'Doet' in de Bijbel
En de HEERE zeide tot Mozes: Terwijl gij heentrekt, om weder in Egypte te keren, zie toe, dat gij al de wonderen doet voor Farao, die Ik in uw hand gesteld heb; doch Ik zal zijn hart verstokken, dat hij het volk niet zal laten gaan.
Derhalve gingen de ambtlieden der kinderen Israels, en schreeuwden tot Farao, zeggende: Waarom doet gij uw knechten alzo?
Wanneer Farao tot ulieden spreken zal, zeggende: Doet een wonderteken voor ulieden; zo zult gij tot Aaron zeggen: Neem uw staf, en werp hem voor Farao's aangezicht neder; hij zal tot een draak worden.
Als de schoonvader van Mozes alles zag, wat hij het volk deed, zo zeide hij: Wat ding is dit, dat gij het volk doet? Waarom zit gij zelf alleen, en al het volk staat voor u, van den morgen tot den avond?
Doch de schoonvader van Mozes zeide tot hem: De zaak is niet goed, die gij doet.
Indien gij deze zaak doet, en God het u gebiedt, zo zult gij kunnen bestaan; zo zal ook al dit volk in vrede aan zijn plaats komen.
En indien hij haar deze drie dingen niet doet, zo zal zij om niet uitgaan, zonder geld.
Maar zo gij Zijner stem naarstiglijk gehoorzaamt, en doet al wat Ik spreken zal, zo zal Ik uwer vijanden vijand, en uwer wederpartijders wederpartij zijn.
De man, die zulk een zalf maken zal als deze, of die daarvan op wat vreemds doet, die zal uitgeroeid worden uit zijn volken.
Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.
Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op de sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Zes dagen zal men het werk doen; maar op den zevenden dag zal ulieden heiligheid zijn, een sabbat der rust den HEERE; al wie daarop werk doet, zal gedood worden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (13)
- Exodus (12)
- Leviticus (9)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (17)
- Jozua (3)
- Richteren (8)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (4)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (5)
- Ezra (2)
- Nehemia (5)
- Esther (1)
- Job (25)
- Psalmen (57)
- Spreuken (19)
- Prediker (6)
- Jesaja (26)
- Jeremia (34)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (30)
- Daniël (2)
- Hosea (1)
- Amos (4)
- Nahum (1)
- Zefanja (2)
- Zacharia (2)
- Maleachi (4)
- Mattheüs (18)
- Markus (11)
- Lukas (20)
- Johannes (25)
- Handelingen (7)
- Romeinen (10)
- 1 Corinthiërs (9)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (4)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (3)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (5)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (7)
- 3 Johannes (4)
- Openbaring (7)