80 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Den' in de Bijbel

In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende:

VersbegrippenMenselijke WilBekendmakingenDrangWoorden Aan Individuen VervuldDe Eerste Tempel

En Kores, de koning van Perzie, bracht ze uit door de hand van Mithredath, den schatmeester, die ze aan Sesbazar, den vorst van Juda, toetelde.

VersbegrippenBestuurdersPrinsenSchatbewaarder

De kinderen van den anderen Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.

VersbegrippenDuizenden

En van de kinderen der priesteren, de kinderen van Habaja, de kinderen van Koz, de kinderen van Barzillai, die van de dochteren van Barzillai, den Gileadiet, een vrouw genomen had, en naar hun naam genoemd was.

VersbegrippenMensen Die Mensen Andere Namen GevenEen Vrouw Nemen

Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud, een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken.

VersbegrippenBezittingen GevenMunstelselGoudOpslaanGeldstukkenHonderdKledij Van PriestersHoge BenoemingenGeld Voor De Tempel

En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods.

VersbegrippenDe Betekenis Van MozesDeelname In ChristusAltaren BouwenHet Bronzen Altaar OpzettenGeschreven In De Wet

En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met verschrikking, die over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, brandofferen des morgens en des avonds.

VersbegrippenFunderingenVerbrand OfferOffer In OTDierenoffers, VerbrandingIn De Ochtend En Tijdens De AvondHet Bronzen Altaar OpzettenAngst Van De Vijand

Daarna ook het gedurig brandoffer, en van de nieuwe maanden, en van alle gezette hoogtijden des HEEREN, die geheiligd waren; ook van een ieder, die een vrijwillige offerande den HEERE vrijwilliglijk offerde.

VersbegrippenInwijdingGeobserveerde FestivalsVrije Wil

Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd.

VersbegrippenMaand 7Funderingen Van GebouwenDe Eerste Tempel

Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen.

VersbegrippenVakluiCederTimmerluiMetselaarsRuilenMiddellandse ZeeToestemming VragenVlottenCederhoutGeld Voor De Tempel

Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN tempel legden, zo stelden zij de priesteren, aangekleed zijnde, met trompetten, en de Levieten, Asafs zonen, met cimbalen, om den HEERE te loven, naar de instelling van David, den koning van Israel.

VersbegrippenBouwenSoorten KledingBouwenSoorten MuziekinstrumentenTrompetOrkestenCymbalenGod PrijzenSaul En DavidDe Eerste Tempel

En zij zongen bij beurten, met den HEERE te loven en te danken, dat Hij goedig is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men den HEERE loofde over de grondlegging van het huis des HEEREN.

VersbegrippenLofHoudingen Van LofDe Aard Van HeroplevingThanksgivingStemmenKreten Van PlezierEeuwige ZegenZij Die Lof Zingen

Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israels, den tempel bouwden;

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkWederopbouw Van De Tempel

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, koning van Perzie, ons geboden heeft.

VersbegrippenGeboden in OTWat Hebben We Gemeenschappelijk?

En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzie, tot aan het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.

VersbegrippenHurenTijden Van Mensen

Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, schreven een brief tegen Jeruzalem, aan den koning Arthahsasta, op deze manier:

VersbegrippenArtaxerxes De KoningOfficierenHeidense Heersers

Dit is een afschrift des briefs, dien zij aan hem, aan den koning Arthahsasta, zonden: Uw knechten, de mannen aan deze zijde der rivier, en op zulken tijd.

VersbegrippenArtaxerxes De KoningDienstbaarheid In De MaatschappijKopieën Van DocumentenVoorbij De RivierVoorbij De Eufraat

Den koning zij bekend, dat de Joden, die van u zijn opgetogen, tot ons gekomen zijn te Jeruzalem, bouwende die rebelle en die boze stad, waarvan zij de muren voltrekken, en de fondamenten samenvoegen.

VersbegrippenFunderingenStadJudaïsmeDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw van JeruzalemWederopbouw

Zo zij nu den koning bekend, indien dezelve stad zal worden opgebouwd, en de muren voltrokken, dat zij den cijns, ouden impost, en tol niet zullen geven, en gij zult aan de inkomsten der koningen schade aanbrengen.

VersbegrippenBelastenEerbetoon

Nu, omdat wij salaris uit het paleis trekken, en het ons niet betaamt des konings oneer te zien, daarom hebben wij gezonden, en dit den koning bekend gemaakt;

VersbegrippenZoutDe Eer VerliezenZuurheid

Opdat men zoeke in het boek der kronieken uwer vaderen, zo zult gij vinden in het boek der kronieken, en weten, dat dezelve stad een rebelle stad geweest is, en den koningen en landschappen schade aanbrengende, en dat zij daarbinnen afval gesticht hebben, van oude tijden af; daarom is dezelve stad verwoest.

