5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Doet' in de Bijbel

Als nu Sanballat, de Horoniet, en Tobia, de Ammonietische knecht, en Gesem, de Arabier, dit hoorden, zo bespotten zij ons, en verachtten ons; en zij zeiden: Wat is dit voor een ding, dat gijlieden doet? Wilt gijlieden tegen den koning rebelleren?

VersbegrippenVoorbeelden Van MinachtingGelachSpotOpstand Tegen Menselijke AutoriteitDe Aard Van SpotNegatieve Aspecten Van SpraakKarakter Van Het Kwaad

Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden?

VersbegrippenVerwijtVrees God!

En Gij hebt tegen hen betuigd, om hen te doen wederkeren tot Uw wet; maar zij hebben trotselijk gehandeld, en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens, die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder teruggetogen, en hun nek verhard, en niet gehoord.

VersbegrippenDe Aard Van ZondeStijfkoppige MensenLeven Door Zich Aan De Wet Te HoudenWerk Van De WetTrotse Mensen

Zo twistte ik met de edelen van Juda, en zeide tot hen: Wat voor een boos ding is dit, dat gijlieden doet, en ontheiligt den sabbatdag?

VersbegrippenEdelenGodslasteringGerechtvaardigde Voorbeelden Van WoedeGeschillenDe Sabbat Overtreden

Zo betuigde ik tegen hen, en zeide tot hen: Waarom vernacht gijlieden tegenover den muur? Zo gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van dien tijd af kwamen zij niet op den sabbat.

Public domain