25 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hen' in de Bijbel

En zijn zonen gingen, en maakten maaltijden in ieders huis op zijn dag; en zij zonden henen, en nodigden hun drie zusteren, om met hen te eten en te drinken.

VersbegrippenFeestenBanketten, activiteitenUitnodigingenVrijetijd En VrijetijdsbestedingVermaakVieringVieren

Het geschiedde dan, als de dagen der maaltijden omgegaan waren, dat Job henenzond, en hen heiligde en des morgens vroeg opstond, en brandofferen offerde naar hun aller getal; want Job zeide: Misschien hebben mijn kinderen gezondigd, en God in hun hart gezegend. Alzo deed Job al die dagen.

VersbegrippenGewoonteSlechte OudersDe Gebeden Van Ouders Voor Hun KinderenVoorbeelden Van Vroeg OpstaanVoorbeelden Van FamiliesGodsvrucht 's OchtendsVerbrand OfferOfferandesZonenWereldlijk Plezier Leidt TotDe Plicht Van Ouders Tegenover KinderenVroeg OpstaanZij Die Vroeg OpstondenGod VervloekenMensen Heilig MakenVroeg OpstaanOfferKinderenRozen

Er was nu een dag, als de kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam.

VersbegrippenGeestenHet Karakter Van SatanZonen Van GodVerenigingenEngelen Als Zonen Van GodSatanDe DuivelOntspanning

Wederom was er een dag, als de kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam, om zich voor den HEERE te stellen.

VersbegrippenGeestenZonen Van GodVerenigingenEngelen Als Zonen Van God

Verreist niet hun uitnemendheid met hen? Zij sterven, maar niet in wijsheid.

VersbegrippenTentenDwaasheid Van De Mens

Indien uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft hen ook in de hand hunner overtreding geworpen.

VersbegrippenZonde Kleeft Aan De Zondaar

Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is.

VersbegrippenZwerversDwaasheid Van De Mens

Zij tasten in de duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen, als een dronkaard.

VersbegrippenOvervallen Door De DuisternisZich Verloren VoelenDronkaards

Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen.

VersbegrippenHet Eerzame Zal Worden GeëerdZij Die Onwetend Waren

Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.

VersbegrippenDwaasheid Van De Mens

Hun zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen.

VersbegrippenGezegende Kinderen

Hun huizen hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods is op hen niet.

VersbegrippenZij Die Niet Vrezen

De rechtvaardigen zagen het, en waren blijde, en de onschuldige bespotte hen;

Want de morgenstond is hun te zamen de schaduw des doods; als men hen kent, zijn zij in de strikken van des doods schaduw.

VersbegrippenDuisternis Van Het Kwaad

Zij zijn een weinig tijds verheven, daarna is er niemand van hen; zij worden nedergedrukt; gelijk alle anderen worden zij besloten; en gelijk de top ener aar worden zij afgesneden.

VersbegrippenVerafschuwenWereldlijke AmbitieDe Trotsen Vernederen

Na mijn woord spraken zij niet weder, en mijn rede drupte op hen.

VersbegrippenIndividuen Die Niet SprekenMensen Die Stil Zijn

Waartoe zou mij ook geweest zijn de krachten hunner handen? Zij was door ouderdom in hen vergaan.

VersbegrippenZonder Kracht

Zij werden uit het midden uitgedreven; (men jouwde over hen, als over een dief),

VersbegrippenMensen Verbannen

Daarom dat Hij hun werken kent, zo keert Hij hen des nachts om, en zij worden verbrijzeld.

VersbegrippenAlwetende God

Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven.

VersbegrippenDe RechtvaardigenGod Ziet De RechtvaardigenMensen Van Het Koninkrijk

En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft.

VersbegrippenZondige HartenWrokGevallen En Verlost HartWrok Tegenover GodWrokNiet BiddenHypocrisie

Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!

VersbegrippenZelfgerechtigheid En Het Evangelie

Toen gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht van Job aan.

Public domain