'Doet' in de Bijbel
Maar die buiten zijn oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg.
Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.
Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.
Doch die vast staat in zijn hart, geen noodzaak hebbende, maar macht heeft over zijn eigen wil, en dit in zijn hart besloten heeft, dat hij zijn maagd zal bewaren, die doet wel.
Alzo dan, die haar ten huwelijk uitgeeft, die doet wel; en die ze ten huwelijk niet uitgeeft, die doet beter.
Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.
En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie verordend heb, doet ook gij alzo.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (13)
- Exodus (12)
- Leviticus (9)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (17)
- Jozua (3)
- Richteren (8)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (4)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (5)
- Ezra (2)
- Nehemia (5)
- Esther (1)
- Job (25)
- Psalmen (57)
- Spreuken (19)
- Prediker (6)
- Jesaja (26)
- Jeremia (34)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (30)
- Daniël (2)
- Hosea (1)
- Amos (4)
- Nahum (1)
- Zefanja (2)
- Zacharia (2)
- Maleachi (4)
- Mattheüs (18)
- Markus (11)
- Lukas (20)
- Johannes (25)
- Handelingen (7)
- Romeinen (10)
- 1 Corinthiërs (9)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (4)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (3)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (5)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (7)
- 3 Johannes (4)
- Openbaring (7)