274 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Het' in de Bijbel

En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israels den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaanieten, om tegen hen te krijgen?

VersbegrippenEerste Om Te VechtenVijanden Bevechten

Want de kinderen van Juda hadden tegen Jeruzalem gestreden, en hadden haar ingenomen, en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden de stad in het vuur gezet.

VersbegrippenVeroveringJeruzalem Verbranden

En daarna waren de kinderen van Juda afgetogen, om te krijgen tegen de Kanaanieten, wonende in het gebergte, en in het zuiden, en in de laagte.

VersbegrippenDe Shephelah

En het geschiedde, als zij tot hem kwam, dat zij hem aanporde, om van haar vader een veld te begeren; en zij sprong van den ezel af; toen zeide Kaleb tot haar: Wat is u?

VersbegrippenAfstijgen

De kinderen van den Keniet, den schoonvader van Mozes, togen ook uit de Palmstad op, met de kinderen van Juda, naar de woestijn van Juda, die tegen het zuiden van Harad is; en zij gingen heen en woonden met het volk.

VersbegrippenSchoonvadersSchoonbroers

En de HEERE was met Juda, dat hij de inwoners van het gebergte verdreef; maar hij ging niet voort om de inwoners des dals te verdrijven, omdat zij ijzeren wagenen hadden.

VersbegrippenStrijdwagensIjzerVoorbeelden Van OorlogZe Niet VerdrijvenIjzeren VoorwerpenGod Was Met JouOnmogelijk Uit Te Drijven

En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.

VersbegrippenGod Met Specifieke Mensen

En het huis van Jozef bestelde verspieders bij Beth-El; de naam nu dezer stad was te voren Luz.

VersbegrippenVerraders

Toen toog deze man in het land der Hethieten, en hij bouwde een stad, en noemde haar naam Luz; dit is haar naam tot op dezen dag.

VersbegrippenBouwenGegeven Namen Tot Vandaag

En het geschiedde, als Israel sterk werd, dat hij de Kanaanieten op cijns stelde; maar hij verdreef hen niet ganselijk.

VersbegrippenSlavernij In OTVoorbeelden Van OorlogGedwongen Arbeid

Ook verdreef Efraim de Kanaanieten niet, die te Gezer woonden; maar de Kanaanieten woonden in het midden van hem te Gezer.

VersbegrippenStammen Van Israël

Zebulon verdreef de inwoners van Kitron niet, noch de inwoners van Nahalol; maar de Kanaanieten woonden in het midden van hem, en waren cijnsbaar.

VersbegrippenSamenlevenGedwongen Arbeid

Maar de Aserieten woonden in het midden der Kanaanieten, die in het land woonden; want zij verdreven hen niet.

VersbegrippenSamenleven

Nafthali verdreef de inwoners van Beth-Semes niet, noch de inwoners van Beth-Anath, maar woonde in het midden der Kanaanieten, die in het land woonden; doch de inwoners van Beth-Semes en Beth-Anath werden hun cijnsbaar.

VersbegrippenSamenlevenGedwongen Arbeid

En de Amorieten drongen de kinderen van Dan in het gebergte; want zij lieten hun niet toe, af te komen in het dal.

Ook wilden de Amorieten wonen op het gebergte van Heres, te Ajalon, en te Saalbim; maar de hand van het huis van Jozef werd zwaar, zodat zij cijnsbaar werden.

VersbegrippenGedwongen Arbeid

En een Engel des HEEREN kwam opwaarts van Gilgal tot Bochim, en Hij zeide: Ik heb ulieden uit Egypte opgevoerd, en u gebracht in het land, dat Ik uw vaderen gezworen heb, en gezegd: Ik zal Mijn verbond met ulieden niet verbreken in eeuwigheid.

VersbegrippenVerbrekers Van VerbondBewaardersEigendom, LandHet Beloofde LandGod Haalt Israël Uit EgypteGod Houdt Het VerbondBescherming Van Engelen

En het geschiedde, als de Engel des HEEREN deze woorden tot alle kinderen Israels gesproken had, zo hief het volk zijn stem op en weende.