VersbegrippenArchievenBoekenOpslaanZoeken Voor Concrete DingenHistorische Boeken

De koning zond antwoord aan Rehum, den kanselier, en Simsai, den schrijver, en de overigen van hun gezelschappen, die te Samaria woonden; mitsgaders aan de overigen van deze zijde der rivier aldus: Vrede, en op zulken tijd.

VersbegrippenGroetenMensen BeantwoordenVoorbij De RivierHeidense HeersersVoorbij De Eufraat

Toen, van dat het afschrift des briefs van den koning Arthahsasta voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen gelezen was, togen zij in haast naar Jeruzalem tot de Joden, en beletten hen met arm en geweld.

VersbegrippenArtaxerxes De KoningDe JodenHaastige ActieAndere Zaken Lezen

Toen hield het werk op van het huis Gods, Die te Jeruzalem woont, ja, het hield op tot in het tweede jaar van het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.

VersbegrippenHuis Van GodWederopbouw Van De TempelBouw

Haggai nu, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo, profeteerden tot de Joden, die in Juda en te Jeruzalem waren; in den naam Gods van Israel profeteerden zij tot hen.

VersbegrippenDe JodenVoorspellenGenoemde Profeten Van De HeerIn Gods Naam

Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.

VersbegrippenBestuurdersKopieën Van DocumentenVoorbij De RivierHeidense Heersers

Zij zonden een verhaal aan hem; en daarin was aldus geschreven: Den koning Darius zij alle vrede.

VersbegrippenGroeten

Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen voort.

VersbegrippenGretigheidIjverDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw Van De TempelVersterking

En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest; want een groot koning van Israel had het gebouwd en voltrokken.

VersbegrippenHemel En AardeDienaren Van De HeerDe Tweede TempelWederopbouw

Maar nadat onze vaders den God des hemels hadden vertoornd, heeft Hij hen gegeven in de hand van Nebukadnezar, den koning van Babel, den Chaldeeer; dewelke dat huis heeft vernield, en het volk naar Babel weggevoerd.

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen NaarVernietiging Van De TempelBallingschap van Juda naar Babylon

Ja, de vaten van Gods huis, welke van goud en zilver waren, die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, had weggenomen en dezelve gebracht in den tempel van Babel, die heeft de koning Kores uitgehaald uit den tempel van Babel, en zij zijn gegeven aan een, wiens naam was Sesbazar, dien hij tot een landvoogd had gesteld.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenBestuurdersGemengde Metalen NemenVerwijderd Tempelgereedschap

En hij zeide tot hem: Neem deze vaten, ga ze afvoeren in den tempel, die te Jeruzalem is, en laat het huis Gods gebouwd worden op zijn plaats.

VersbegrippenDe Tweede Tempel

Zo het dan nu den koning goeddunkt, laat er gezocht worden in het schathuis des konings aldaar, dat te Babel is, of het zij, dat een bevel van den koning Kores gegeven zij, om dit huis Gods te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings believen hiervan tot ons zende.

VersbegrippenArchievenOpslaanZoeken Voor Concrete DingenDe Bevelen Van De Koning

In het eerste jaar van den koning Kores, gaf de koning Kores dit bevel: Het huis Gods te Jeruzalem, dat huis zal gebouwd worden, ter plaatse, waar zij offeranden offeren, en de fondamenten daarvan zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig ellen, en zijn breedte van zestig ellen;

VersbegrippenFunderingenBreedteBekendmakingenDe Tweede TempelAfmetingen Van GebouwenDe Eerste Tempel

Daartoe zal men ook de gouden en zilveren vaten van het huis Gods, die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, heeft weggevoerd, en naar Babel gebracht, wedergeven, dat zij gaan naar den tempel, die te Jeruzalem is, aan zijn plaats, en men zal ze afvoeren ten huize Gods.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenGemengde Metalen NemenVerwijderd Tempelgereedschap

Laat hen aan den arbeid van dit huis Gods; dat de landvoogd der Joden en de oudsten der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn plaats.

VersbegrippenBouw

Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat men hen niet belette.

VersbegrippenHoudingen Tegenover Vervolging

En wat nodig is, als jonge runderen, en rammen, en lammeren, tot brandofferen aan den God des hemels, tarwe, zout, wijn en olie, naar het zeggen der priesteren, die te Jeruzalem zijn, dat het hun dag bij dag gegeven worde, dat er geen feil zij;

VersbegrippenMenselijke VrijgevigheidOlieTarweWijn VerschaffenOlie Op OffersEen Kudde Schapen En Geiten OfferenZuurheid

Opdat zij offeranden van liefelijken reuk aan den God des hemels offeren, en bidden voor het leven des konings en zijner kinderen.

