4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Ging' in de Bijbel

Toen ging tot hem uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier.

VersbegrippenSchriftgeleerdenRecorders

En het geschiedde, als de koning Hizkia dat hoorde, zo scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak, en ging in het huis des HEEREN.

VersbegrippenDe Tempel BinnengaanZij Die Kledij Verscheurden

Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenBrievenVerspreiden

In plaats dat gij verlaten en gehaat zijt geweest, zodat niemand door u henen ging, zo zal Ik u stellen tot een eeuwige heerlijkheid, tot een vreugde van geslacht tot geslacht.

VersbegrippenToekomstMensen Die Mensen VerlatenMensen Die Gehaat WordenJe Zal Vieren In De VerlossingUitmuntendheidVersterking

Public domain