'Jeruzalem' in de Bijbel
Toen zeide Adoni-Bezek: Zeventig koningen, met afgehouwen duimen van hun handen en van hun voeten, waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende; gelijk als ik gedaan heb, alzo heeft mij God vergolden! En zij brachten hem te Jeruzalem, en hij stierf aldaar.
Want de kinderen van Juda hadden tegen Jeruzalem gestreden, en hadden haar ingenomen, en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden de stad in het vuur gezet.
Doch de kinderen van Benjamin hebben de Jebusieten, te Jeruzalem wonende, niet verdreven; maar de Jebusieten woonden met de kinderen van Benjamin te Jeruzalem, tot op dezen dag.
Doch de man wilde niet vernachten, maar stond op, en trok weg, en kwam tot tegenover Jebus (dewelke is Jeruzalem), en met hem het paar gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Jozua (8)
- Richteren (4)
- 1 Samuël (1)
- 2 Samuël (30)
- 1 Koningen (26)
- 2 Koningen (56)
- 1 Kronieken (24)
- 2 Kronieken (117)
- Ezra (44)
- Nehemia (33)
- Esther (1)
- Psalmen (17)
- Prediker (5)
- Hooglied (8)
- Jesaja (46)
- Jeremia (97)
- Klaagliederen (5)
- Ezechiël (26)
- Daniël (9)
- Joël (6)
- Amos (1)
- Obadja (2)
- Micha (8)
- Zefanja (3)
- Zacharia (37)
- Maleachi (2)
Verwante onderwerpen
- Bidden Voor Jeruzalem
- De Ark In Jeruzalem
- De Betekenis Van Jeruzalem
- De Geschiedenis Van Jeruzalem
- De Muren Van Jeruzalem Bouwen
- De Profetie Over Jeruzalem
- De Raad Van Jeruzalem
- God Leeft In Jeruzalem