knecht, tot David: Zo zegt de HEERE: Zoudt gij Mij een huis bouwen tot Mijn woning?

VersbegrippenDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenWoord Van GodGods Huis Bouwen

Toen zeide de koning tot Zadok: Breng de ark Gods weder in de stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal Hij mij wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning.

VersbegrippenDe Ark In JeruzalemHerstel Van Mensen

Ik heb immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.

VersbegrippenBouwenGods Woning

Hoor dan naar de smeking van Uw knecht, en van Uw volk Israel, die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats Uwer woning, in den hemel, ja, hoor, en vergeef.

VersbegrippenAard Van De HemelHuizenZondaarsEen Glimps Van De Mens Op De HemelGod Die Handelt Vanuit De HemelVergevende GodSmeekbede

Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen;

VersbegrippenHuizenVerbeelding, Innerlijke VerlangensUiterlijke VerschijningDe Alwetendheid Van GodHart Bekend Aan GodAlwetende GodGod Die Handelt Vanuit De HemelVergevende GodGod Kent Het Menselijk Hart

Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen, gelijk Uw volk Israel, en om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb.

VersbegrippenHuizenEerbied En Gods AardGod Die Handelt Vanuit De HemelEen Plek Voor Gods NaamGods Aard Kennen

Hoor dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smeking en voer hun recht uit;

VersbegrippenGod Die Handelt Vanuit De Hemel

En de mannen der stad zeiden tot Elisa: Zie toch, de woning dezer stad is goed, gelijk als mijn heer ziet; maar het water is kwaad, en het land onvruchtbaar.

VersbegrippenSlecht WaterFamilie ProblemenBitterheid

En het geschiedde in het begin hunner woning aldaar, dat zij den HEERE niet vreesden; zo zond de HEERE leeuwen onder hen, die enigen van hen doodden.

VersbegrippenHet Doden Van DierenGeen Angst Voor God

En hun bezitting en hun woning was Beth-El, en haar onderhorige plaatsen; en tegen het oosten Naaran, en tegen het westen Gezer en haar onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen, tot Gaza toe, en haar onderhorige plaatsen.

En ik heb U een huis ter woonstede gebouwd, en een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.

Hoor dan naar de smekingen van Uw knecht, en van Uw volk Israel, die in deze plaats zullen bidden; en hoor Gij uit de plaats Uwer woning, uit den hemel, ja, hoor, en vergeef.

VersbegrippenHuizenDe Hemel, Gods HuisSmeekbede

Hoor Gij dan uit den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van de kinderen der mensen.

VersbegrippenHuizenUiterlijke Verschijning

Hoor Gij dan uit den hemel, uit de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, zo om U te vrezen, gelijk Uw volk Israel, als om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb.

VersbegrippenHuizenEerbied En Gods Aard

Hoor dan uit den hemel, uit de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smekingen, en voer hun recht uit, en vergeef Uw volk, wat zij tegen U gezondigd zullen hebben.

VersbegrippenHuizen

Toen stonden de Levietische priesteren op, en zegenden het volk; en hun stem werd gehoord; want hun gebed kwam tot Zijn heilige woning in den hemel.

VersbegrippenBeantwoord GebedZegeningenEen Glimps Van De Mens Op De Hemel

En de HEERE, de God hunner vaderen, zond tot hen, door de hand Zijner boden, vroeg op zijnde, om die te zenden; want Hij verschoonde Zijn volk en Zijn woning.

VersbegrippenHet Lijden Van GodBemiddelaarAfwijzing Van GodGoddelijke Spraak

En om henen te brengen het zilver en goud, dat de koning en zijn raadsheren vrijwilliglijk gegeven hebben aan den God Israels, Wiens woning te Jeruzalem is;

VersbegrippenVrijwilligerswerk

Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning.

VersbegrippenLevenservaringWortelsHet Werk Van Dwazen

En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen.

VersbegrippenNiets MistGeen VerliesJouw Familie BeschermenNegativiteit

Zo gij zuiver en recht zijt, gewisselijk zal Hij nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de woning uwer gerechtigheid volmaken.

VersbegrippenBlaamHerstellingDingen HerstellenNaar Een Nieuwe Plek GaanOntwaken

Zij zal wonen in zijn tent, waar zij de zijne niet is; zijn woning zal met zwavel overstrooid worden.

VersbegrippenZwavelZwavel

HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer.

VersbegrippenAanbidding Van GodHuizenGods WoningZij Die Van God Houden

Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning.

