5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Dag' in de Bijbel

En de kinderen van Juda, en de kinderen Israels zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreel zal groot zijn. [ (Hosea 1:12) Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama. ]

VersbegrippenVerenigde NatiesEnkel 1 PersoonAndere TijdenHereniging

Daarom zult gij vallen bij dag, ja, zelfs de profeet zal met u vallen bij nacht; en Ik zal uw moeder uitroeien.

VersbegrippenStruikelenOndergang van IsraëlOngelovige ProfetenGedurende De Dag

Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.

VersbegrippenHeropleving Van BedrijvenNaties HerstellenDe Derde Dag Van De WeekTwee WegenLevenHoop En HelingWederoplevingGeruststelling

Het is de dag onzes konings; de vorsten maken hem krank door verhitting van den wijn; hij strekt zijn hand voort met de spotters.

VersbegrippenAlcoholSpotDronkenschap, ResultatenOntrouw Aan GodVerenigingen Van KwaadZieke IndividuenSpottersVriendelijkheid

Efraim weidt zich met wind, en jaagt den oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt hij leugen en verwoesting; en zij maken verbond met Assur, en de olie wordt naar Egypte gevoerd.

VersbegrippenGod Zal Het EisenBetaald Zetten Voor Daden

Public domain