98 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hen' in de Bijbel

Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.

VersbegrippenAndrewVerbintenis Tot Jezus ChristusGeloofwaardigheid

Jezus zeide tot hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven toe.

VersbegrippenGoddelijke Kracht Boven NatuurWater Drinken

En Hij zeide tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester; en zij droegen het.

VersbegrippenKenmerken Van BankettenAvondmaalWater Ophalen

Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden Zijn discipelen gedachtig, dat Hij dit tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken had.

VersbegrippenOorsprong Van GeloofGedenkenBegripGeloven In ProfetenChristus Zou OpstaanDiscipelschapDe Dood Van Christus

Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende,

VersbegrippenWantrouwenToevertrouwendGeloof En VertrouwenAndere Vertrouwen

Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met hen, en doopte.

VersbegrippenDoop Van De Heilige GeestChristelijk DoopselBewegingen Van DiscipelenDoopsel

Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.

VersbegrippenGretigheidTwee WegenTijdelijk Blijven

Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts.

VersbegrippenUurKoortsStellen Van Bepaalde VragenWanneer?Mensen Die VerbeterenHerstelVooruitgang

Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme.

VersbegrippenOngeloof En Leven Van GeloofSalarissenWeinig VoedselGeen VoedselGenade Is VoldoendeWaarde

En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen.

VersbegrippenBotenDuisternis Van De NachtOversteek Naar De Andere ZijdeBewegingen Van DiscipelenMeren

Jezus antwoordde dan, en zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander.

VersbegrippenMompelenMopperenMopper Niet

Jezus nu, wetende bij Zichzelven, dat Zijn discipelen daarover murmureerden, zeide tot hen: Ergert ulieden dit?

VersbegrippenBewustzijnMopperenDe Kennis Van Christus Over De MensDe Woorden Van De DiscipelenKlagenKritiek

Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd bereid.

VersbegrippenTijdloosheidJuiste Tijd Voor De MensenNiet De TijdAndere TijdenTijden Van Christus

En als Hij deze dingen tot hen gezegd had, bleef Hij in Galilea.

Jezus antwoordde en zeide tot hen: Een werk heb Ik gedaan, en gij verwondert u allen.

VersbegrippenVerrassingen

En sommigen van hen wilden Hem grijpen; maar niemand sloeg de handen aan Hem.

VersbegrippenHandoplegging Voor Het KwaadArresteren Van Christus

De dienaars dan kwamen tot de overpriesters en Farizeen; en die zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet gebracht?

VersbegrippenChristus OverhandigenDe Hogepriesters Die Christus Veroordelen

En des morgens vroeg kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde Hij hen.

VersbegrippenDageraadVoetenVoorbeelden Van Vroeg OpstaanZittenJezus Als Onze LeraarZitten Om Te OnderwijzenChristus Die OnderwijstChristus In De Tempel

En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar.

VersbegrippenVoorbeelden Van GenadeSlimheidErkennen Van ZondeOnbarmhartigMishandelende OudersStenen WerpenChristus BevragenEerste MensenInstructies Over Steniging

Jezus antwoordde, en zeide tot hen: Hoewel Ik van Mijzelven getuig, zo is nochtans Mijn getuigenis waarachtig; want Ik weet, van waar Ik gekomen ben, en waar Ik heenga; maar gijlieden weet niet, van waar Ik kom, en waar Ik heenga.

VersbegrippenGetuigen Over Jezus ChristusDe Zelfkennis Van ChristusOnwetendheid Over ChristusChristus Die De Waarheid SpreektMensen Die BeginnenWaar Vandaan?Jezelf VeranderenGetuigenisGetuigenMezelf

Jezus dan zeide wederom tot hen: Ik ga heen, en gij zult Mij zoeken, en in uw zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, kunt gijlieden niet komen.

VersbegrippenHel Als Een ErvaringDood Van De GoddelozenVoorspellingen Uitgesproken Door JezusVertrekkenInstructies Over VolgenBekeer, Tenzij Je SterftNiet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen

En Hij zeide tot hen: Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld.