VersbegrippenEmotionele Aspecten Van Lijden

Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israels heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten.

En het volk diende den HEERE, al de dagen van Jozua, en al de dagen der oudsten, die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij aan Israel gedaan had.

VersbegrippenDe Grootheid Van God

En zij hem begraven hadden in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-Heres, op een berg van Efraim, tegen het noorden van den berg Gaas;

En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had.

VersbegrippenEen Volwassenen WordenGeneratiesDe Openbaring Van GodSpirituele OnwetendheidVerzameld Door Zijn VolkDood Van Een VaderRozenGod Kennen

Zo ontstak des HEEREN toorn tegen Israel, en Hij gaf hen in de hand der rovers, die hen beroofden; en Hij verkocht hen in de hand hunner vijanden rondom; en zij konden niet meer bestaan voor het aangezicht hunner vijanden.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTKopen En VerkopenInvasies

En wanneer de HEERE hun richteren verwekte, zo was de HEERE met den richter, en verloste hen uit de hand hunner vijanden, al de dagen des richters; want het berouwde den HEERE, huns zuchtens halve vanwege degenen, die hen drongen en die hen drukten.

VersbegrippenGod Als RechterDe Houding Van God Tegenover WreedheidGenade In OTGevoeligheidSympathieGod Redt Van De VijandenGod Met Specifieke MensenGod Toonde Genade

Maar het geschiedde met het versterven des richters, dat zij omkeerden, en verdierven het meer dan hun vaderen, navolgende andere goden, dezelve dienende, en zich voor die buigende; zij lieten niets vallen van hun werken, noch van dezen harden weg.

VersbegrippenGewoontesDe Aard Van ZondeEigen WilBuigen Voor Valse GodenAndere GodenDood Van AmbtsdragersGods Volk Zondigde

Vijf vorsten der Filistijnen, en al de Kanaanieten, en de Sidoniers, en de Hevieten, wonende in het gebergte van den Libanon, van den berg Baal-Hermon, tot daar men komt te Hamath.

VersbegrippenHeersersVijf Mensen

Als nu de kinderen Israels woonden in het midden der Kanaanieten, der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten;

VersbegrippenAmorietenOmgaan Met De Naties

Toen was het land veertig jaren stil, en Othniel, de zoon van Kenaz, stierf.

VersbegrippenVeertig JaarNummer Veertig40 Tot 50 jaarTijd Van Vrede

En het geschiedde, als hij geeindigd had het geschenk te leveren, zo geleidde hij het volk, die het geschenk gedragen hadden;

VersbegrippenMensen Naar Huis Sturen

Ehud dan reikte zijn linkerhand uit, en nam het zwaard van zijn rechterheup, en stak het in zijn buik;

VersbegrippenMoordMagenDijenAndere Juiste Delen

Dat ook het hecht achter het lemmer inging, en het vet om het lemmer toesloot (want hij trok het zwaard niet uit zijn buik), en de drek uitging.

VersbegrippenAchterkantOntlastingVet Van MensenOntladingenPoep

Toen ging Ehud uit van de voorzaal, en sloot de deuren der opperzaal voor zich toe, en deed ze in het slot.

VersbegrippenVeranda'sDeuren SluitenSloten En Staven

Als hij uitgegaan was, zo kwamen zijn knechten, en zagen toe, en ziet, de deuren der opperzaal waren in het slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij bedekt zijn voeten in de verkoelkamer.

VersbegrippenOntlasting

En het geschiedde, als hij aankwam, zo blies hij met de bazuin op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels togen met hem af van het gebergte, en hij zelf voor hun aangezicht heen.

VersbegrippenBergenSoorten MuziekinstrumentenTrompetten Voor Signalering

Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht; en het land was stil tachtig jaren.

VersbegrippenVerovering80 Tot 100 JaarTijd Van Vrede

En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-El, op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels gingen op tot haar ten gerichte.

VersbegrippenPalmbomenRechtbanken

Zo riep Sisera al zijn wagenen bijeen, negenhonderd ijzeren wagenen, en al het volk, dat met hem was, van Haroseth der heidenen tot de beek Kison.

