6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Eer' in de Bijbel

Een man, denwelken God gegeven heeft rijkdom, en goederen, en eer; en hij heeft voor zijn ziel aan geen ding gebrek, van alles wat hij begeert; en God geeft hem de macht niet, om daarvan te eten, maar dat een vreemd man dat opeet. Dit is ook ijdelheid en een kwade smart.

VersbegrippenNutteloze PogingHet Lijden Van VreemdelingenGod Geeft RijkdomTragedieBlij Zijn En Van Het Leven GenietenRijkdom En VoorspoedGenieten Van Het LevenGeld ZegeningenKattenBezittingenEmancipatie

Een dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken en opwellen; alzo een weinig dwaasheid een man, die kostelijk is van wijsheid en van eer.

VersbegrippenVliegenVliegenInsecten

Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder.

VersbegrippenWauwelaarsSlangenbeten

Eer dat het zilveren koord ontketend wordt, en de gulden schaal in stukken gestoten wordt, en de kruik aan de springader gebroken wordt, en het rad aan den bornput in stukken gestoten wordt;

VersbegrippenContainers BrekenContainer Voor WaterTouwenWielenDingen Zoals GoudDingen Zoals ZilverZenuwachtigheidDe Ketenen VerbrekenLongen

Public domain