VersbegrippenWereldsheidDe Ik Ben Van ChristusDingen OnderChristus En De HemelPerspectief

Zij zeiden dan tot Hem: Wie zijt Gij? En Jezus zeide tot hen: Wat Ik van den beginne ulieden ook zegge.

VersbegrippenBeginnen Met LesgevenWie Is Jezus?Een Nieuwe Start

Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen.

VersbegrippenAbrahamAbraham, Familie En NakomelingenGoede Mensen NabootsenNakomelingen VanKinderen OpvoedenVaderschapEerherstel

Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.

VersbegrippenMissie Van Jezus ChristusLiefde Voor Christus Getoond AlsDe Relatie Van Christus Tot GodLiefde Voor GodGoddelijke BoodschapperMensen Die BeginnenNiet AlleenGod Stuurde AnderenGod Niet LiefhebbenLiefde En RelatiesVaderliefde

Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij.

VersbegrippenStenigenZich Verbergen Voor MensenChristus Zou Worden VermoordAngst Voor StenigingVerborgenProberen

De Farizeen dan vraagden hem ook wederom, hoe hij ziende geworden was. En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie.

De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers wat wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en nochtans heeft Hij mijn ogen geopend.

VersbegrippenVerbazingwekkendOnwetendheid Over ChristusOnwetendheid Over ChristusDe Afkomst Van ChristusWaar Vandaan?

Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.

VersbegrippenExcuusLeeftijd Van VerantwoordingBlindheidSchuld

En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen.

VersbegrippenUitverkoren ZijnKarakter Van HeiligenMensen Die VoorgingenInstructies Over Volgen

Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak.

VersbegrippenCommunicatieJezus Die Parabels GebruiktGeen Gezegden BegrijpenGebroken Hart

Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord.

VersbegrippenLuisterenStelenMensen Die VoorgingenDieven

Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken.

VersbegrippenVoorspellingen Uitgesproken Door JezusTussenstaatOntwakenLazarus

En sommigen uit hen zeiden: Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware?

VersbegrippenNiet StervenDe Blinden GenezenDood Vermeden

En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.

VersbegrippenDe DodenDoekBalsemenKenmerken Van BegrafenissenNaaktheid BedekkenLinnenServettenVastbindenLazarus

Maar sommigen van hen gingen tot de Farizeen, en zeiden tot hen, hetgeen Jezus gedaan had.

VersbegrippenFarizeeën Bezorgd Om ChristusVertellen Over JezusFarizeeën

En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets;

VersbegrippenZij Die Onwetend WarenRivieren

Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat.

VersbegrippenDuisternis Als Een Symbool Van ZondeTijd GevenEen Licht ZijnVoorspellingen Uitgesproken Door JezusWereldlijke Dilemma'sHet Licht Van ChristusOvervallen Door De DuisternisNiet Weten WaarHet Korte Leven Van Christus

Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich van hen.

VersbegrippenBeschrijvingen Van AdoptieZonenHet Belang Van VertrouwenHet Licht Van ChristusLicht Van Gods MensenZich Verbergen Voor MensenGeloof In Christus!Geloof En Vertrouwen

Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze.

VersbegrippenHardheid Van HartOngevoeligheidStijfkoppige MensenBekeerde MensenGod VerblindtGeen Spirituele Dingen ZienVol Onbebrip ZijnGod Hardt De MensGeen GenezingBasketbal

Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb?

VersbegrippenZelfkennisDe Liefde Van Jezus ChristusZichzelf KledenReine VoetenZorg Voor VoetenReiniging

Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.

VersbegrippenExcuusDe Basis Van EthiekVerantwoordelijkheid Tegenover GodMisbruik Van BevoegdhedenHet Feit Van Zijn Komst

Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.

VersbegrippenReacties Op WonderenGelijkheid Met GodGetuigen Over Jezus ChristusZij Die God ZagenDe Enige ChristusGods Werk DoenZo Vader Zo ZoonGod HatenRelatie Tussen Vader En Zoon

Jezus dan bekende, dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen: Vraagt gij daarvan onder elkander, dat Ik gezegd heb: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien, en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien?

VersbegrippenEen Korte TijdDe Herrezen Christus ZienChristus Niet ZienChristus BevragenDe Kennis Van Christus Over De MensHet Korte Leven Van ChristusKorte Tijd Tot Het Einde

Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.

