5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Dag' in de Bijbel

Op den vier en twintigsten dag, in de elfde maand (die de maand Schebat is), in het tweede jaar van Darius, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia, den zoon van Berechja, den zoon van Iddo, den profeet, zeggende:

VersbegrippenMaandMaand 11

Want ziet, aangaande dien steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel graveren, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen.

VersbegrippenGravureKunstOpschriftenZeven Dingen1 DagStenen Als MonumentenGod Verzoenend

Want wie veracht den dag der kleine dingen? daar zich toch die zeven verblijden zullen, als zij het tinnen gewicht zullen zien in de hand van Zerubbabel; dat zijn de ogen des HEEREN, die het ganse land doortrekken.

VersbegrippenDe Menselijke Beschrijvingen Van GodMinachtingGod Is OveralSchietloodVisieKleine Dingen Die God GebruiktZeven LichaamsdelenKleine DingenPatrouillerenGod Ziet Gans De Aarde

Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem!

VersbegrippenPlunder Verdelen

Maar het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen.

VersbegrippenVoortdurendVoortdurend GoedeLicht In De WereldDag Of NachtUniek Zijn

Public domain