'Hout' in de Bijbel
Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar henen, en mijn heer de koning doe wat goed is in zijn ogen; zie, ik geef deze runderen tot brandofferen, en deze sleden tot hout, en de tarwe tot spijsoffer; ik geef het al.
Zie daar, ik heb in mijn verdrukking voor het huis des HEEREN bereid honderd duizend talenten gouds, en duizend maal duizend talenten zilvers; en des kopers en des ijzers is geen gewicht, want het is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe gij er nog meer bij.
Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk.
Ik heb nu uit al mijn kracht bereid tot het huis mijns Gods, goud tot gouden, en zilver tot zilveren, en koper tot koperen, ijzer tot ijzeren, en hout tot houten werken; sardonixstenen en vervullende stenen, versierstenen en borduursel, en allerlei kostelijke stenen, en marmerstenen in menigte.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (5)
- Exodus (4)
- Leviticus (8)
- Numberi (3)
- Deuteronomium (8)
- Jozua (1)
- Richteren (1)
- 1 Samuël (1)
- 2 Samuël (2)
- 1 Koningen (11)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (7)
- Ezra (3)
- Nehemia (2)
- Job (2)
- Spreuken (2)
- Prediker (1)
- Hooglied (1)
- Jesaja (5)
- Jeremia (6)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (13)
- Daniël (1)
- Hosea (1)
- Habakuk (2)
- Zacharia (1)