VersbegrippenSociale EthiekGod Behagen

En de oudsten der Joden bouwden en gingen voorspoediglijk voort, door de profetie van den profeet Haggai en Zacharia, den zoon van Iddo; en zij bouwden en voltrokken het, naar het bevel van den God Israels, en naar het bevel van Kores, en Darius, en Arthahsasta, koning van Perzie.

VersbegrippenAdministratieArtaxerxes De KoningGenoemde Profeten Van De HeerHomohuwelijkGedijen

En dit huis werd volbracht op den derden dag der maand Adar; datzelve was het zesde jaar van het koninkrijk van den koning Darius.

VersbegrippenMaand 12

En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.

VersbegrippenBoek Van De WetOnderverdelingen

Ook hielden de kinderen der gevangenis het pascha, op den veertienden der eerste maand.

VersbegrippenPaaslamJarenNummer Veertien

Alzo aten de kinderen Israels, die uit de gevangenis wedergekomen waren, mitsgaders al wie zich van de onreinigheid der heidenen des lands tot hen afgezonderd had, om den HEERE, den God Israels, te zoeken.

VersbegrippenExclusiviteitScheidingHeidenBeschreven NatiesBekeerlingenScheiden Van Slechte MensenZij Die Uit Ballingschap TerugkwamenHet Leiden Tot Heiligheid Door Adoptie

Na deze geschiedenissen nu, in het koninkrijk van Arthahsasta, koning van Perzie: Ezra, de zoon van Seraja, den zoon van Azarja, den zoon van Hilkia,

VersbegrippenArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

Den zoon van Sallum, den zoon van Zadok, den zoon van Ahitub,

Den zoon van Amarja, den zoon van Azarja, den zoon van Merajoth,

Den zoon van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,

Den zoon van Abisua, den zoon van Pinehas, den zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den hoofdpriester.

VersbegrippenHogepriesters

Ook sommigen van de kinderen Israels, en van de priesteren en de Levieten, en de zangers, en de poortiers, en de Nethinim, togen op naar Jeruzalem, in het zevende jaar van den koning Arthahsasta.

VersbegrippenDienstbaarheid En Aanbidding Van GodArtaxerxes De KoningZangersTempelassistenten

Want op den eersten der eerste maand was het begin des optochts uit Babel, en op den eersten der vijfde maand kwam hij te Jeruzalem, naar de goede hand zijns Gods over hem.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonReisHand Van GodGods HandMaand 5Gods Handen Op Mensen

Dit is nu het afschrift des briefs, dien de koning Arthahsasta gaf aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde; den schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen over Israel:

VersbegrippenJudaïsmeBrievenArtaxerxes De KoningKopieën Van Documenten

Arthahsasta koning der koningen, aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde der wet van den God des hemels, volkomen vrede en op zulken tijd.

VersbegrippenGroetenHogepriesters In OTArtaxerxes De KoningVrijwilligerswerk

Dewijl gij van voor den koning en zijn zeven raadsheren gezonden zijt, om onderzoek te doen in Judea, en te Jeruzalem, naar de wet uws Gods, die in uw hand is;

VersbegrippenZeven MensenVrijwilligerswerk

En om henen te brengen het zilver en goud, dat de koning en zijn raadsheren vrijwilliglijk gegeven hebben aan den God Israels, Wiens woning te Jeruzalem is;

VersbegrippenVrijwilligerswerk

En geef de vaten, die u gegeven zijn tot den dienst van het huis uws Gods, weder voor den God van Jeruzalem.

VersbegrippenVerwijderd Tempelgereedschap

En van mij, mij, koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan alle schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles, wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde der wet van den God des hemels, van u zal begeren, spoediglijk gedaan worde;

VersbegrippenArtaxerxes De Koning

Al wat naar het bevel van den God des hemels is, dat het vlijtiglijk gedaan worde, voor het huis van den God des hemels; want waartoe zou er grote toorn zijn over het koninkrijk des konings en zijner kinderen?

VersbegrippenIjverActie Opdat God Niet Boos Zou ZijnRisico

Ook laten wij ulieden weten, aangaande alle priesteren en Levieten, zangers, poortiers, Nethinim en dienaars van het huis dezes Gods, dat men den cijns, ouden impost en tol hun niet zal vermogen op te leggen.