VersbegrippenStrijdwagensZeven- Tot NegenhonderdIjzeren VoorwerpenRivier Kishon

En de HEERE versloeg Sisera, met al zijn wagenen, en het ganse heirleger, door de scherpte de zwaards, voor het aangezicht van Barak; dat Sisera van den wagen afklom, en vluchtte op zijn voeten.

VersbegrippenStrijdwagensGod Overwint

En Barak jaagde ze na, achter de wagenen en achter het heirleger, tot aan Haroseth der heidenen. En het ganse heirleger van Sisera viel door de scherpte des zwaards, dat er niet overbleef tot een toe.

VersbegrippenVerovering

Maar Sisera vluchtte op zijn voeten naar de tent van Jael, de huisvrouw van Heber, den Keniet; want er was vrede tussen Jabin, den koning van Hazor, en tussen het huis van Heber, den Keniet.

VersbegrippenOntsnappen, Fysieke DingenVoorbeelden Van OntsnappenNomadenGenoemde VrouwenTijd Van Vrede

Ook zeide hij tot haar: Sta in de deur der tent; en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand.

VersbegrippenLege Plaatsen

Alzo heeft God te dien dage Jabin, den koning van Kanaan, ten ondergebracht, voor het aangezicht der kinderen Israels.

Looft den HEERE, van het wreken der wraken in Israel, van dat het volk zich gewillig heeft aangeboden.

VersbegrippenUit Zichzelf GevenMensen Die VoorgingenPrijs God Voor Zijn GiftenVrijwilligerswerk

HEERE! toen Gij voorttoogt van Seir, toen Gij daarheen traadt van het veld van Edom, beefde de aarde, ook droop de hemel, ook dropen de wolken van water.

VersbegrippenNatuurlijk Gebruik Van WolkenWaterGod Schudt De AardeGod Stuurde Regen

De bergen vervloten van het aangezicht des HEEREN; zelfs Sinai van het aangezicht des HEEREN, des Gods van Israel.

VersbegrippenAardbevingenBergenBevende Bergen

Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE!

VersbegrippenDeborahWelwillende MensenVrijwilligerswerk

Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van!

VersbegrippenEzelsAchterkantWegenWandelenReizigersVrijwilligerswerk

Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.

VersbegrippenDe Gerechtigheid Van GodStemmenIn De Poort Staan

Toen deed Hij de overgeblevenen heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet mij heersen over de geweldigen.

VersbegrippenEdelenOverlevenden Van NatiesOverheersing

Ook waren de vorsten in Issaschar met Debora; en gelijk Issaschar, alzo was Barak; op zijn voeten werd hij gezonden in het dal. In Rubens gedeelten waren de inbeeldingen des harten groot.

VersbegrippenPrinsenGraad

Waarom bleeft gij zitten tussen de stallingen, om te horen het geblaat der kudden? De gedeelten van Ruben hadden grote onderzoekingen des harten.

VersbegrippenSchapestallen

Zebulon, het is een volk, dat zijn ziel versmaad heeft, insgelijks Nafthali, op de hoogten des velds.

VersbegrippenVoorbeelden Van MoedHet Leven VerachtRiskeren

Toen werden de paardenhoeven verpletterd, van het rennen, het rennen zijner machtigen.

VersbegrippenDonder

De moeder van Sisera keek uit door het venster, en schreeuwde door de tralien: Waarom vertoeft zijn wagen te komen! Waarom blijven de gangen zijner wagenen achter?

VersbegrippenLiefde En De WereldDoor Vensters KijkenMensen Die Vertraagden

Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! die Hem daarentegen liefhebben, moeten zijn, als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig jaren.

VersbegrippenDageraadDeborahMiddagNummer Veertig40 Tot 50 jaarVijanden Van GodTijd Van VredeLiefde En KrachtZonVrede En KrachtKruistochten

Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, zo kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en die van het oosten kwamen ook op tegen hen.

VersbegrippenNomadenLandbouwVijandelijke AanvallenIsraëlZaaien

Want zij kwamen op met hun vee en hun tenten; zij kwamen gelijk de sprinkhanen in menigte, dat men hen en hun kemelen niet tellen kon; en zij kwamen in het land, om dat te verderven.