VersbegrippenVoedenHet GrafSheolSchapenOntoereikende HerdersDood Van De GoddelozenDe Tijdelijke Aard Van SchoonheidOprechtheidHoe Dood Onontkoombaar IsHet Feit Van De DoodDood Van Geliefde

Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen.

VersbegrippenHet GrafSheolNabijheid Van De DoodDe Dood NadertTijdens Het LevenNatuurlijke DoodPijn En VerraadVerlies Van Een GeliefdeVerrassingen

Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Deze berg heeft God begeerd tot Zijn woning; ook zal er de HEERE wonen in eeuwigheid.

VersbegrippenGods WoningVermijden Van Afgunst

Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd.

VersbegrippenJeruzalem VerbrandenGebrek Aan Heiligheid

Dies verliet Hij den tabernakel te Silo, de tent, die Hij tot een woning gesteld had onder de mensen.

VersbegrippenPriesterschap in OTHet huis Van God In Silo

Want men heeft Jakob opgegeten, en zij hebben zijn liefelijke woning verwoest.

VersbegrippenVernietiging Van Jeruzalem

En Hij leidde hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter woning.

VersbegrippenStad Van GodRechte PadenOp de Juiste Wijze Leren

En Hij doet de hongerigen aldaar wonen, en zij stichten een stad ter woning;

VersbegrippenStad Van God

De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.

VersbegrippenThuisDe RechtvaardigenIn Huizen WonenGod ZegentVloekende GodHuizen Onder AanvalVloeken

Loer niet, o goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest zijn legerplaats niet.

VersbegrippenWachtenHinderlaag

En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen.

VersbegrippenDe Glorie Van GodHeerlijkheid, Openbaring VanGoddelijke ManifestatiesRookGod Verschijnt In VuurWolk Van GlorieRokenZion

Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil zijn, en zien in Mijn woning, als de glinsterende hitte op den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes;

VersbegrippenDauwHitteTypes Van Heilige GeestHeet WaterGod Ziet Gans De AardeKruidenZonneschijn

Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt als die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen?

VersbegrippenHet GrafHoogteGereedschapVoorbeelden Van Wereldlijke Ambitie

En in hun paleizen zullen doornen opgaan, netelen en distelen in hun vestingen; en het zal een woning der draken zijn, een zaal voor de jongen der struisen.

VersbegrippenNetelsCitadelsDoornenBraamstruikenStruisvogels

Zie van den hemel af, en aanschouw van Uw heilige en Uw heerlijke woning; waar zijn Uw ijver en Uw mogendheden, het gerommel Uws ingewands en Uwer barmhartigheden? Zij houden zich tegen mij in.

VersbegrippenHet Medeleven Van GodMildheidIjver Van GodSympathieGoedheidIjverDe Hemel, Gods TroonGod Die Handelt Vanuit De HemelGods Macht In Vraag Stellen

Uw woning is in het midden van bedrog; door bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE.

VersbegrippenWaarschuwingen Tegen OnboetvaardigheidGod Niet KennenBedrogLiegen En Bedrog

En Ik zal Jeruzalem stellen tot steen hopen, tot een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen tot een verwoesting, zonder inwoner.

VersbegrippenRuïnesArcheologieTranenVernietiging Van JeruzalemLege StedenJeruzalem

Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken.

VersbegrippenSteden Onder VuurVanuit Het Noorden

Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest.

VersbegrippenDe Aard Van FamiliesGod AanroepenVernietiging Van LandenGod Niet KennenGod Kwaad Op De NatiesNiet BiddenGod Niet Zoeken

Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.

VersbegrippenDruivenDonderWoord Van GodDruiven VertrappelenKreet Van GodDonder Die Gods Oordeel Aankondigt

Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden, als Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u, gij woning der gerechtigheid, gij berg der heiligheid!

VersbegrippenZegeningen Voor IsraëlRechtvaardige MensenMag God Zegenen!

En dat wij geen huizen bouwen tot onze woning; ook hebben wij geen wijngaard, noch veld, noch zaad;

VersbegrippenWijngaarden Planten

Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden, en wie is die herder, die voor Mijn aangezicht bestaan zou?

VersbegrippenUitdagingenHerders Als Koningen En LeidersOntoereikende HerdersGod Als Een LeeuwWie Is Zoals God?De Regio JordaniëKwaliteiten Van Leiderschap

Daarom hoort des HEEREN raadslag, dien Hij over Edom heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over de inwoners van Theman: Zo de geringsten van de kudde hen niet zullen nedertrekken! Indien hij hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten!

VersbegrippenPlannenGods Plannen

Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, in de woning der gerechtigheid, ja, tegen den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.