VersbegrippenPoortwachtersEerbetoonDe Aard Van Menselijke AutoriteitZangersTempelassistenten

Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;

VersbegrippenHand Van GodGods HandAchttienGods Handen Op Mensen

Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.

VersbegrippenGod VerzakenGenade In OTHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWegenGods HandGevolgen Van Het Verzaken Van GodGods Handen Op MensenSchaamte Is Aangekomen

En ik zeide tot hen: Gij zijt heilig den HEERE, en deze vaten zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige gave, den HEERE, den God uwer vaderen.

VersbegrippenOffer Uit Vrije WilBezittingen GevenHeilige KommenEen Heilige NatieVrije Wil

Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en desgenen, die ons lagen legde op den weg.

VersbegrippenWoonwagensHand Van GodWegenVoorbeelden Van Goddelijke BeschermingGods HandGod Redt Van De VijandenGods Handen Op MensenVijandelijke Aanvallen

Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.

VersbegrippenDe Vierde Dag Van De WeekDag 4

En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.

VersbegrippenGeitenNummer TwaalfOffer In OTZoenofferNummer NegentigTwaalf StammenTwaalf DierenDe Jaren ZeventigNegentigEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israels beefden, om de overtreding der weggevoerden; doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer.

VersbegrippenEerbied En Gods AardRassenvermenging (gemengde huwelijken)BevenActie Tot De Avond

En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieen, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God.

VersbegrippenScheuren Van KledingMantelsHogepriesters In OTKnielenPraktische Zaken Omtrent Het GebedEerbied En GehoorzaamheidHanden OpheffenZij Die Kledij Verscheurden

En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.

VersbegrippenSchuldig GewetenVoorbeelden Van BiechtenMenselijke Aspecten Van SchuldSchaamteHet Effect Van ZondeBlozenSchuldig BevondenSchaamte Is Aangekomen

En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in onze dienstbaarheid.

VersbegrippenVerlichtingSpiritueel LichtRestGod Is GenadigHakenEen Korte TijdOverlevenden BevoordeeldKorte Tijd Voor ActieWederoplevingRuimteHeerlijkheid

Die Gij geboden hadt door den dienst Uwer knechten, de profeten, zeggende: Het land, waar gijlieden inkomt, om dat te erven, is een vuil land, door de vuiligheid van de volken der landen, om hun gruwelen, waarmede zij dat vervuild hebben, van het ene einde tot het andere einde, met hun onreinigheid.

VersbegrippenGod Sprak Door De ProfetenOnreine Dingen

Laat ons dan nu een verbond maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet.

VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkEerbied En Gods AardVerbondsrelatiesBevenWerkelijke ScheidingenLatere Verbonden Met God

En Ezra stond op van voor Gods huis, en ging in de kamer van Johanan, den zoon van Eljasib; als hij daar kwam, at hij geen brood, en dronk geen water, want hij bedreef rouw over de overtreding der weggevoerden.

VersbegrippenOnthouding Als Een DisciplineAard Van VastenZorgenWaterVasten In Rouw

En al wie niet kwam in drie dagen, naar den raad der vorsten en der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden.

VersbegrippenMisdadigersOuderen Als GemeenschapsleidersDe Legale Aspecten Van BestraffingConfiscatieAnarchieExcommunicatie

Toen verzamelden zich alle mannen van Juda en Benjamin te Jeruzalem in drie dagen; het was de negende maand op den twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat van Gods huis, sidderende om deze zaak, en vanwege de plasregenen.

VersbegrippenRegenGods Heerschap Over Het WeerMaand 9Bevende TroepenHet Weer Dat Lijden Veroorzaakt

Nu dan, doet den HEERE, uwer vaderen God, belijdenis en doet Zijn welgevallen, en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde vrouwen.

VersbegrippenHuwelijk Tussen Gelovigen En OngelovigenDeelname In ZondeBroederschap Met Het KwaadScheiden Van Slechte MensenBeleden ZondeWerkelijke Scheidingen

En de kinderen der gevangenis deden alzo; en Ezra, de priester, met de mannen, de hoofden der vaderen, naar het huis hunner vaderen, en zij allen, bij namen genoemd, scheidden zich af, en zij zaten op den eersten dag der tiende maand, om deze zaak te onderzoeken.

VersbegrippenMaand 10

En zij voleindden het met alle mannen, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen, tot op den eersten dag der eerste maand.

En er werden gevonden van de zonen der priesteren, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen; van de zonen van Jesua, den zoon van Jozadak, en zijn broederen, Maaseja, en Eliezer, en Jarib, en Gedalja.

Public domain