'Iegelijk' in de Bijbel
Toen verschrikten en stonden op al de genoden, die bij Adonia waren, en gingen een iegelijk zijns weegs.
En Juda en Israel woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, van Dan tot Ber-seba, al de dagen van Salomo.
De gerst nu en het stro voor de paarden, en voor de snelle kemelen, brachten zij aan de plaats, waar hij was, een iegelijk naar zijn last.
Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen;
En hij zeide: Ik zag het ganse Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen herder hebben; en de HEERE zeide: Dezen hebben geen heer; een iegelijk kere weder naar zijn huis in vrede.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (7)
- Leviticus (2)
- Numberi (6)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (1)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (12)
- 2 Samuël (11)
- 1 Koningen (5)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (2)
- Nehemia (12)
- Esther (2)
- Job (1)
- Psalmen (7)
- Spreuken (2)
- Prediker (3)
- Jesaja (11)
- Jeremia (34)
- Ezechiël (3)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Micha (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (5)
- Mattheüs (11)
- Markus (1)
- Lukas (19)
- Johannes (16)
- Handelingen (13)
- Romeinen (12)
- 1 Corinthiërs (22)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (5)
- Efeziërs (4)
- Filippenzen (1)
- Colossenzen (2)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 2 Timotheüs (1)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (3)
- 1 Johannes (11)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (6)