'Iegelijk' in de Bijbel
Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zult gijlieden een iegelijk zijn naaste nodigen tot onder den wijnstok en tot onder den vijgeboom.
Toen zeide Hij tot mij: Dit is de vloek, die uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden.
Want voor die dagen kwam des mensen loon te niet, en het loon van het vee was geen; en de uitgaande en de inkomende hadden geen vrede vanwege den vijand, want Ik zond alle mensen, een iegelijk tegen zijn naaste.
Dit zijn de dingen, die gij doen zult: spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten.
En het zal geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht, wanneer hij profeteert; en zij zullen geen haren mantel aandoen, om te liegen;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (7)
- Leviticus (2)
- Numberi (6)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (1)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (12)
- 2 Samuël (11)
- 1 Koningen (5)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (2)
- Nehemia (12)
- Esther (2)
- Job (1)
- Psalmen (7)
- Spreuken (2)
- Prediker (3)
- Jesaja (11)
- Jeremia (34)
- Ezechiël (3)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Micha (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (5)
- Mattheüs (11)
- Markus (1)
- Lukas (19)
- Johannes (16)
- Handelingen (13)
- Romeinen (12)
- 1 Corinthiërs (22)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (5)
- Efeziërs (4)
- Filippenzen (1)
- Colossenzen (2)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 2 Timotheüs (1)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (3)
- 1 Johannes (11)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (6)