'Al' in de Bijbel
Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen;
En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;
Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad;
Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;
Zij is kostelijker dan robijnen en al; wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.
Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.
De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.
Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.
Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn.
Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden;
Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen.
Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende;
Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.
En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis.
Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele.
Al de redenen Mijns monds zijn in gerechtigheid; er is niets verdraaids, noch verkeerds in.
Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken.
Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde.
Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.
Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.
Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.
Al wie hoog is van hart, is den HEERE een gruwel; hand aan hand, zal hij niet onschuldig zijn.
Al de broeders des armen haten hem; hoeveel te meer gaan zijn vrienden verre van hem! Hij loopt hen na met woorden die niets zijn.
De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.
De ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende al de binnenkameren des buiks.
Des konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil.
Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende;
Al stiet gij den dwaas in een mortier met een stamper, in het midden van het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken.
De arme, wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk.
Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.
Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?
Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (140)
- Exodus (131)
- Leviticus (97)
- Numberi (128)
- Deuteronomium (141)
- Jozua (104)
- Richteren (49)
- Ruth (5)
- 1 Samuël (83)
- 2 Samuël (80)
- 1 Koningen (104)
- 2 Koningen (86)
- 1 Kronieken (55)
- 2 Kronieken (91)
- Ezra (18)
- Nehemia (26)
- Esther (32)
- Job (27)
- Psalmen (131)
- Spreuken (34)
- Prediker (37)
- Hooglied (4)
- Jesaja (74)
- Jeremia (195)
- Klaagliederen (21)
- Ezechiël (110)
- Daniël (28)
- Hosea (12)
- Joël (2)
- Amos (13)
- Obadja (4)
- Jona (1)
- Micha (7)
- Nahum (3)
- Habakuk (2)
- Zefanja (8)
- Zacharia (10)
- Maleachi (3)
- Mattheüs (51)
- Markus (28)
- Lukas (65)
- Johannes (15)
- Handelingen (52)
- Romeinen (12)
- 1 Corinthiërs (16)
- 2 Corinthiër (11)
- Galaten (5)
- Efeziërs (11)
- Filippenzen (6)
- Colossenzen (9)
- 1 Thessalonicenzen (8)
- 2 Thessalonicenzen (3)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (2)
- Filémon (1)
- Hebreeën (7)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (2)
- 1 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (13)