VersbegrippenInsectenVeel StrijdersSprinkhanenTentenSprinkhanenOntelbaar

En het geschiedde, als de kinderen Israels tot den HEERE riepen, ter oorzake van de Midianieten;

VersbegrippenHuilen Tot God

Zo zond de HEERE een man, die een profeet was, tot de kinderen Israels; die zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u uit Egypte doen opkomen, en u uit het diensthuis uitgevoerd;

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTBoodschapperGroepen Van SlavenGod Haalt Israël Uit Egypte

Toen kwam een Engel des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, welke aan Joas, den Abi-ezriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten.

VersbegrippenLandbouw, VoorwaardenOptreden Van God In OTGraanDorsenTarweWijnpersStrijdersEikenIn Het Geheim HandelenGideon

En hij zeide tot Hem: Och, mijn Heer! waarmede zal ik Israel verlossen? Zie, mijn duizend is het armste in Manasse, en ik ben de kleinste in mijns vaders huis.

VersbegrippenExcuusStammenTwijfelaarsMinderwaardigheidVereisten Voor PredikantenBescheidenheidLichamelijke ZwakteLeiderschapVoorbeelden Van NederigheidHet Jongste KindZonder KrachtDepressieGideon

En hij zeide tot Hem: Indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo doe mij een teken, dat Gij het zijt, Die met mij spreekt.

VersbegrippenGevolgen Van TwijfelTwijfelaarsZekerheid In Het Leven Van GeloofTekens ZoekenEen Teken ZoekenJe Zal Weten Dat Ik De Heer BenGunstGideon

En Gideon ging in, en bereidde een geitenbokje, en ongezuurde koeken van een efa meels; het vlees legde hij in een korf, en het sop deed hij in een pot; en hij bracht het tot Hem uit, tot onder den eik, en zette het nader.

VersbegrippenGeitenBloemVoedselBouillonGewichten En Maten, DroogEphah [Tien Omers]Zij Die Maaltijden AanbodenGideon

Doch de Engel Gods zeide tot hem: Neem het vlees en de ongezuurde koeken, en leg ze op dien rotssteen, en giet het sop uit; en hij deed alzo.

VersbegrippenBouillonGideon

En de Engel des HEEREN stak het uiterste van den staf uit, die in Zijn hand was, en roerde het vlees en de ongezuurde koeken aan; toen ging er vuur op uit de rots, en verteerde het vlees en de ongezuurde koeken. En de Engel des HEEREN bekwam uit zijn ogen.

VersbegrippenPersoneelVuur Van De HemelOffers VerbrandenVerdwijningen

Toen zag Gideon, dat het een Engel des HEEREN was; en Gideon zeide: Ach, Heere, HEERE! daarom, omdat ik een Engel des HEEREN gezien heb van aangezicht tot aangezicht.

VersbegrippenGod ErvarenOog In Oog Staan Met GodZij Die God ZagenGideon

Toen bouwde Gideon aldaar den HEERE een altaar, en noemde het: De HEERE is vrede! het is nog tot op dezen dag in Ofra der Abi-ezrieten.

VersbegrippenHerdenkingNamen Van GodAltaren BouwenGod Van VredeNamen Waar God Bij Betrokken IsDe Aard Van GodMensen Die Dingen BenoemenPlaatsen Tot Op De DagGideon

En het geschiedde in dienzelven nacht, dat de HEERE tot hem zeide: Neem een var van de ossen, die van uw vader zijn, te weten, den tweeden var, van zeven jaren; en breek af het altaar van Baal, dat van uw vader is, en houw af het bos, dat daarbij is.

VersbegrippenHeiligdommenAltarenVernietiging Van Satans WerkDieren Op Specifieke LeeftijdenGideon

En bouw den HEERE, uw God, een altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame plaats; en neem den tweeden var, en offer een brandoffer met het hout der hage, die gij zult hebben afgehouwen.

