'Iegelijk' in de Bijbel
Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld.
De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is.
Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.
Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme.
En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.
Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde.
En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve.
Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen.
Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, een iegelijk naar het zijne, en gij Mij alleen zult laten; en nochtans ben Ik niet alleen; want de Vader is met Mij.
Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (7)
- Leviticus (2)
- Numberi (6)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (1)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (12)
- 2 Samuël (11)
- 1 Koningen (5)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (2)
- Nehemia (12)
- Esther (2)
- Job (1)
- Psalmen (7)
- Spreuken (2)
- Prediker (3)
- Jesaja (11)
- Jeremia (34)
- Ezechiël (3)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Micha (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (5)
- Mattheüs (11)
- Markus (1)
- Lukas (19)
- Johannes (16)
- Handelingen (13)
- Romeinen (12)
- 1 Corinthiërs (22)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (5)
- Efeziërs (4)
- Filippenzen (1)
- Colossenzen (2)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 2 Timotheüs (1)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (3)
- 1 Johannes (11)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (6)