VersbegrippenGod Als HerderDe Aard Van HoopPleidooi Van Onschuld

En Ik zal Israel weder tot zijn woning brengen, en hij zal weiden op den Karmel en op den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van Efraim en Gilead verzadigd worden.

VersbegrippenFysieke EetlustLichamelijke HongerTevredenheidBelofte Van Terugkeer

Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden? En wie is de herder, die voor Mijn aangezicht bestaan zou?

VersbegrippenUitdagingenHerders Als Koningen En LeidersOntoereikende HerdersGod Als Een LeeuwWie Is Zoals God?De Regio Jordanië

Daarom hoort den raadslag des HEEREN, dien Hij over Babel heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over het land der Chaldeen: Zo de geringsten van de kudde hen niet zullen nedertrekken! Zo hij de woning boven hen niet zal verwoesten!

VersbegrippenPlannenGods Plannen

En Babel zal worden tot steen hopen, een woning der draken, een ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij.

VersbegrippenRuïnesArcheologieVerbazingOntwijdingBabylon VerlatenLege StedenSissendHorror Veroorzaken

Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen kan geven, dan de goden, welker woning bij het vlees niet is.

VersbegrippenGeestwezensZware TakenNiemand Beschikbaar

Te weten, men zal u van de mensen verstoten, en met het gedierte des velds zal uw woning zijn, en men zal u het kruid, als den ossen, te smaken geven; en gij zult van den dauw des hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en geeft ze, wien Hij wil.

VersbegrippenVerbanningDauwGrasGeschiedenisZeven JaarMensen VerbannenWeerzinwekkend VoedselMannen Gelijk Aan DierenGezagWeggedreven Van De Mens

En men zal u van de mensen verstoten, en uw woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te smaken geven, als den ossen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien Hij wil.

VersbegrippenOverheidZeven JaarMensen VerbannenWeerzinwekkend VoedselMannen Gelijk Aan DierenGezagWeggedreven Van De Mens

En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen; men gaf hem gras te smaken gelijk den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil.

VersbegrippenUitdagingenDauwOverheidGrasMensen VerbannenWeerzinwekkend VoedselMannen Gelijk Aan DierenWilde EzelsGezagWeggedreven Van De MensWeten Over Gods Koninkrijk

Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen.

VersbegrippenPrinsenVernietiging Van De Tempel

De trotsheid uws harten heeft u bedrogen; hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen, in zijn hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou mij ter aarde nederstoten?

Waar is nu de woning der leeuwen, en die weide der jonge leeuwen? Alwaar de leeuw, de oude leeuw, en het leeuwenwelp wandelde, en er was niemand, die hen verschrikte.

VersbegrippenOnbeweeglijkheidWoningen Van WezensAndere Woonplaatsen Van WezensOnverstoord

En ook dewijl hij trouwelooslijk handelt bij den wijn, een trots man is, en in zijn woning niet blijft; die zijn ziel wijd opendoet als het graf, en gelijk de dood is, die niet zat wordt, en tot zich verzamelt al de heidenen, en vergadert tot zich alle volken.

VersbegrippenVerbod Van BegeerteOntevredenheidWaarschuwingen In Verband Met AmbitieHet GrafTevredenheidWereldlijke AmbitieDe Aard Van HebzuchtGebruik Van AlcoholGevolgen Van WijnOmgaan Met De NatiesHet Feit Van De Dood

De zon en de maan stonden stil in haar woning; met het licht gingen Uw pijlen daarhenen, met glans Uw bliksemende spies.

VersbegrippenNatuurlijk LichtBliksemTheofanieDe ZonBruisendWapens Voor GodDe Maan En De Sterren ControlerenPijlenDe Maan

Ik zeide: Immers zult gij Mij vrezen, gij zult de tucht aannemen, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden; al wat Ik haar bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven.

VersbegrippenGretigheidBestraffing Door GodOnbezonnenheidResultaten Van Angst Van GodVroeg OpstaanVrees God!Rozen

Zwijg, alle vlees, voor het aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning.

VersbegrippenDe Heiligheid Van GodRespect Voor De Aard Van GodBewoningGods WoningIngehouden BetoogGod Die Ontwaakt

Dewelke zijn woning in de graven had, en niemand kon hem binden, ook zelfs niet met ketenen.

VersbegrippenIjzeren KetenenDe Ketenen Verbreken

En Paulus bleef twee gehele jaren in zijn eigen gehuurde woning; en ontving allen, die tot hem kwamen;

VersbegrippenTwee JaarAndere Mensen VerwelkomenBetalen Voor Goederen

Public domain