VersbegrippenHoogteHoutAltaren Gebouwd DoorAltaren Voor De HeerAltaren BouwenBrandhout

Toen nam Gideon tien mannen uit zijn knechten, en deed, gelijk als de HEERE tot hem gesproken had. Doch het geschiedde, dewijl hij zijns vaders huis en de mannen van die stad vreesde, van het te doen bij dag, dat hij het deed bij nacht.

VersbegrippenTien MensenGedurende Een NachtAngst Voor Andere MensenGideon

Als nu de mannen van die stad des morgens vroeg opstonden, ziet, zo was het altaar van Baal omgeworpen, en de haag, die daarbij was, afgehouwen, en die tweede var was op het gebouwde altaar geofferd.

VersbegrippenOchtendAltaren BouwenZij Die Vroeg Opstonden

Toen zeiden de mannen van die stad tot Joas: Breng uw zoon uit, dat hij sterve, omdat hij het altaar van Baal heeft omgeworpen, en omdat hij de haag, die daarbij was, afgehouwen heeft.

VersbegrippenStadDood Als Straf

Alle Midianieten nu, en Amalekieten, en de kinderen van het oosten, waren samenvergaderd, en zij trokken over, en legerden zich in het dal van Jizreel.

VersbegrippenOostValleien

Zie, ik zal een wollen vlies op den vloer leggen; indien er dauw op het vlies alleen zal zijn, en droogte op de ganse aarde, zo zal ik weten, dat Gij Israel door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt.

VersbegrippenDorsvloerVerhalenGideon

En het geschiedde alzo; want hij stond des anderen daags vroeg op, en drukte het vlies uit, en hij wrong den dauw uit het vlies, een schaal vol waters.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesVroeg OpstaanDruk UitoefenenZij Die Vroeg Opstonden

En Gideon zeide tot God: Uw toorn ontsteke niet tegen mij, dat ik alleenlijk ditmaal spreke; laat mij toch alleenlijk ditmaal met het vlies verzoeken; er zij toch droogte op het vlies alleen, en op de ganse aarde zij dauw.

VersbegrippenVragenTestenLaat God Niet Kwaad ZijnTestenExamensGideon

En God deed alzo in denzelven nacht; want de droogte was op het vlies alleen, en op de ganse aarde was dauw.

Toen stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal.

VersbegrippenZij Die Vroeg OpstondenGideon

Nu dan, roep nu uit voor de oren des volks, zeggende: Wie blode en versaagd is, die kere weder, en spoede zich naar het gebergte van Gilead! Toen keerden uit het volk weder twee en twintig duizend, dat er tienduizend overbleven.

VersbegrippenDesertieTienduizendenTwintigduizend En MeerAngst Van De Vijand

En de HEERE zeide tot Gideon: Nog is des volks te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden, van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar al degene, van welken Ik zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken.

VersbegrippenVeel StrijdersZiftenGideon

En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal bukken om te drinken.

VersbegrippenHondenTaalGroepenLegerGideon

Toen was het getal dergenen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen des volks hadden op hun knieen gebukt, om water te drinken.

VersbegrippenDriehonderd En Meer

En het volk nam den teerkost in hun hand, en hun bazuinen; en hij liet al die mannen van Israel gaan, een iegelijk naar zijn tent; maar die driehonderd man behield hij. En hij had het heirleger der Midianieten beneden in het dal.

VersbegrippenTrompetTrompetten Voor De StrijdMensen Naar Huis SturenGideon

En het geschiedde in denzelven nacht, dat de HEERE tot hem zeide: Sta op, ga henen af in het leger, want Ik heb het in uw hand gegeven.

VersbegrippenActiviteit Van GodZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Vreest gij dan nog af te gaan, zo ga af, gij, en Pura, uw jongen, naar het leger.

VersbegrippenAngst Van De Vijand

En gij zult horen, wat zij zullen spreken, en daarna zullen uw handen gesterkt worden, dat gij aftrekken zult in het leger. Toen ging hij af, met Pura, zijn jongen, tot het uiterste der schildwachten, die in het leger waren.

VersbegrippenVijandelijke Aanvallen

En de Midianieten, en Amalekieten, en al de kinderen van het oosten, lagen in het dal, gelijk sprinkhanen in menigte, en hun kemelen waren ontelbaar, gelijk het zand, dat aan den oever der zee is, in menigte.

