57 gebeurtenissen

'Des' in de Bijbel

En ik zeide: Och, HEERE, God des hemels, Gij, grote en vreselijke God! Die het verbond en de goedertierenheid houdt dien, die Hem liefhebben, en Zijn geboden houden.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodVerbintenis Tot GodTrouwGod Moet Gevreesd WordenGod Houdt Het VerbondFlexibiliteit

Gedenk toch des woords, dat Gij Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Gijlieden zult overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien.

VersbegrippenBuitenstaandersDienaren Van De HeerOntrouw Tegenover GodGod Die Israël Verstrooit

En gij zult u tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen; al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar verzamelen, en zal ze brengen tot de plaats, die Ik verkoren heb, om Mijn Naam aldaar te doen wonen.

VersbegrippenGods Eis Tot BekeringPrivileges Van VerkiezingTerugkeren Naar GodHeropleving Van BedrijvenSamenkomen IsraëlEen Plek Voor Gods Naam

Och, HEERE, laat toch Uw oor opmerkende zijn op het gebed Uws knechts, en op het gebed Uwer knechten, die lust hebben Uw Naam te vrezen; en doe het toch Uw knecht heden wel gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht dezes mans. Ik nu was des konings schenker.

VersbegrippenDe Vreugde Van GodSchenkerEerbied En ZegeningSuccesButlersResultaten Van Angst Van GodVoorspoedBesteed Aandacht Aan God!Succes Door God

Zo zeide de koning tot mij: Waarom is uw aangezicht treurig, zo gij toch niet krank zijt? Dit is niet dan treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer.

VersbegrippenMenselijke EmotieMenselijk HartAngst En DepressieHartzeerDepressie

Toen kwam ik tot de landvoogden aan gene zijde der rivier, en gaf hun de brieven des konings. En de koning had oversten des heirs en ruiteren met mij gezonden.

VersbegrippenVoorbij De Rivier

Daarna maakte ik mij des nachts op, ik en weinig mannen met mij, en ik gaf geen mens te kennen, wat mijn God in mijn hart gegeven had, om aan Jeruzalem te doen; en er was geen dier met mij, dan het dier, waarop ik reed.

VersbegrippenHart En De Heilige GeestOp Paarden RijdenGedurende Een NachtZij Die Niets Zeggen

En ik ging voort naar de Fonteinpoort, en naar des konings vijver; doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan.

VersbegrippenPoelenGenoemde Poorten

Toen ging ik op, des nachts, door de beek, en ik brak aan den muur; en ik keerde weder, en kwam in de Dalpoort; alzo keerde ik wederom.

VersbegrippenGenoemde PoortenGedurende Een Nacht

En ik gaf hun te kennen de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede.

VersbegrippenBeginGods HandGods Handen Op MensenWederopbouw van JeruzalemBouwWederopbouw

En aan hun hand verbeterden Melatja, de Gibeoniet, en Jadon, de Meronothiet, de mannen van Gibeon en van Mizpa; tot aan den stoel des landvoogds aan deze zijde der rivier.

VersbegrippenBestuurdersDe Aard Van Menselijke AutoriteitVoorbij De Rivier

En aan hun hand verbeterde Refaja, de zoon van Hur, overste des halven deels van Jeruzalem.

VersbegrippenHeersersHelft Van Districten

En de Fonteinpoort verbeterde Sallum, de zoon van Kol-Hoze, overste van het deel van Mizpa; hij bouwde ze, en overdekte ze, en richtte haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen; daartoe den muur des vijvers Schelah bij des konings hof, en tot aan de trappen, die afgaan van Davids stad.

VersbegrippenNatuurlijke TuinTuinbouwTrappenPoelenGenoemde PoortenStappenTuinen Aan Paleizen

Palal, de zoon van Uzai, tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des konings huis uitsteekt, die bij den voorhof der gevangenis is; na hem Pedaja, de zoon van Paros;

VersbegrippenDe Hoek

Toen zeide Juda: De kracht der dragers is vervallen, en des stofs is veel, zodat wij aan den muur niet zullen kunnen bouwen.

VersbegrippenOnmogelijk Voor MensenRommelGeen Kracht MeerMoe Worden Tijdens Actie

En ik zag toe, en maakte mij op, en zeide tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des volks: Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan dien groten en vreselijken HEERE, en strijdt voor uw broederen, uw zonen en uw dochteren, uw vrouwen en uw huizen.

