'Al' in de Bijbel
En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden.
En het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen begonnen, al gaande, aren te plukken.
Want Hij had er velen genezen, alzo dat Hem al degenen, die enige kwalen hadden, overvielen, opdat zij Hem mochten aanraken.
Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen der mensen zullen vergeven worden, en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben;
En Hij zeide tot hen: Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid van het Koninkrijk Gods; maar dengenen, die buiten zijn, geschieden al deze dingen door gelijkenissen;
En Hij zeide tot hen: Weet gij deze gelijkenis niet, en hoe zult gij al de gelijkenissen verstaan?
Namelijk bij een mosterdzaad, hetwelk, wanneer het in de aarde gezaaid wordt, het minste is van al de zaden, die op de aarde zijn.
En wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen nestelen.
En al de duivelen baden Hem, zeggende: Zend ons in die zwijnen, opdat wij in dezelve mogen varen.
En veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare daaraan ten koste gelegd en geen baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was;
En de vrouw, vrezende en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam en viel voor Hem neder, en zeide Hem al de waarheid.
Want de Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij dat zij eerst de handen dikmaals wassen, houdende de inzettingen der ouden.
En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij alzo onwetende? Verstaat gij niet, dat al wat van buiten in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen?
Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.
Al deze boze dingen komen voort van binnen, en ontreinigen den mens.
Maar Ik zeg u, dat ook Elias gekomen is, en zij hebben hem gedaan al wat zij gewild hebben, gelijk van hem geschreven is.
En zij brachten denzelven tot Hem; en als hij Hem zag, scheurde hem terstond de geest; en hij vallende op de aarde, wentelde zich al schuimende.
Doch hij, antwoordende, zeide tot Hem: Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af.
En al de zeven namen dezelve, en lieten geen zaad na; de laatste van allen is ook de vrouw gestorven.
En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel, de Heere, onze God, is een enig Heere.
En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen.
Want zij allen hebben van hun overvloed daarin geworpen; maar deze heeft van haar gebrek, al wat zij had, daarin geworpen, haar ganse leeftocht.
En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken.
Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen. En insgelijks zeiden zij ook allen.
En zij leidden Jezus henen tot den hogepriester; en bij hem vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden.
En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen.
Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (140)
- Exodus (131)
- Leviticus (97)
- Numberi (128)
- Deuteronomium (141)
- Jozua (104)
- Richteren (49)
- Ruth (5)
- 1 Samuël (83)
- 2 Samuël (80)
- 1 Koningen (104)
- 2 Koningen (86)
- 1 Kronieken (55)
- 2 Kronieken (91)
- Ezra (18)
- Nehemia (26)
- Esther (32)
- Job (27)
- Psalmen (131)
- Spreuken (34)
- Prediker (37)
- Hooglied (4)
- Jesaja (74)
- Jeremia (195)
- Klaagliederen (21)
- Ezechiël (110)
- Daniël (28)
- Hosea (12)
- Joël (2)
- Amos (13)
- Obadja (4)
- Jona (1)
- Micha (7)
- Nahum (3)
- Habakuk (2)
- Zefanja (8)
- Zacharia (10)
- Maleachi (3)
- Mattheüs (51)
- Markus (28)
- Lukas (65)
- Johannes (15)
- Handelingen (52)
- Romeinen (12)
- 1 Corinthiërs (16)
- 2 Corinthiër (11)
- Galaten (5)
- Efeziërs (11)
- Filippenzen (6)
- Colossenzen (9)
- 1 Thessalonicenzen (8)
- 2 Thessalonicenzen (3)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (2)
- Filémon (1)
- Hebreeën (7)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (2)
- 1 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (13)