VersbegrippenVeel StrijdersSprinkhanenZandKamelenVeel WezensZand En Grind

Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er een man, die zijn metgezel een droom vertelde, en zeide: Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in het leger der Midianieten, en het kwam tot aan de tent, en sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag.

VersbegrippenGraanTentenCakesOndersteboven KerenDromen Met Ongebruikelijke BeeldenGideon

En zijn metgezel antwoordde, en zeide: Dit is niet anders, dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israelietischen man; God heeft de Midianieten en dit ganse leger in zijn hand gegeven.

VersbegrippenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenGideon

En het geschiedde, als Gideon de vertelling dezes drooms, en zijn uitlegging hoorde, zo aanbad hij; en hij keerde weder tot het leger van Israel, en zeide: Maakt u op, want de HEERE heeft het leger der Midianieten in ulieder hand gegeven.

VersbegrippenTijden Voor AanbiddingZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenAanbiddingGideon

En hij deelde de driehonderd man in drie hopen; en hij gaf een iegelijk een bazuin in zijn hand, en ledige kruiken, en fakkelen in het midden der kruiken.

VersbegrippenUitrusting, FysiekLampenStrategieën In OorlogsvoeringDrie- Tot VierhonderdTrompetten Voor De StrijdIn Drie Groepen VerdelenDriehonderd En Meer

En hij zeide tot hen: Ziet naar mij en doet alzo; en ziet, als ik zal komen aan het uiterste des legers, zo zal het geschieden, gelijk als ik zal doen, alzo zult gij doen.

VersbegrippenAnderen NabootsenBegeleiding Van Goddelijke MensenGideon

Als ik met de bazuin zal blazen, ik en allen, die met mij zijn, dan zult gijlieden ook met de bazuin blazen, rondom het ganse leger, en gij zult zeggen: Voor den HEERE en voor Gideon!

VersbegrippenTrompetten Voor De StrijdGideon

Alzo kwam Gideon, en honderd mannen, die met hem waren, in het uiterste des legers, in het begin van de middelste nachtwaak, als zij maar even de wachters gesteld hadden; en zij bliezen met de bazuinen, ook sloegen zij de kruiken, die in hun hand waren, in stukken.

VersbegrippenBeginNachtHonderdGideon

Alzo bliezen de drie hopen met de bazuinen, en braken de kruiken; en zij hielden met de linkerhand de fakkelen, en met hun rechterhand de bazuinen om te blazen; en zij riepen: Het zwaard van den HEERE, en van Gideon!

VersbegrippenSchreeuwenStrijdkretenGods ZwaardGideon

En zij stonden, een iegelijk in zijn plaats, rondom het leger. Toen verliep het ganse leger, en zij schreeuwden en vloden.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht ZijnLeger

Als de driehonderd met de bazuinen bliezen, zo zette de HEERE het zwaard des een tegen den anderen, en dat in het ganse leger; en het leger vluchtte tot Beth-Sitta toe naar Tseredath, tot aan de grens van Abel-Mehola, boven Tabbath.

VersbegrippenChaosDrie- Tot VierhonderdTrompetten Voor De StrijdDriehonderd En MeerElkaar Doden

Ook zond Gideon boden in het ganse gebergte van Efraim, zeggende: Komt af de Midianieten tegemoet, en beneemt hunlieden de wateren, tot aan Beth-bara, te weten de Jordaan; alzo werd alle man van Efraim bijeengeroepen, en zij benamen hun de wateren tot aan Beth-bara, en de Jordaan.

En hij zeide tot de lieden van Sukkoth: Geeft toch enige bollen broods aan het volk, dat mijn voetstappen volgt, want zij zijn moede; en ik jaag Zebah en Tsalmuna, de koningen der Midianieten, achterna.

VersbegrippenGroepen Voeden

Zebah nu en Tsalmuna waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien duizend, al de overgeblevenen van het ganse leger der kinderen van het oosten; en de gevallenen waren honderd en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken.

VersbegrippenElf Tot Negentien DuizendHonderdduizend En MeerOverlevenden Van Naties

Public domain