VersbegrippenLiefde En De WereldEdelenWees Niet Bang Van MensenVijanden BevechtenGod Moet Gevreesd WordenFamiliesFamilie LiefdeLiefde En FamilieFamilie En VriendenFamilie GeschilGod Vertrouwen En Geen Zorgen MakenTegenslag OverwinnenVijandelijke AanvallenJouw Familie BeschermenKwetsbaarheid

En ik zeide tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des volks: Het werk is groot en wijd; en wij zijn op den muur afgezonderd, de een ver van den ander;

VersbegrippenVerspreiden

Alzo waren wij doende aan het werk; en de helft van hen hielden de spiesen, van het opgaan des dageraads tot het voortkomen der sterren toe.

VersbegrippenDageraadIjverVoorbeelden Van IjverVoorbeelden Van IjverVan Ochtend Tot AvondHelft Van Groepen

Ook zeide ik te dier tijd tot het volk: Een iegelijk vernachte met zijn jongen binnen Jeruzalem, opdat zij ons des nachts ter wacht zijn, en des daags aan het werk.

Maar het geroep des volks en hunner vrouwen was groot, tegen hun broederen, de Joden.

VersbegrippenVoorbeelden Van OnderdrukkingSchreeuw

Desgelijks waren er, die zeiden: Wij hebben geld ontleend tot des konings cijns, op onze akkers en onze wijngaarden.

VersbegrippenGebruik Van GeldBelastenBelastingBelasting Die Betaald Moet Worden

Ook van dien dag af, dat hij mij bevolen heeft hun landvoogd te zijn in het land Juda, van het twintigste jaar af, tot het twee en dertigste jaar van den koning Arthahsasta, zijnde twaalf jaren, heb ik, met mijn broederen, het des landvoogds niet gegeten.

VersbegrippenBestuurdersArtaxerxes De KoningTien Tot Veertien Jaar

En wat voor een dag bereid werd, was een os en zes uitgelezen schapen; ook werden mij vogelen bereid, en binnen tien dagen van allen wijn zeer veel; nog heb ik bij dezen het brood des landvoogds niet gezocht, omdat de dienstbaarheid zwaar was over dit volk.

VersbegrippenZes Dingen

Als ik nu kwam in het huis van Semaja, den zoon van Delaja, den zoon van Mehetabeel (hij nu was besloten), zo zeide hij: Laat ons samenkomen in het huis Gods, in het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht zullen zij komen, om u te doden.

VersbegrippenIntimidatieDeuren SluitenMensen OntmoetenPogingen Om Bepaalde Mensen Te DodenWederopbouw Van De Tempel

De stad nu was wijd van ruimte en groot; doch des volks was weinig daarbinnen; en de huizen waren niet gebouwd.

VersbegrippenStadGrootsheidEnkele Mensen

De kinderen des anderen Elams, duizend, tweehonderd vier en vijftig;

VersbegrippenDuizenden

En anderen van de hoofden der vaderen gaven tot den schat des werks, aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend en tweehonderd ponden.

VersbegrippenHoge BenoemingenGeld Voor De Tempel

En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken.

VersbegrippenDe Jaren ZestigKledij Van PriestersHoge BenoemingenGeld Voor De Tempel

En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.

VersbegrippenStaanHoutAssistentenJuiste KantAan De Linkerkant

Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte.

VersbegrippenRouw NietHeilige Tijden

En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet.

VersbegrippenFeestenMaand 7

Want als zij opgestaan waren op hun standplaats, zo lazen zij in het wetboek des HEEREN, huns Gods, een vierendeel van den dag; en op een ander vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun God.

VersbegrippenNatuurlijke Gebruik Van DagenBoek Van De WetLezenSynagogeElementen Van AanbiddenHet Schrift LezenEen Vierde PadBeleden ZondeGod AanbiddenSamen AanbiddenDe Bijbel LezenBiechten

En Gij hebt ze des daags geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, om hen te lichten op den weg, waarin zij zouden wandelen.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesNatuurlijk LichtZuilenGedenkstenenGod Verschijnt In VuurLicht In De WereldGedurende De DagGod heeft GeleidNavigatie

Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen.

VersbegrippenVerlatenheidOntvangen Van Gods BegeleidingGedenkstenenGod Verschijnt In VuurLicht In De WereldGod Die Niet VerzaaktGedurende De DagGod heeft Geleid

Voorts hebt Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld in hoeken. Alzo hebben zij erfelijk bezeten het land van Sihon, te weten, het land des konings van Hesbon, en het land van Og, koning van Basan.