VersbegrippenDe Betekenis Van MozesGod Gevend Aan De ZoonJezus Die BidtMensen Die Behoren Tot GodBidden Voor Anderen

En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.

VersbegrippenGeheiligde PersonenDe Waarheid OpvoerenHeiliging

Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?

VersbegrippenVoorkennisVoorkennis Van ChristusDe Zelfkennis Van ChristusDood

Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.

VersbegrippenHet Bestaan Van ChristusJudas Die Christus VerraadtDat Ben Ik

En de dienstknechten en de dienaars stonden, hebbende een kolenvuur gemaakt, omdat het koud was, en warmden zich. Petrus stond bij hen, en warmde zich.

VersbegrippenVuurGods Heerschap Over Het WeerGebruik Van SteenkoolKoud, Letterlijk GebruikKoud WeerVerwarmingHoutskoolHet Weer Dat Lijden Veroorzaakt

Wat ondervraagt gij Mij? Ondervraag degenen, die het gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken heb; zie, dezen weten, wat Ik gezegd heb.

VersbegrippenChristus HorenOndervragenDe Feiten Kennen

Pilatus dan ging tot hen uit, en zeide: Wat beschuldiging brengt gij tegen dezen Mens?

VersbegrippenBeschuldigingen Tegen Christus

Pilatus dan zeide tot hen: Neemt gij Hem, en oordeelt Hem naar uw wet. De Joden dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden.

VersbegrippenOnbeperktDoodstraf Voor MoordenDe Wet NalevenAutonomie

Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had, ging hij wederom uit tot de Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen schuld in Hem.

VersbegrippenAgnosticismeWat Is Dit?Joden

Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde.

VersbegrippenBeschuldigingen Tegen ChristusJezus Christus, Zonder Zonden

Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens!

VersbegrippenDoornenkroonBuitenkledijPaarse KledijWie Mag Dat ZijnKronen

Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld.

VersbegrippenHogepriestersBeschuldigingen Tegen ChristusCorrupte PriestersChristus Zou Worden VermoordDe Hogepriesters Die Christus Veroordelen

Maar zij riepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden: Wij hebben geen koning, dan den keizer.

VersbegrippenHogepriestersWoorden DuplicerenChristus VerdrijvenChristus Zou Worden Vermoord

Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.

VersbegrippenInzichtGebrek Aan InzichtDe Geliefde LeerlingIndividuen Die LopenNiet Weten WaarDe Liefde Van ChristusAndere Verwijzingen Naar DiscipelenChristus Nemen

En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.

VersbegrippenNiet Weten WaarChristus Nemen

En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam.

VersbegrippenVoorbeelden Van GeloofOngelovigheidTwaalf DiscipelenWeggaan

De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.

VersbegrippenVingersLichaamTwijfelaarsGevolgen Van TwijfelBesluiteloosheidOngeloof En Leven Van GeloofVoorbeelden Van OngeloofNagelsDe Handen Van ChristusDe Herrezen Christus ZienHet Betwijfelen Van De HerrijzenisVingers Van MensenKant Van MensenTekenen Nabijzijn Van ChristusKruisiging Van ChristusLittekens

En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!

VersbegrippenMetafysicaHet AvondmaalVerschijningen Van De Herrijzenis Van ChristusAcht DagenDeuren SluitenAndere Verwijzingen Naar Discipelen

Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets.

VersbegrippenBotenSamengaanNietsVissenDe Hele Nacht ActerenDiscipelschapVisPetrus

Jezus dan zeide tot hen: Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Zij antwoordden Hem: Neen.

En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.

VersbegrippenNettenDe Wonderen Van ChristusJuiste KantVis VangenVis

Jezus zeide tot hen: Brengt van den vissen, die gij nu gevangen hebt.

VersbegrippenVis

Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal. En niemand van de discipelen durfde Hem vragen: Wie zijt Gij? wetende, dat het de Heere was.

VersbegrippenDocetismeUitnodigingenMaaltijdenOntbijtEtende MensenNiet Aan Anderen VragenWie Is Jezus?De Moed VerliezenKoken

Public domain