'Iemand' in de Bijbel
Insgelijks zo iemand zekerlijk bij haar gelegen heeft, dat haar afzondering op hem zij, zo zal hij zeven dagen onrein zijn; daartoe alle leger, waarop hij zal gelegen hebben, zal onrein zijn.
Als er iemand is, die zijn vader of zijn moeder zal gevloekt hebben, die zal zekerlijk gedood worden; hij heeft zijn vader of zijn moeder gevloekt; zijn bloed is op hem!
Niemand van het zaad van Aaron, die melaats is, of een vloed heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein is van een dood lichaam, of iemand, wien het zaad der bijligging ontgaat.
En wanneer iemand het heilige door dwaling zal gegeten hebben, zo zal hij deszelfs vijfde deel daarboven toedoen, en zal het den priester met het heilige wedergeven.
En als iemand een dankoffer den HEERE zal offeren, uitzonderende van de runderen of van de schapen een gelofte, of vrijwillig offer, het zal volkomen zijn, opdat het aangenaam zij; geen gebrek zal daarin zijn.
En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.
Als ook iemand aan zijn naaste een gebrek zal aangebracht hebben; gelijk als hij gedaan heeft, zo zal ook aan hem gedaan worden:
En wanneer iemand geen losser zal hebben, maar zijn hand bekomen en hij gevonden zal hebben, zoveel genoeg is tot zijn lossing;
Insgelijks, wanneer iemand een woonhuis in een bemuurde stad zal verkocht hebben, zo zal zijn lossing zijn, totdat het jaar zijner verkoping volkomen zal zijn; in een vol jaar zal zijn lossing wezen.
Daartoe zal Ik Mijn aangezicht tegen ulieden zetten, dat gij geslagen zult worden voor het aangezicht uwer vijanden; en uw haters zullen over u heerschappij hebben, en gij zult vlieden, als u iemand vervolgt.
Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer iemand een gelofte zal afgezonderd hebben, naar uw schatting zullen de zielen des HEEREN zijn.
En wanneer iemand zijn huis zal geheiligd hebben, dat het den HEERE heilig zij, zo zal de priester dat schatten, naar dat het goed of kwaad is; gelijk als de priester dat geschat zal hebben, zo zal het stand hebben.
Indien ook iemand van den akker zijner bezitting den HEERE wat geheiligd zal hebben, zo zal uw schatting zijn naar zijn zaad; een homer gerstezaad zal zijn op vijftig sikkelen zilvers.
Evenwel niets, dat verbannen is, dat iemand den HEERE zal verbannen hebben, van al hetgeen hij heeft, van een mens, of van een beest, of van den akker zijner bezitting, zal verkocht noch gelost worden; al wat verbannen is, zal den HEERE een heiligheid der heiligheden zijn.
Maar zo iemand van zijn tienden immer iets lossen zal, hij zal zijn vijfde deel daarboven toedoen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (1)
- Exodus (13)
- Leviticus (15)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (10)
- Jozua (2)
- Richteren (4)
- 1 Samuël (2)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (2)
- Job (8)
- Psalmen (7)
- Spreuken (10)
- Prediker (5)
- Hooglied (1)
- Jesaja (9)
- Jeremia (3)
- Ezechiël (5)
- Hosea (2)
- Amos (1)
- Micha (1)
- Zacharia (2)
- Mattheüs (13)
- Markus (10)
- Lukas (11)
- Johannes (28)
- Handelingen (9)
- Romeinen (3)
- 1 Corinthiërs (22)
- 2 Corinthiër (7)
- Galaten (2)
- Filippenzen (1)
- Colossenzen (2)
- 1 Thessalonicenzen (1)
- 2 Thessalonicenzen (3)
- 1 Timotheüs (5)
- 2 Timotheüs (2)
- Titus (1)
- Hebreeën (10)
- Jakobus (10)
- 1 Petrus (3)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (5)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (10)