18 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Dag' in de Bijbel

Zo geschiedde het op den derden dag, dat, ziet, uit het heirleger van Saul, een man kwam, wiens klederen gescheurd waren, en aarde was op zijn hoofd; en het geschiedde, als hij tot David kwam, zo viel hij ter aarde en boog zich neder.

VersbegrippenBuigenDe Derde Dag Van De WeekBuigen Voor DavidStof Op Het HoofdZij Die Kledij VerscheurdenSpecifieke Mensen Prijzen

En er was op dienzelfden dag een gans zeer harde strijd. Doch Abner en de mannen van Israel werden voor het aangezicht der knechten van David geslagen.

VersbegrippenNederlaagNederlaag Van Gods Mensen

Daarna kwam al het volk, om David brood te doen eten, als het nog dag was; maar David zwoer, zeggende: God doe mij zo, en doe er zo toe, indien ik voor het ondergaan der zon brood of iets smake!

VersbegrippenOvertuigingMenselijke BeloftesSmaakZonsondergangZweren Om Te Vasten

En de Beerothieten waren gevloden naar Gitthaim, en waren aldaar vreemdelingen tot op dezen dag.

En de zonen van Rimmon: den Beerothiet, Rechab en Baena, gingen heen, en kwamen ten huize van Isboseth, als de dag heet geworden was; en hij lag op de slaapstede, in den middag.

VersbegrippenHitteMiddagHeet Water

En David ontstak, omdat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; en hij noemde dezelve plaats Perez-Uza, tot op dezen dag.

VersbegrippenWoedende MensenGegeven Namen Tot Vandaag

Michal nu, Sauls dochter, had geen kind, tot den dag van haar dood toe.

VersbegrippenOnvruchtbare VrouwenOnvruchtbaarheid

Want Ik heb in geen huis gewoond, van dien dag af, dat Ik de kinderen Israels uit Egypte opvoerde, tot op dezen dag; maar Ik heb gewandeld in een tent en in een tabernakel.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGod Haalt Israël Uit EgypteVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek Gaan

En van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel. Doch u heb Ik rust gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen, dat de HEERE u een huis maken zal.

VersbegrippenEigendom, HuizenTijd Van Vrede

Toen zeide David tot Uria: Blijf ook heden hier, zo zal ik u morgen afzenden. Alzo bleef Uria te Jeruzalem, dien dag en den anderen dag.

En het geschiedde op den zevenden dag, dat het kind stierf; en Davids knechten vreesden hem aan te zeggen, dat het kind dood was, want zij zeiden: Ziet, als het kind nog levend was, spraken wij tot hem, maar hij hoorde naar onze stem niet, hoe zullen wij dan tot hem zeggen: Het kind is dood? Want het mocht kwaad doen.

VersbegrippenOnbezonnenheidGoede DienarenDe Zevende Dag Van De WeekZichzelf PijnigenDag 7Dood Van Anonieme IndividuenVertellen Over Situaties Van MensenAngst Van IndividuenDe Dood Van Baby'sEen Geliefd Persoon VerliezenDood Van Een KindIemand Verliezen

Maar Jonadab, de zoon van Simea, Davids broeder, antwoordde en zeide: Mijn heer zegge niet, dat zij al de jongelingen, des konings zonen, gedood hebben; maar Amnon alleen is dood; want bij Absalom is er op toegelegd, van den dag af, dat hij zijn zuster Thamar verkracht heeft.

VersbegrippenPrinsenGenoemde ZustersGenoemde Individuen DodenHalfbroers

Absalom nu had genomen, en in zijn leven voor zich opgericht een pilaar, die in het koningsdal is; want hij zeide: Ik heb geen zoon, om aan mijn naam te doen gedenken; en hij had dien pilaar genoemd naar zijn naam; daarom wordt hij tot op dezen dag genoemd: Absaloms hand.

VersbegrippenZuilenVoorbeelden Van Wereldlijke AmbitieMonumentenMensen Die Dingen Benoemen

Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is.

Mefiboseth, Sauls zoon, kwam ook af den koning tegemoet; en hij had zijn voeten niet schoongemaakt, noch zijn knevelbaard beschoren, noch zijn klederen gewassen, van dien dag af, dat de koning was weggegaan, tot dien dag toe, dat hij met vrede wederkwam.

VersbegrippenKleinkinderenKwetsuur Aan De VoetenGezichtshaarOnreine Dingen

Toen nu David in zijn huis te Jeruzalem kwam, nam de koning de tien vrouwen, zijn bijwijven, die hij gelaten had, om het huis te bewaren, en deed ze in een huis van bewaring, en onderhield ze, maar ging tot haar niet in. En zij waren opgesloten tot op den dag van haarlieder dood, levende als weduwen.

VersbegrippenHuizenWeduwesAfwezigheid Van SexTien MensenIndividuen Die Naar Huis GaanWerkelijke Weduwen

Voorts zeide de koning tot Amasa: Roep mij de mannen van Juda te zamen, tegen den derden dag; en gij, stel u dan hier.

VersbegrippenConstructie Israël

En Gad kwam tot David op dienzelfden dag, en zeide tot hem: Ga op, richt den HEERE een altaar op, op den dorsvloer van Arauna, den Jebusiet.

VersbegrippenHerdenkingAltaren Voor De HeerAltaren Bouwen

Public domain