VersbegrippenKoninkrijkenGod Stelt Grenzen

Gij hebt ook hun kinderen vermenigvuldigd, als de sterren des hemels; en Gij hebt hen gebracht in het land, waarvan Gij tot hun vaderen hadt gezegd, dat zij zouden ingaan om het erfelijk te bezitten.

VersbegrippenZegeningen Aan AbrahamSterren

Alzo zijn de kinderen daarin gekomen, en hebben dat land erfelijk ingenomen; en Gij hebt de inwoners des lands, de Kanaanieten, voor hun aangezicht ten ondergebracht, en hebt hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te doen naar hun welgevallen.

VersbegrippenVoorbeelden Van OorlogZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

De hoofden des volks: Parhos, Pahath-Moab, Elam, Zatthu, Bani,

En het overige des volks, de priesteren, de Levieten, de poortiers, de zangers, de Nethinim, en al wie zich van de volken der landen had afgescheiden tot Gods wet, hun vrouwen, hun zonen en hun dochteren, al wie wetenschap en verstand had;

VersbegrippenScheiden Van Slechte MensenZangersMensen Met KennisTempelassistenten

Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods, die gegeven is door de hand van den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen;

VersbegrippenVerbintenis Tot GodMenselijke BeloftesDienaren Van De HeerDe Vloek Van De WetLatere Verbonden Met GodMensen Die Gebonden Zijn Aan Een EedDe Wet Gegeven Door Mozes

En dat wij onze dochteren niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren nemen voor onze zonen.

VersbegrippenExclusiviteitBeperkingen Omtrent Het HuwelijkDeelname In ZondeGemengde Huwelijken

Ook als de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat, of op een anderen heiligen dag van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis.

VersbegrippenPersoonlijke EthiekKopen En VerkopenKredietRespect Voor De OmgevingSabbatjaarDe Sabbat In OTHandelJarenSchuldenarenKwijtschelden Van SchuldAnnuleren SchuldenDe Sabbat RespecterenSchuld

Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het huis onzer vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar des HEEREN, onzes Gods, gelijk het in de wet geschreven is;

VersbegrippenLoten UitschrijvenHoutAltaar Van De HeerBrandhout

Dat wij ook de eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN;

VersbegrippenBeweringenEerste VruchtenVerantwoordelijkheid

Want de kinderen Israels en de kinderen van Levi moeten hefoffer van koren, most en olie in die kameren brengen, omdat aldaar de vaten des heiligdoms zijn, en de priesteren, die dienen, en de poortiers, en de zangers; dat wij alzo het huis onzes Gods niet zouden verlaten.

VersbegrippenOlieGods Dingen Verzuimen

Voorts woonden de oversten des volks te Jeruzalem; maar het overige des volks wierpen loten, om uit tien een uit te brengen, die in de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere steden.

VersbegrippenStadKansEen Tiende Van De MensheidHeilige Stad

Want er was een gebod des konings van hen, te weten, een zeker onderhoud voor de zangers, van elk dagelijks op zijn dag.

VersbegrippenZingenMuziek Om Te Vieren

En Petahja, de zoon van Mesezabeel, van de kinderen van Zerah, den zoon van Juda, was aan des konings hand, in alle zaken tot het volk.

Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de Waterpoort, tegen het oosten.

VersbegrippenTrappenGenoemde PoortenStappen

Het tweede dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de helft des volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan den breden muur;

VersbegrippenOvensOvensAan De Linkerkant

Want in de dagen van David en Asaf, van ouds, waren er hoofden der zangers, en des lofgezangs, en der dankzeggingen tot God.

VersbegrippenWijze En Methodes Van LovenZingenZangersTijden Van MensenOude Koren

Te dien dage werd er gelezen in het boek van Mozes, voor de oren des volks; en daarin werd geschreven gevonden, dat de Ammonieten en Moabieten niet zouden komen in de gemeente Gods, tot in eeuwigheid;

VersbegrippenToeschouwersLezenDe Betekenis Van MozesHet Schrift LezenBoek Van De WetWetten Die Vreemdelingen Beperken

Gedenk aan hen, mijn God, omdat zij het priesterdom hebben verontreinigd, ja, het verbond des priesterdoms en der Levieten.

VersbegrippenGods Verbond Met Israëls' priesters

Ook tot het offer des houts, op bestemde tijden, en tot de eerstelingen. Gedenk mijner, mijn God, ten goede.

VersbegrippenGod BehagenBrandhoutEerste Vruchten

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek


Public domain