34 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Al' in de Bijbel

Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen;

VersbegrippenPuttenSheolHet Feit Van De DoodPutten Als Woord Voor GravenTijdens Het Leven

Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad;

VersbegrippenDingen AfwijzenOneerbiedigheidVerachtersGods AdviesBerisping Afwijzen

Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden;

VersbegrippenVreemdelingenBeperkingen Van KrachtRelaties Met VreemdelingenZwaar WerkGeldmiddelenBuitenaardse WezensDe kracht Van Vrouwen

Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen.

VersbegrippenGod Als RechterWegen Van De MensAlwetende GodGod Ziet Alle Mensen

Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende;

VersbegrippenLuie HandenSlapeloosheidDe Liefde Voor SlapenEen Weinig

Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.

VersbegrippenAanrakingAanraken Om Te KwetsenVermijden OverspelDoodstraf Voor Sexuele ZondeStraffen

En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis.

VersbegrippenTeruggaveZevenvoudigKarmaDievenMogelijkheid

Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele.

VersbegrippenOmgaan Met Vele MensenEen Goede Vrouw

Al de redenen Mijns monds zijn in gerechtigheid; er is niets verdraaids, noch verkeerds in.

VersbegrippenVerdraaide Paden

Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken.

VersbegrippenWaardenWaardevolle StenenVoordelen Van WijsheidUnieke DingenInterne VersieringWaardeJuwelen

Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde.

VersbegrippenPrinsenGezag

Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.

VersbegrippenBaldadigheidEen Goede VrouwOnwetendheidVrouw

Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.

VersbegrippenVoorwendselDoen AlsofZegeningen Van De ArmenArm Of RijkActeren

Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.

VersbegrippenGevolgen Van DwaasheidVooruitzichtenDoelen StellenKennis Waarderen

Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.

VersbegrippenJuist Leven Als VoedingSlechte Dagen

Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende;

VersbegrippenDuizeligheidLuie HandenLaat OpstaanEen WeinigRustOntspannenOntspanningLui Zijn

Al stiet gij den dwaas in een mortier met een stamper, in het midden van het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken.

VersbegrippenGevolgen Van DwaasheidMalenBakstenenMensen Uitputten

Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.

VersbegrippenKoningen Waarvoor GewaarschuwdDienend LeiderschapLiegen

Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?

VersbegrippenDe SchepperMantelsVerbindendGoddelijke Kracht Boven NatuurSoorten KlimaatDe Aarde BedekkenNaar De Hemel GaanGod Gaat NeerGod Verstrekt WindWetenWat Is De Naam Van God?

Public domain